Tangier is een minuscuul eiland in de immense baai van Chesapeake aan de Amerikaanse oostkust, onder Washington D.C. Het is drie vierkante kilometer groot en er wonen zo’n 450 mensen. De meesten van hen leven van het toerisme of de krabvisserij in de ondiepe – en vaak onrustige – wateren in de baai.
De tekst loopt door rondom de foto’s.
Tangier heeft behoorlijk last van dat water, daarover is iedereen het eens. Ooit was het eiland een stuk groter: sinds 1850 is twee derde van het land, dat maar zo’n anderhalve meter boven zeeniveau ligt, opgeslokt door de zee. Grote delen van het eiland stromen over tijdens de dagelijkse vloedperioden en mensen hebben hun huizen op verhogingen moeten zetten. Wetenschappers schatten dat het nog maar zo’n vijfentwintig jaar duurt voordat Tangier verdronken land is.
Klimaatverandering is daarvan de grote schuldige, zeggen ze. Die veroorzaakt een stijgende zeespiegel en meer hevige stormen dan vroeger, twee factoren die ervoor zorgen dat het water steeds sneller stukjes van het eiland afknabbelt. Daar komt nog de niet door klimaatverandering veroorzaakte bodemdaling bij, die al millennia gaande is.
Maar ja, wat weten wetenschappers nou helemaal, denken ze op Tangier. Op dit eiland geen taferelen zoals op het bedreigde Tuvalu in de Stille Oceaan, waar de inwoners fervente klimaatactivisten zijn geworden. Deze diepgelovige Amerikanen geloven niet in klimaatverandering, voor hen is de erosie, die hun voorouders ook al meemaakten, de enige oorzaak. Daarvoor is één simpele oplossing: een hoge dijk om het eiland. Die schijnt door bureaucratische problemen maar niet van de grond te komen en dát is voor de inwoners het grote probleem. Maar iemand komt ze redden: Donald Trump.
Hij heeft het zelf gezegd: ik ga het fixen, en jullie eiland blijft nog eeuwen bestaan. Dat was in 2017, in een telefoongesprek tussen de burgemeester en de toenmalige president. Hij had gebeld nadat bekend was geworden dat 87 procent van de eilanders in 2016 op Trump had gestemd. Het was groot nieuws. CNN kwam op bezoek, er volgde een reportage in The New Yorker en later zelfs een boek. En ook: grote verontwaardiging op sociale media, van de strekking: wat een idioten, hoe kun je nou op zo’n eiland wonen en klimaatontkenner zijn? Dan is het jullie eigen schuld als jullie ten onder gaan.
Ja, is dat zo? Of zullen we toch maar zeggen: zelfs klimaatontkenners moeten gered worden?