![](https://amnesty.imgix.net/content/uploads/2025/01/Tjerk_7802-Marieke-van-Page╠ue.jpg?auto=compress%2Cformat&w=1280&fit=crop&crop=faces)
Utrecht
‘Twee jaar na mijn geboorte verhuisden we van Utrecht naar Maarn. Als jongetje had ik een afbeelding van de Dom op mijn kamer. Als ik daarnaar keek, dacht ik altijd: op een dag ga ik terug. Terug naar het begin, mijn authenticiteit herwinnen.
Ik heb lieve ouders, maar ze probeerden me in een normatieve wereld te proppen, met veel grenzen. En ik paste niet in die vorm. Ik ben expressief en zij wisten zich met emoties geen raad. Ze zeiden letterlijk: “Stil, houd je in.” En: “Vertel niet altijd alles! Je kunt niet zomaar iedereen vertrouwen!”
Ik verlangde als tiener ernaar om op een podium te staan, maar dat was voor mijn vader en moeder onaanvaardbaar. Daarom koos ik voor de opleiding theatertechniek in Amsterdam. “Techniek”; dat klonk als iets waar ik later wel “een gewone baan” in zou kunnen vinden.
Op een dag stonden we voor een opdracht van de opleiding in de Stadsschouwburg achter de coulissen en ik voelde het sterke verlangen weer opkomen: dáár hoorde ik thuis, op het toneel. Mijn studieleider zei: “O? Wat heb je te vertellen dan?” Ik had niet meteen een antwoord en klapte dicht. Na een aantal omwegen besloot ik alsnog naar de acteursopleiding in Utrecht te gaan, maar kreeg daar na een jaar te horen dat het beter voor me zou zijn als ik een ander – mijn eígen – pad zou gaan bewandelen.’
Sinaï, Egypte
‘Kort daarna reisde ik samen met Wouter – mijn toenmalige vriend – door Israël. We wilden graag de Sinaï bezoeken. Aan de grens met Egypte stonden twee Israëlische meisjes die ons vroegen een taxi met hen te delen omdat ze het eng vonden om alleen te reizen in die streek. Ze kenden vaag een zekere Gabriella, die ergens aan de kust van de Rode Zee was, en stelden voor dat wij daar ook zouden overnachten. Ik zei tegen Wouter: “Er moet ten minste één restaurant en een pinautomaat zijn, anders rijden we door naar Sharm el Sheikh!” We stopten uiteindelijk bij een klein tentenkamp en het was maar goed dat Gabriella meteen de deur van de taxi openrukte, anders zou ik nooit zijn uitgestapt. Het eerste wat ze tegen me zei was: “Do you believe in destiny? This is destiny. Stay!”
‘Japan was één groot cadeau: ik kon de ander wél vertrouwen’
We zijn dagenlang gebleven, hebben de mooiste gesprekken gevoerd. Ik vertelde haar over mijn verlangen om theater te maken en Gabriella zei: “Beloof me dat áls je die plannen doorzet, het dan over echte mensen en over de echte wereld zal gaan!”’
Hirado, Japan
‘Toen ik een paar jaar later werd gevraagd voor een cultureel uitwisselingsproject op het Japanse eiland Hirado, dacht ik: we zien wel. Het werd om meerdere redenen een plek van grote betekenis. In die twee maanden heb ik een performance gedaan, workshops gegeven en met een theatergroep gewerkt, maar de belangrijkste ervaring had ik helemaal in het begin. Nog voor ik iets had kunnen doen, werd ik ziek. Op een nacht werd ik wakker uit een koortsdroom en zag de moeder van mijn gastgezin op haar knieën naast me zitten om het zweet van mijn voorhoofd te deppen… het ontroert me weer als ik daaraan denk, weet je dat? Japan was één groot cadeau: ik kon de ander wél vertrouwen, mezelf zijn, en ik was óók nog eens in staat om duizenden kilometers van huis te communiceren met mensen die een andere taal spraken. Dit was voor mij het teken dat ik de bevestiging buiten mijn eigen gezinssituatie moest zoeken en er klaar voor was om mijn éigen pad te gaan bewandelen.’
Amiens, Frankrijk
‘Ik woon inmiddels alweer jaren in Utrecht. Op de Domtoren staat geen haan, geen kruis, maar een afbeelding van Sint-Maarten, bisschop van Tours, die als jonge Romeinse soldaat in 334 na Christus onder de stadspoort in Amiens de helft van zijn mantel aan een verkleumde bedelaar afstond. Zijn levensgeschiedenis fascineerde me al lang en ineens wist ik wat ik wilde gaan ondernemen als inspiratie voor mijn volgende theaterproject: met mijn ezel Lodewijk het Martinuspad lopen, van Tours – de geboorteplaats van Sint-Maarten – naar Groningen, “echte mensen in de echte wereld” ontmoeten en erachter proberen te komen wat saamhorigheid en delen vandaag de dag betekenen.
In Amiens bezocht ik de plek waar Sint-Maarten zijn mantel had gedeeld, maar die poort is al lang geleden afgebroken. Ergens moest nog wel een plaquette hangen. Na lang rondvragen vond ik ’m, op de muur van een gerechtsgebouw, achter een hekje, onder de vogelpoep. De herinnering aan Sint-Maarten, een oproep tot barmhartigheid, en iedereen loopt eraan voorbij. Zo is het wel vaker: wat voor het oprapen ligt, wordt meestal niet gezien.
Ik, de pelgrim, de vreemdeling, kon de mensen die ik onderweg tegenkwam, attenderen op dingen die ze al jaren voor lief hadden genomen of waarvan ze de kracht en de waarde niet meer kenden. Drie maanden deed ik erover om mijn einddoel te bereiken. Met de verhalen van alle ontmoetingen maakte ik een theatervoorstelling – Bonne Route! – schreef het gelijknamige muziekalbum en boek. Het is niet hemelbestormend misschien, maar dit is een van de manieren waarop ik, als maker, een bijdrage aan een meer bewuste samenleving probeer te leveren.’
Sint Maarten
‘Naar aanleiding van de Bonne Route!-reis ben ik gevraagd voor een soortgelijk project, dit keer op Caribische eiland Sint Maarten. Tijdens Roots en Route in 2024, vroeg ik de mensen die ik onderweg ontmoette naar hun roots en hun levenspad. Een andere vraag die ik ze voorlegde was: wat betekenen grenzen voor jou? Grenzen zijn meer dan lijnen die we trekken op de kaart, ze zitten ook in ons hoofd. Er zijn zoveel hokjes en grenzen: man, vrouw, hoogopgeleid, laagopgeleid, arm of rijk, et cetera. Dat fenomeen is door mijn reizen een belangrijk thema geworden. Want dat we als mensen onderling verschillen is een feit, maar het is veel interessanter om erachter te komen wat ons samenbrengt. Hoe leren we elkaar beter begrijpen zodat we niet langer bang voor het andere, het onbekende, hoeven te zijn?’