De ‘iets-voor-niets maatschappij’ – zo noemde de Britse minister van Sociale Zaken in 1992 snerend de welvaartsstaat. Het idee: mensen kregen zomaar geld in de vorm van uitkeringen en ze hoefden er helemaal niets voor terug te doen. Wat een schande. Hij zou er een einde aan maken, verklaarde hij, aan dat profiteren door de ‘onderklasse’.
Het tijdperk-Thatcher was net voorbij: een periode van bezuinigingen, mijnsluitingen, privatiseringen en sociale onrust. Maar de Tories waren nog altijd aan de macht en nu was het blijkbaar tijd om ‘de uitkeringstrekkers’ aan te pakken. Midden in de welvarende jaren negentig begon de overheid de kwetsbaarsten in de samenleving te wantrouwen – een proces dat zich in het hele Westen voltrok en dat jaren later in Nederland zou uitmonden in de beruchte toeslagenaffaire.
In die tijd wilde de Franse krant Libération weleens weten wie die iets-voor-nietsers waren in Groot-Brittannië. De Britse fotograaf Craig Easton kreeg de opdracht ze te fotograferen en hij kwam uit bij het gezin van Mandy en Mick Williams in het Engelse Blackpool. Zes jonge kinderen hadden ze, beiden waren werkloos en met z’n allen woonden ze al twee jaar op twee kamers in een daklozenopvang. De zwart-witfoto’s van de familie, vol leven maar in slechte omstandigheden, baarden opzien in Groot-Brittannië: dat er zulke diepe armoede bestond, was kennelijk niet bij iedereen bekend. Profiteurs kon je ze niet bepaald noemen.
In 2016 kreeg Easton via Facebook weer contact met het gezin. Wat was er van de kinderen geworden, ging het beter met de volgende generatie? De fotograaf ging bij ze langs en liet ze de foto’s zien, die ze nog nooit hadden bekeken. Ze waren inmiddels volwassen, ze hadden werk, relaties en een eigen huis. Hun levens leken inderdaad verbeterd.
Maar bij nader inzien waren die levens toch niet helemaal zoveel verbeterd, blijkt uit de nieuwe foto’s die Easton maakte en die samen met de oude serie in het prachtige boek Thatcher’s Children (2023) verschenen. De broers en zussen Williams hebben dan wel werk, maar het gaat om kleine banen op nulurencontracten. Zonder pensioenafdracht, laat staan langdurige baanzekerheid. In feite moeten ze heel hard werken voor heel weinig geld en in heel onzekere omstandigheden. Niets-voor-iets, zeg maar.
Hun woonsituatie reflecteert dat: kleine, slecht onderhouden huizen in achterbuurten, met veel rommel op straat. Nog altijd weinig kamers voor veel kinderen, matrassen zonder overtrek, vermoeide ouders. Met de post komen aanmaningen voor de gasrekening, via een appje dreigde de huisbaas met een uitzetting vanwege achterstallige huur – vlak voor kerst.
Kortom: eigenlijk leven de kinderen van Mick en Mandy nog altijd in armoede. Een soort armoede dat je alleen niet terugziet in de werkloosheidscijfers. Een armoede die door de generaties heen blijft bestaan, daar in de Britse onderklasse.