Sunny Ofehe
Bijna iedereen in Nederland die over Nigeria schrijft, kent Sunny Ofehe, oprichter van de Hope for the Niger Delta Campaign. In zijn strijd voor vrede en tegen olievervuiling in de Nigerdelta verschafte hij informatie en organiseerde hij conferenties, sprak hij op een hoorzitting over Shell van de Tweede Kamer en reisde hij met SP-Kamerlid Sharon Gesthuizen naar de Nigerdelta.
Ook mij hielp hij aan waardevolle contacten. Vanuit zijn huiskamer in Rotterdam, vol foto’s waarop hij handen schudt met prominenten als ex-premier Balkenende, belde hij met de Nigerdelta om afspraken te maken. Ofehe was, na zijn erkenning als vluchteling in Nederland – zijn moeder is in 2007 in Nigeria gewurgd om hem ‘het zwijgen op te leggen’, vertelde hij ooit – uitgegroeid tot een redelijk bekend en gerespecteerd activist.
Twee weken vast
Tot die vermaledijde dag, 21 februari 2011. Om zes uur ’s ochtends werd bij hem op de deur gebonsd en drongen twintig marechaussees zijn huis binnen, om het vijf uur lang te doorzoeken. Ofehe zat twee weken vast: valsheid in geschrifte en meewerken aan ‘mensensmokkel’ van één persoon werden hem ten laste gelegd. De zwaarste aanklacht volgde een half jaar later: internationaal terrorisme, omdat Ofehe in (afgeluisterde) telefoongesprekken zou hebben aangezet tot een aanslag op een oliepijplijn in Nigeria.
Ofehe heeft steeds verklaard in die gesprekken slecht te hebben willen regelen dat hij en journalist Mark Schenkel van NRC Handelsblad aanwezig konden zijn als oliedieven, ‘gewone’ criminelen dus, weer eens hun slag sloegen – juist om hun misdadige en vervuilende praktijken aan de kaak te stellen. Het Openbaar Ministerie (OM) liet zich echter niet vermurwen.
Tot afgelopen december. Een ‘hernieuwde vertaling’ van de telefoontap en ‘een nieuwe getuigenverklaring’ (van Schenkel) hadden de verdenking ‘doen afnemen’ wegens ‘teweegbrengen ontploffing’, schreef het OM toen aan Ofehes advocaten. Omdat dit nu ‘niet bewezen’ kon worden, zou het ‘vrijspraak’ vragen voor de terreuraanklacht bij het nog komende proces.
Geen felicitaties
Felicitaties zijn echter niet op hun plaats, reageert Ofehe. ‘Mijn vernielde reputatie is niet gezuiverd’, zegt hij bitter. ‘De aanslag kan alleen maar “niet bewezen” worden.’ De motieven van het OM vertrouwt hij niet, maar de Nederlandse rechter wel. ‘Die zal me ook van de overige aanklachten vrijspreken.’
Iemand voor terrorisme aanklagen op grond van een verkeerde vertaling, kun je gerust een grote fout noemen. Alleen dat zou al een ruiterlijker mea culpa van het OM rechtvaardigen. Maar er speelt meer. Wie de verdenking laat bestaan dat Ofehe heeft willen aanzetten tot ‘misdrijven met een terroristisch oogmerk’, terwijl dit duidelijk onzin is, vergroot de kans dat de buitenwacht Nederland zal scharen bij de landen waar activisten worden opgepakt op basis van trumped-up charges, zoals dat heet: valse beschuldigingen. Die internationale imagoschade moet het OM laten meewegen. Ook daarom past hier slechts het boetekleed.