Sportboycot

Eerlijk gezegd had ik nooit van Rie Mastenbroek gehoord. Dat deze Rotterdamse zwemster een van de beste Nederlandse olympiërs aller tijden is‚ ontdekte ik pas bij het lezen van het onlangs verschenen boek ‘1936’ van Auke Kok‚ over de Olympische Spelen in Berlijn.

De toen 17-jarige Mastenbroek won die zomer drie keer olympisch goud en één keer zilver. Heel Nederland sloot de ‘keizerin van de Spelen’ vervolgens in de armen. Dat nazi-Duitsland gastland was van het toernooi leek iedereen te zijn vergeten. En dat terwijl velen vooraf nog vonden dat beschaafde atleten er niets te zoeken hadden. In Parijs en New York waren er zelfs demonstraties voor een boycot.

In Nederland was het NOC gerustgesteld toen de nazi’s zeiden dat ook Joodse atleten welkom waren. Maar veel sporters kozen desalniettemin voor een boycot. De Joodse bokser Ben Bril uit Amsterdam had dat al in 1934 besloten toen hij bij een toernooi in Duitsland had gezien hoe Joden er vernederd werden. De socialistische Tollien Schuurman (destijds een van de snelste hardloopsters ter wereld) wilde evenmin meedoen. ‘Ik loop niet voor Hitler en zijn trawanten’‚ verklaarde ze. ‘Menselijke aspecten moeten niet worden gescheiden van de sport.’ Hierna ontving ze verschillende anonieme scheldbrieven.

Pas na de oorlog zou de publieke opinie kantelen. Bril en Schuurman gingen de geschiedenis in als sporters die voor hun principes stonden. Rie Mastenbroek werd verguisd omdat ze zou hebben bijgedragen aan Hitlers propagandastunt.

Moet je als topsporter meedoen aan een toernooi waarmee een fout regime goede sier maakt? Na 1936 is vaker opgeroepen tot sportboycots. Om imagoschade te beperken‚ moesten regimes soms loze beloftes doen of symboolmaatregelen nemen. Drie jaar geleden riepen opiniemakers op tot een boycot van de Winterspelen van 2014 in het Russische Sotsji‚ wegens een antihomowet die het Kremlin had aangenomen. Moskou moest toezeggen dat de wet niet voor olympische bezoekers zou gelden om verdere commotie te voorkomen.

Ik ben benieuwd of Iran nog een gebaar zal maken‚ in aanloop naar het WK schaken voor vrouwen dat daar in 2017 plaatsheeft. In de Islamitische Republiek moeten vrouwen verplicht een hoofddoek dragen en voor de schaaksters maakt het regime geen uitzondering. De Amerikaanse schaakkampioene Nazí Paikidze weigert daarom mee te doen. Ze pleit voor een ander gastland of voor een tijdelijk opheffing van het gebod. Dat laatste zou natuurlijk net zo’n symbolische maatregel zijn als die van het Kremlin in de aanloop naar ‘Sotsji’. Maar in een land als Iran misschien toch al een kleine overwinning.