Sadet Karabulut zit thuis in de zoveelste zoom-vergadering. Het is dinsdag 24 maart. De lockdown is bijna twee weken van kracht en met haar man geeft ze thuisonderwijs aan hun twee kinderen. Het besluit dat ze in 2021 na ruim veertien jaar zal stoppen als Kamerlid voor de SP heeft ze dan al genomen. Ze zal het later die week op Facebook wereldkundig maken.
Dan ontvangt ze tijdens die zoom-vergadering eindelijk het schriftelijke antwoord van Defensieminister Ank Bijleveld op vragen die de Kamer in december al had gesteld. Voor de zoveelste keer moet de minister daarin toegeven dat ze het parlement onjuist heeft ingelicht over het Nederlandse bombardement op het Iraakse dorp Hawija in 2015.
Bommenfabriek
Karabulut (45) maakt zich nu al bijna een jaar kwaad over die zaak. Doel van de luchtaanval in 2015 was een bommenfabriek van IS, maar tegelijkertijd werd ook een hele woonwijk weggevaagd en stierven zeker zeventig burgers. Nog geen twee weken later kreeg Defensie een rapport van de Amerikaanse autoriteiten, maar de toenmalige VVD-minister van Defensie Jeanine Hennis schreef aan de Kamer dat er geen sprake was van Nederlandse betrokkenheid bij burgerdoden.
‘”Hawija” laat zien hoe de regering omgaat met fundamentele zaken als oorlog en vrede’
‘Het kabinet was destijds bezig met de verlenging van de missie’, zegt Karabulut. ‘Dan komt een bericht over burgerslachtoffers slecht uit.’ Maar ook als in oktober 2019 NRC en de NOS alsnog de feiten aan het licht brengen en de missie al is beëindigd, blijft het kabinet rookgordijnen optrekken. Rutte trekt in november het dodenaantal in twijfel. En om te onderstrepen hoe onzeker dat aantal is, zegt Bijleveld dat die zeventig burgerslachtoffers niet in de Amerikaanse statistieken zijn meegeteld. Dat laatste blijkt niet waar te zijn, laat Bijleveld op 24 maart weten.
Buitenspel
‘Natuurlijk was het niet toevallig dat de minister die informatie toen pas deelde’, zegt Karabulut. ‘Ons werd echt een streek geleverd. Ze wachtte bewust het juiste moment af en maakte misbruik van de coronacrisis. Als parlement stonden we buitenspel. Pas twee maanden later konden we met haar debatteren.’ Karabulut diende toen voor de tweede keer een motie van wantrouwen in, maar de coalitiepartijen, FvD en de SGP bleven Bijleveld steunen.
‘En dat is woestmakend’, zegt Karabulut. Het is inmiddels eind augustus, vlak voor het begin van het politieke jaar. We zitten op een terras in Amsterdam. ‘“Hawija” laat zien hoe de regering omgaat met fundamentele zaken als oorlog en vrede. Normaal stapt een bewindspersoon op als er is gelogen in de Kamer. Nu neemt niemand politieke verantwoordelijkheid. En nog steeds zijn niet alle feiten boven tafel.’
Onderste steen boven
Daarom moet er een parlementair onderzoek komen, vindt Karabulut. ‘En niet alleen over Hawija. Er waren tussen 2014 en 2018 zo’n 2.100 Nederlandse luchtaanvallen op Syrië en Irak, die moeten allemaal in kaart worden gebracht. Ik weet dat D66, net als de rest van de coalitie, tot nu toe tegen is, maar ik hoop ze te overtuigen. Ook D66 heeft gezegd dat de onderste steen boven moet komen.’
‘Als de NAVO of de VS een beroep op ons doen, dan loopt de regering blind achter de grote jongens aan’
‘Het is een patroon’, vervolgt Karabulut. ‘Afghanistan, Irak, Libië. Als de NAVO of de VS een beroep op ons doen, dan loopt de regering blind achter de grote jongens aan. Vooraf zijn er beloftes over transparantie en naleving van het oorlogsrecht. Achteraf blijkt keer op keer dat de Kamer is voorgelogen. Bewindslieden praten intussen over “schone” oorlogen die “democratie en mensenrechten” brengen. Alsof de Amerikanen niet heel andere geopolitieke belangen hebben, en alsof je mensenrechten met bommen kunt afdwingen.’
Bijleveld heeft beloofd schoon schip te maken en bij volgende missies de Kamer sneller te informeren.
‘Als ze werkelijk transparanter wil zijn, zou ze nu alle informatie over Hawija naar buiten brengen. Nog steeds weten we niet hoeveel doden er vielen. Andere landen zijn wel open over de gevolgen van hun bombardementen. In Nederland komt er alleen na heel veel duw- en trekwerk nu en dan een brokje informatie naar buiten.’
Halfblind
Voor het debat in mei nodigde Karabulut de inmiddels in Nederland wonende Alaa Qader uit om in Den Haag zijn verhaal te vertellen. Destijds woonde hij met zijn vrouw en vijf kinderen in Hawija. Zijn toen 5-jarige zoontje raakte halfblind door het bombardement.
‘Net als alle andere nabestaanden en slachtoffers heeft hij nog steeds geen vooruitzicht op een schadevergoeding. Defensie wil zelfs niet met hem in gesprek. Hij mocht ook niet bij de briefing zijn die het ministerie voor het debat gaf over de aanval. Meer duidelijkheid gaf Defensie daarin niet. Wel benadrukte een commandant hoe heftig het is voor vliegers om geconfronteerd te worden met burgerslachtoffers.’
Terugkerende tactiek
Volgens Karabulut is dat een terugkerende tactiek van Defensie: ‘Critici zouden lak hebben aan de vliegers en niets geven om hun veiligheid. Alsof we die piloten in diskrediet willen brengen. Uiteindelijk hebben ook zij er last van dat het kabinet doet alsof er niets aan de hand is. Ik krijg signalen dat veel vliegers net als wij meer openheid willen.’
‘Anders dan in andere landen komt er in Nederland alleen na heel veel duw- en trekwerk nu en dan een brokje informatie over de bombardementen naar buiten’
Ooit, in 2006, werd Karabulut lid van de SP vanwege de ‘illegale oorlog die de VS voerden in Irak en waar later IS uit voortkwam’. Hoewel ze in al die jaren bij Defensie niets heeft zien veranderen, zegt ze niet te zijn afgestompt. ‘Zeker niet. Men zal uiteindelijk inzien dat het huidige systeem onhoudbaar is. We zullen niet meer blind achter de Amerikanen aan lopen. Ons buitenlandbeleid zal veranderen.’
Kind van de antiracismebeweging
Haar activisme was er al ruim voor haar SP-lidmaatschap. Zo demonstreerde ze als puber al tegen Hans Janmaat en zijn extreemrechtse Centrumdemocraten en noemt ze zichzelf ‘kind van de antiracismebeweging’. In juni sloot ze zich dan ook ‘vanzelfsprekend’ aan bij het Black Lives Matter-protest in het Nelson Mandelapark in Amsterdam-Zuidoost. ‘Daar, en op vele andere plekken, zag je een nieuwe generatie opstaan’, zegt ze enthousiast. ‘Jongeren vinden het heel gewoon om onrecht te bestrijden en ze zijn, anders dan vaak wordt beweerd, wel degelijk solidair met onderdrukten ver weg.’
Wordt u zelf vaak gediscrimineerd?
‘Natuurlijk heb ik ermee te maken. Maar ik weet er altijd prima mee om te gaan. Nederland heeft overduidelijk een discriminatieprobleem. Maar het is niet zo dat ik daar zelf voortdurend onder gebukt ga. Vooral jongeren worden achtergesteld vanwege hun huidskleur of achternaam. Bij sollicitaties, bij politiecontroles en in het uitgaansleven. Het is absurd dat dat nog steeds gaande is in Nederland. De meerderheid van de mensen heeft misschien geen kwade bedoelingen, maar discrimineert onbewust. Er is veel onwetendheid.’
D66-Kamerlid Salima Belhaj suggereerde in NRC dat de badinerende manier waarop Stef Blok u nu en dan benadert, subtiele discriminatie zou zijn.
‘Ik ervaar dat niet als discriminatie. Maar dan nog. Een minister van Buitenlandse Zaken zou zich niet tot dat niveau moeten verlagen. Als hij het over mijn donkere, boze ogen heeft, vraag ik me af of hij zo ook over een mannelijk Kamerlid zou praten. Maar ik bekritiseer liever zijn beleid dan de manier waarop hij mij bejegent.’
U schrikt er ook niet voor terug om uw eigen partij soms openlijk te bekritiseren.
‘Dat klopt. Al ga ik liever de discussie aan met anderen dan mijn partijgenoten. Maar als ik ergens voor moet opkomen dan doe ik dat.’
Smerig
Dat werd zichtbaar toen Karabulut in juni 2018 tijdens de partijraad van de SP in Amersfoort achter de interruptiemicrofoon ging staan. Eerder had de nieuwe partijleider Lilian Marijnissen in de Volkskrant gezegd niet principieel tegen migratiedeals te zijn zoals de EU die in 2016 met Turkije sloot. In ruil voor geld zorgde Turkije ervoor dat Syrische vluchtelingen niet naar Europa zouden doorreizen. Destijds noemde de SP die deal nog ‘smerig’, maar Marijnissen leek daar nu anders over te denken. Achter de microfoon eiste Karabulut dat de SP tegen zulke deals altijd ‘duidelijk en dik nee’ zegt. Er volgde een discussie zonder duidelijke uitkomst.
‘Ik geloof niet dat de regering een mogelijke nieuwe lockdown weer zo zal kunnen misbruiken als in de zaak-Hawija. De Kamer is wakker’
Terugblikkend zegt Karabulut uiteindelijk haar zin te hebben gekregen. ‘Het is duidelijk dat de SP pal staat voor de opvang van politieke oorlogsvluchtelingen, en dat we fel tegen zulke smerige migratiedeals zijn. Inmiddels is ook gebleken dat die Turkije-deal mensenrechtenschendingen faciliteert en dat we ons chantabel en afhankelijk hebben gemaakt van Erdoğan. Toen we de Turkse aanval op Noord-Syrië bekritiseerden, dreigde hij Europa vol te laten lopen met asielzoekers.’
Waarom was Marijnissen er dan voor?
‘Ze wil migratiedeals niet uitsluiten. Maar de SP stelt duidelijke voorwaarden, zoals mensenrechten en het Vluchtelingenverdrag. Wij zijn tegen iedere deal die in strijd is met deze uitgangspunten.’
Als SP-Kamerlid zette Sharon Gesthuizen zich in voor asielzoekers. Het beeld bestaat dat de SP sinds haar vertrek in 2017 wat betreft migratie naar rechts is opgeschoven.
‘Sharon liet een sterk geluid horen. Dat deed zij supergoed. Dat de huidige woordvoerder het misschien anders aanpakt, zou je hem moeten voorleggen. De partij staat voor solidariteit. Mensen op de vlucht moet je helpen. Dat vind ik en dat vindt de SP. Maar ik snap dat het geluid van Sharon wordt gemist.’
Vreest u niet dat met uw vertrek het SP-standpunt verder naar rechts opschuift?
‘Binnen de SP zal de discussie over migratie misschien weer oplaaien. Het is ook gezond dat daarover wordt gedebatteerd. En het hangt zeker niet alleen van mij of van Sharon af wat de uitkomst is. Heel veel SP’ers komen op voor vluchtelingen. Bovendien blijf ik SP-lid en zal ik me als dat nodig is in die discussies blijven mengen. Mijn activisme raak ik echt niet zomaar kwijt.’
Toch zult u als Kamerlid meer invloed hebben. Gaat u dat missen?
‘Ongetwijfeld. Maar ik zal vooral de instrumenten missen die je als volksvertegenwoordiger hebt om het kabinet te controleren. Gelukkig heb ik nog tot half maart. Ik zal er alles aan doen om in die tijd bijvoorbeeld in de zaak-Hawija zo veel mogelijk boven water te krijgen. Als het aan mij ligt komt er na Prinsjesdag gelijk weer een debat.’
Als corona maar geen roet in het eten gooit.
‘Zeker. Maar ik geloof niet dat de regering een mogelijke nieuwe lockdown weer zo zal kunnen misbruiken. De Kamer is wakker.’
In Het Parool zei u dat er nadat u uw vertrek had aangekondigd, vast wel ergens een feestje is gevierd. Zou dat bij Defensie gebeurd zijn?
‘Dat zou zomaar kunnen, hahaha.’