Een wonder, noemt Sonja Subbotina het. Op de lijst stonden alleen maar grote namen. Politici, anti-corruptie activisten, westerse burgers en journalisten. En dan Sasja, haar geliefde, een doodgewoon iemand.
Aleksandra Skotsjilenko (34) – kortweg Sasja – en haar vriendin Sonja Subbotina kijken elkaar indringend aan. Ze kunnen het nog nauwelijks geloven. Dat uitgerekend zíj onderdeel is geworden van zo’n grote historische gebeurtenis: de Amerikaans-Russische gevangenenruil begin augustus vorig jaar.
In eerste instantie dacht Sasja dat de bewakers haar in het bos zouden doodschieten, toen ze meegenomen werd vanuit haar cel. Pas in het vliegtuig begon het tot haar door te dringen dat er iets anders aan de hand was. Eenmaal in Duitsland, toen ze Sonja in haar armen kon sluiten, wist ze dat ze vrij was.
Sonja, die de afgelopen tweeëneenhalf jaar dag in dag uit voor haar vrijheid had gestreden. De internationale pers te woord had gestaan, mensenrechtenorganisaties had benaderd, westerse politici had gesproken. Die de Russische politie, bureaucratie en bewakers had getrotseerd, die Sasja glutenvrij eten, medicijnen en kleurpotloden kwam brengen in de gevangenis. En bij wie kanker werd geconstateerd, terwijl haar vriendin vastzat.
En Sasja, de kunstenaar die in een kafkaësk proces in Sint-Petersburg was veroordeeld tot 7 jaar cel voor een kleine daad van verzet. Ze had prijskaartjes in een supermarkt in Sint-Petersburg vervangen door alternatieve prijskaartjes met berichten over de oorlog in Oekraïne. Op één ervan stond: ‘We betalen voor deze oorlog met de levens van onze kinderen.’ Op een andere: ‘Het Russische leger heeft een kunstacademie in Marioepol gebombardeerd. Ongeveer 400 mensen hielden zich er schuil.’ (Zie afbeelding van het prijskaartje).
‘Het is maar goed dat ze maar vijf van die prijskaartjes hebben gevonden’, vertelt Sasja daar nu over. Ze had er veel meer vervangen.
De luxe om risico’s te nemen
Het is eind november en het stel is samen in Amsterdam op uitnodiging van Amnesty en BNNVARA voor De Avond van de Mensenrechten (NPO2). Sasja draagt kleurrijke hippiekleding, heeft lang en donker krullend haar en spreekt vloeiend Engels. Sonja, halflang lichtblond haar, spijkerbroek en een wollen trui, antwoordt liever in het Russisch. Eigenlijk willen ze niet te veel interviews geven. Ze zijn moe, ook van alle aandacht. Toch maken ze tijd voor een gesprek.
Sasja had nooit verwacht, vertelt ze, dat ze voor die prijskaartjes gearresteerd zou worden. Ze organiseerde anti-oorlogsjams, kleine evenementen met muziek, en dacht dat het daar iets mee te maken kon hebben. Een fikse boete, misschien tien dagen cel, daar rekende ze op. Maar zeven jaar, dat niet. En al helemaal niet dat ze zou uitgroeien tot een internationale bekendheid. Dat Amnesty haar zou uitroepen tot gewetensgevangene en dat ze tienduizenden brieven zou ontvangen in de gevangenis, van mensen die haar steunen.
De kindertekeningen die Sasja opgestuurd kreeg, maakten de bewakers soms wat softer
Soms had ze medelijden met de andere gevangenen die geen brieven kregen; vrouwen, veroordeeld voor lichte vergrijpen zoals het bezit van wat cannabis. De bewakers werden zenuwachtig van al die brieven, gingen wat voorzichtiger met haar om. Er zaten kindertekeningen bij en dat maakte ze soms wat softer, vertelt ze. De meesten waren streng, maar één keer fluisterde een bewaker haar toe: ‘Ik steun je.’
Als hij het kon, zou hij zich ook verzetten, zei hij. Zelf is Sasja altijd iemand geweest die risico’s durft te nemen, maar ze snapt ook dat niet iedereen die ‘luxe’ heeft. Misschien had ze minder te verliezen. ‘Ik heb geen kinderen, geen hypotheek. Al heb ik natuurlijk wel Sonja.’
De gevangenis aan de rand van Sint-Petersburg was koud, grijs en ze kreeg er slecht te eten. Ze kampte met gezondheidsproblemen in verband met coeliakie, in de volksmond vaak glutenintolerantie genoemd. In het begin mocht ze geen bezoek ontvangen, later mocht ze Sonja af en toe zien.
Verstopte kleurpotloden
Sonja was blij dat Sasja niet naar een afgelegen strafkamp was verplaatst, zoals veel andere politieke gevangenen, ver van familie en vrienden vandaan. Wel golden er bizarre regels. Alleen zwarte potloden waren toegestaan. De kleurpotloden die ze kreeg moest ze verstoppen. Op een zeker moment had ze er wel negentig verstopt, naast een zeep die zó erg stonk dat de bewakers er liever ver vandaan bleven.
Tekenen gaf haar hoop. Ze had er alle tijd voor in de gevangenis. Tijd die ze daarvoor niet had. ‘Ik ging veel gedetailleerder werken’, vertelt ze.
Tegelijkertijd zorgde de gevangenis voor inspiratie, ze maakte er portretten van zichzelf in de cel, van haar bewakers of van haar arrestatie. En hoe gek het ook klinkt, ze ontwikkelde zich als kunstenaar. Steeds vaker knepen de bewakers een oogje toe, ze vonden haar werk zelfs leuk, vroegen of ze iets voor hen wilde maken. ‘Maar ik wilde dat mijn tekeningen terechtkwamen bij de mensen van wie ik houd, dus smokkelde ik ze naar buiten.’
Haar moeder schreef zoveel brieven, dat de aanklager klaagde bij Sasja’s advocaat: ‘Kun je zorgen dat die moeder stopt’
Dat Sasja lesbisch is, zorgde voor weinig problemen. ‘Maar dat is heel anders voor homoseksuele mannen in een Russische gevangenis.’ De bewakers reageerden neutraal en andere vrouwen waren blij voor haar als ze een foto van haar en Sonja liet zien. Soms jaloers. ‘Homoseksualiteit was er wijdverspreid. Er waren veel romances. Soms had je celgenoot seks in het bed naast je. Dat was minder prettig.’ Ze moet lachen: ‘Het was soms net Orange is the New Black.’
Kort na Sasja’s arrestatie was haar moeder naar Frankrijk vertrokken. Sasja’s zus, die al een jaar of tien in Frankrijk woonde, haalde haar naar Parijs. Vanuit daar vroeg haar moeder aandacht voor haar dochters zaak, en voor andere politieke gevangenen. Ook schreef ze boze brieven aan Sasja’s aanklager. Ze schreef zoveel brieven, dat de aanklager erover ging klagen bij Sasja’s advocaat. ‘Kun je zorgen dat die moeder stopt.’
Ze is trots op me, weet Sasja. Haar vader is een ander verhaal, die heeft een nieuw gezin. Ze heeft al meer dan tien jaar niets van hem gehoord, ook niet toen ze vastzat. De laatste keer dat ze hem sprak, zei ze: bel me niet meer als je dronken bent. ‘Daarna heeft hij nooit meer gebeld.’
Van de kinderopvang naar het ziekenhuis
Sasja groeide op in armoede. Haar ouders kwamen uit Sachalin, een eiland in het verre oosten van Rusland, vlak bij Japan. Ze vertrokken naar Leningrad – het huidige Sint-Petersburg – om een prestigieuze kunstopleiding te volgen, maar ze haalden beiden hun examens niet. Toen haar moeder zwanger werd van Sasja’s zus, moesten ze het artiestenbestaan laten varen. Haar vader werd schipper en was vaak weg, haar moeder bleef thuis met de kinderen en kluste bij om genoeg geld te verdienen. Schoonmaakwerk, matroesjka’s schilderen, van alles.
Maar toen Sasja werd geboren kon haar moeder nauwelijks nog werken. Sasja was veel ziek. Ze heeft een ernstige vorm van coeliakie, iets waar destijds in Rusland helemáál geen rekening mee werd gehouden – en jaren later in de gevangenis ook niet. Als ze naar de kinderopvang ging, belandde ze soms in het ziekenhuis. Ze moest altijd oppassen dat ze geen gluten at.
Het gezin woonde in een kommunalka, een gemeenschappelijk appartement dat stamt uit de Sovjet-tijd, waar ze met andere families de keuken, douche en het toilet deelden. Het was er altijd druk, té druk eigenlijk, maar als Sasja eraan terugdenkt was het ook wel gezellig. Ze was niet anders gewend. Met z’n zessen deelden ze twee kamers: Sasja, haar ouders, haar zus en twee neven die in Sint-Petersburg studeerden. ‘In de weekenden sliepen drie andere neven ook bij ons. Zij studeerden aan de Vaganova Ballet Academie. Ze kwamen uit Moskou en woonden in een studentenkamer, maar in de weekenden kwamen ze naar ons toe.’
Haar ouders stimuleerden creativiteit. Ze was altijd aan het tekenen, haar moeder liet haar als peuter kliederen met verf. En, herinnert ze zich, toen ze als 4-jarige om een piano vroeg, kreeg ze die. Tweedehands, maar hij deed het.
Trauma’s uit de Sovjet-tijd
Toch was het geen makkelijke jeugd. Sasja worstelde met een bipolaire stoornis en depressies. Ze deed zelfmoordpogingen en kwam op haar 17e in een psychiatrische instelling terecht. Een nachtmerrie. Slechte omstandigheden, slechte medicijnen en slechte artsen. ‘Zij zijn de eersten die je gek verklaren. Ze lachten de patiënten uit. Die instellingen zijn nog steeds zoals in de Sovjet-tijd.’
Ze ging online op zoek naar informatie over depressies en haar stoornis, vond uiteindelijk een goede psychiater en kreeg de juiste medicijnen. Naar aanleiding van haar ervaringen publiceerde ze een stripboek: Book about Depression (2014). Online ging het boek viral, en ze gebruikte die aandacht om bij te dragen aan de de-stigmatisering van psychische problemen in Rusland.
‘Rusland is een heel depressief land dat niet in het reine wil komen met zijn verleden en met alle psychische problemen’, vertelt ze. ‘Daarom zijn mensen zo agressief én zo passief. De trauma’s zijn van generatie op generatie doorgegeven. We hebben revoluties meegemaakt, Stalins repressie, Brezjnevs repressie, oorlogen, de Goelag, de Perestrojka, enzovoort. Het is het ene trauma na het andere en niemand wil reflecteren, niemand wil eraan werken.’
Zolang Rusland zijn trauma’s niet verwerkt, zal er niets veranderen, vreest ze.
Om aan de universiteit antropologie te kunnen studeren, moest Sasja keihard werken. In de bouw, als oppas, dozen vouwen in een warenhuis, pakketjes bezorgen. Als ze niet aan het werk of studeren was, deed ze wat ze het liefst deed: tekenen, zingen, kunst maken. Op haar 27e ontmoette ze Sonja. Ze waren op slag verliefd.
Sasja haalde haar bachelor en was hard op weg naar een academische carrière. Tot ze zich realiseerde dat dit toch niet het leven was wat ze voor zich zag. Hard werken, nul creativiteit en nauwelijks tijd voor haar kunst. Ze besloot te stoppen met werken. ‘Ik zei tegen iedereen: ik ben nu kunstenaar, liever sterven van de honger dan geen tijd hebben voor mijn kunst. Vanaf dat moment leefde ik in nog grotere armoede dan daarvoor. Vaak had ik geen geld om te eten.’
Misschien durft Sasja risico’s te nemen omdat ze minder te verliezen heeft. ‘Ik heb geen kinderen, geen hypotheek. Al heb ik natuurlijk wel Sonja.’
Sasja en Sonja kijken elkaar even aan, dan moet Sasja lachen. ‘Op een gegeven moment vond ik snoepjes op straat. Sonja zei dat ik het niet moest doen, toch at ik ze op. Er zaten wel papiertjes omheen.’
‘Het is bijna onmogelijk om in Rusland geld te verdienen als onafhankelijk kunstenaar. Alleen kunstenaars die meewerken aan de propaganda van de staat worden gesubsidieerd. Bijvoorbeeld als je schrijft, schildert of gedichten maakt over de Tweede Wereldoorlog en hoe groots Rusland is. Dat wilde ik niet!’
Ze at elke dag bij andere vrienden; gelukkig heeft ze er veel. ‘Als tegenprestatie maakte ik dan een tekening voor ze of muziek. Dat is nou eenmaal hoe een artiest leeft.’ Lachend: ‘Wij kunstenaars zijn vreemde mensen. Iedereen houdt van ons en weet dat we niet echt in staat zijn om normaal werk te doen.’
Hoe anders is dat nu in Duitsland, waar ze veel waardering krijgt voor haar werk, aanspraak kan maken op fondsen, haar werk kan exposeren en verkopen. Ze woont samen met Sonja in een kunstresidentie, Künstlerhaus Schloss Wiepersdorf in Niederer Fläming, een klein dorp in de Oost-Duitse deelstaat Brandenburg. Het is een soort kasteel, met een enorm landgoed eromheen. Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog werd het bezet door de Russen. Inmiddels is het een kunstresidentie en museum. Pussy Riot gaf er vorig jaar nog een optreden. Nu zijn Sasja en Sonja er de enige Russische dissidenten.
Sasja’s werk is inmiddels tentoongesteld van Londen tot Berlijn. Er is weer toekomstperspectief. Sonja is in Rusland succesvol behandeld voor de kanker die geconstateerd werd toen Sasja nog vastzat. En Sasja wordt momenteel in Duitsland behandeld voor PTSS, de post-traumatische stressstoornis die ze aan de gevangenis heeft overgehouden. Ze zijn van plan om te trouwen – iets wat in Rusland onmogelijk was.
Ze missen hun land niet, zeggen ze. Sonja, die in Sint-Petersburg als verpleegkundige werkte, wil zich blijven richten op de strijd voor politieke gevangenen in Rusland. Sasja kan zich nu vol storten op haar kunst. ‘Ik wil niet terug’, zegt Sasja. ‘Ik ben geen politicus die het land wil veranderen. Waarom zou ik zoiets doen?’ Ze heeft genoeg aan haar eigen trauma’s. ‘Ik wil leven!’
Meer tekeningen van Sasja zien? Bekijk haar geïllustreerde gevangenisdagboek.