Utrecht
‘Geboren in Utrecht, opgegroeid in Amersfoort en Bunnik. Een gelukkige, beschermde jeugd, met twee verliefde, sociaal betrokken ouders. De kerk maakte deel uit van ons leven, maar nooit op een drukkende manier. De belangrijkste boodschap die we als kinderen meekregen was: heb uw naaste lief.’
Keulen, Duitsland
‘Mijn oma – van mijn moeders kant – heette Rose. Ik ben naar haar vernoemd, maar daar werd voor de zekerheid ‘Rosita’ van gemaakt. Dat klonk toch minder Joods. En je wist maar nooit. Pas toen ik over mijn oma ging schrijven, drong het tot me door dat al die leuke ooms en tantes, uit alle hoeken van de wereld, vluchtelingen waren geweest. De familieleden die niet waren gevlucht, eindigden in Auschwitz, Sobibor en Minsk.
Mijn oma werd geboren in Keulen en leerde in Heidelberg mijn opa kennen, een Nederlandse predikant met wie ze later trouwde en in Klaaswaal ging wonen. In Duitsland was ze een Jodin geweest, in Nederland werd ze voor moffin uitgemaakt. Ik heb me pas laat gerealiseerd hoe vreselijk het voor haar moet zijn geweest dat iedereen juichend de straat op ging, toen bekend werd dat Keulen was gebombardeerd.
‘Het kosmopolitische, die reislust, zou met mijn Joodse wortels te maken kunnen hebben’
Voor de research van het boek Rose ben ik, onder andere, op het Waddeneiland Wangerooge geweest waar haar familie de zomervakanties doorbracht. Ze logeerden in Villa Rosa, een hotel dat door een oom en tante werd gerund. Het was een onbekommerde tijd, tot er in 1934 met grote letters “Judenhotel” op de muren werd gekalkt.’
Gaza
‘In 2010 bezocht ik voor een NCRV-programma Israël en de Palestijnse gebieden. Eerst reisden we naar mijn achterneef Dan in Tel Aviv. Er stonden delen van het servies uit Villa Rosa bij hem in de kast. Toen ik zei dat we de volgende dag naar Gaza zouden vertrekken, wees hij naar een foto van zijn dochter, in uniform, naast Yitzhak Rabin, genomen op 4 november 1995, de dag waarop de premier door een joodse extremist zou worden doodgeschoten. “Rabin was onze laatste hoop op een vreedzame oplossing”, zei Dan.
We bereikten Gaza via een lange kooi door niemandsland. Op een meisjesschool sprak ik met pubers die nog vol verwachting naar de toekomst keken. De één wilde later hersenchirurg worden, de ander advocaat. Als ik nu naar de beelden van het verwoeste land kijk, denk ik aan die vrolijke meisjes – wat is er van hen geworden? Zouden ze überhaupt nog in leven zijn? – en aan de Palestijnse psychiater die zich bezighield met de trauma’s van zowel Palestijnse als Joodse kinderen. Over de situatie in Gaza zei hij, toen al: “Als je een heel volk op deze manier gevangenhoudt, kan dat alleen maar tot woede leiden.”’
Lampedusa, Italië
‘Nadat ik in 2016 de documentaire Fuocoammare had gezien, besloot ik naar Lampedusa te gaan, onder andere om Pietro Bartolo te ontmoeten, de huisarts die al vijfentwintig jaar vluchtelingen en migranten uit zee haalde.
Ik heb ze zelf zien aankomen, midden in de nacht. Een van de jongens die ik sprak, zei dat er eigenlijk twee boten waren, maar dat er ééntje… waarna hij gebaarde dat het schip gekapseisd was.’
Beiroet, Libanon
‘Twee keer bezocht ik Lampedusa, daarna reisde ik naar Beiroet om de verhalen van vluchtelingen én hulpverleners op te tekenen. Ik verbleef in kampen waar Syriërs met stokken en lappen tenten hadden gemaakt en hun behoefte moesten doen in een gat in de grond.
Het klinkt misschien gek, maar ik vond het een verrijkende ervaring, al was het maar om te zien hoe er, onder die barre omstandigheden, nog zoveel innigheid kon bestaan. En ik denk dat het hun goed deed direct contact te hebben met een westerling, iemand die kon doorgeven waarvoor ze op de vlucht waren geslagen en wat er in de kampen gaande was.
Ja, ik wil de Wordt Vervolgd Nieuwsbrief
Eerst verscheen Wie is mijn naaste?, daarna heb ik samen met de EO de vierdelige documentairereeks Viva l’Umanità! gemaakt, waarbij ik in 2022 het boek Droomland Italië heb geschreven. Ik weet niet of ik een bijdrage heb geleverd aan een betere wereld, maar dat is tot nu wel altijd mijn intentie geweest.’
Rome, Italië
‘Het kosmopolitische, die reislust, zou met mijn Joodse wortels te maken kunnen hebben. Ik voel me goed in de rol van vreemdeling. Ooit dacht ik erover in New York te blijven wonen, daarna heb ik Parijs overwogen, maar toen ik in Rome aankwam, wist ik meteen: hier ben ik thuis.’
Lees ook: Adriaan van Dis: ‘Japanners kunnen van pijn schoonheid maken’Jerevan, Armenië
‘Art en ik zijn geen geliefden meer, maar op zielsniveau nog heel erg met elkaar verbonden. Hij kwam naar een lezing in 2004, we raakten na afloop aan de praat. Art overrompelde me met verhalen over zijn geboorteland, Armenië, en we besloten al snel elkaar vaker te zien. Ik was begonnen aan een studie Russisch, een taal die hij goed sprak en verstond. Teruggaan naar Armenië was onmogelijk omdat hij niet in militaire dienst wilde. We reisden samen naar Moskou waar ik zijn familie heb ontmoet. Zijn moeder nodigde me uit naar Jerevan te komen.
De stad heeft onder de vele bezettingen flink geleden, met name de Russische onderdrukkers hebben hun sporen nagelaten. Niet ver van de hoofdstad vind je fantastische kerken en rotskloosters van waaruit je de prachtigste gezangen hoort opklinken. Maar het opvallendst aan Jerevan vond ik de waanzinnige gastvrijheid van haar bewoners. Elk uur van de dag werd de tafel overladen met heerlijkheden. Dit was ontegenzeggelijk de plek waar Art geboren was.’
Delphi, Griekenland
‘In 2013 wist Art me, met zijn eindeloze enthousiasme, zover te krijgen dat we met de fiets van Amsterdam naar Delphi zouden rijden. Iedereen verklaarde me voor gek. Op de fiets? Jij? Het werd een fantastisch avontuur. Toen we door die schitterende olijfgaarden – die volgens de mythe door Pallas Athene uit de grond waren gestampt – fietsten, begreep ik waarom Delphi de navel van de wereld wordt genoemd. We kwamen aan bij de tempel waar ik boven de ingang het beroemde opschrift zag staan: “Ken uzelve”. Nooit gedacht dat er een fietser in mij schuilde. En dat ik het op deze manier te weten zou komen.’