Kunnen we alsjeblieft stoppen?’ Na drie kwartier beëindigt de Russische Nadja Tolokonnikova (27) abrupt het gesprek. De ex-Pussy Riot-activiste is half februari in Amsterdam ter promotie van haar boek Zo begin je een revolutie‚ waarin ze haar leven beschrijft en tips geeft hoe je in opstand komt tegen autoriteiten. De uitgever heeft in tweeënhalve dag negen interviews gepland‚ waaronder in talkshow Jinek. Wordt Vervolgd is de laatste in de rij.
Al bij binnenkomst in de kleine bibliotheek op de begane grond van het Amsterdamse Ambassade Hotel zegt ze niet meer te willen praten over strafkamp IK-14 in de deelstaat Mordovië waar ze werd mishandeld‚ in hongerstaking ging‚ en waar ze onder barre omstandigheden politie-uniformen moest naaien. ‘Dat staat allemaal in het boek’‚ verzucht ze. ‘Ik heb er niets aan toe te voegen. Kan het niet over iets leuks gaan?’
Een punkoptreden van veertig seconden maakte haar in 2012 wereldberoemd. Met felgekleurde jurkjes en bivakmutsen gaven Tolokonnikova en drie andere Pussy Riot-leden een protestconcert in de Kathedraal van Jezus de Verlosser in Moskou. ‘Moeder van God‚ Maagd‚ jaag Poetin weg’‚ schalden ze voor het altaar. Toen de bewakers de vrouwen aanvielen‚ kon Tolokonnikova zich nog losrukken en snel een dansje maken. Binnen een minuut stonden ze weer op straat.
Een week later‚ toen ze met haar man Pjotr Verzilov cadeaus kocht voor hun dochter die 5 jaar zou worden‚ werd Tolokonnikova gearresteerd. Er volgde een schijnproces‚ waarbij ze twee jaar strafkamp kreeg voor ‘hooliganisme gemotiveerd door religieuze haat’.
‘Bij het schrijven van een punklied moet je vooral niet denken aan een eventuele arrestatie’
Tot Tolokonnikova’s verbazing (‘Normaal bekommert niemand zich over Russische politieke gevangenen’) kregen de Pussy Riot-leden steun uit de hele wereld. Popsterren als Bruce Springsteen‚ Paul McCartney‚ Bono en Sting riepen op tot hun vrijlating. Madonna deed dat tijdens een concert in Moskou.
Maar aan haar gevangenschap wordt Tolokonnikova dus niet graag meer herinnerd. ‘Schilder me alsjeblieft niet af als een held of als een sterk persoon. Dat ben ik helemaal niet. Iedereen kan in zo’n kamp overleven. Er is niets aan.’
Liever praat ze over de acties die ze met haar Amerikaanse vrienden voert tegen president Donald Trump‚ zoals de vrouwenmars waar ze eind januari in New York aan deelnam. ‘De energie die loskomt in de VS is fantastisch. Politiek moet je niet alleen serieus behandelen‚ dat stompt creativiteit af. De activisten brengen met hun ironische slogans het plezier terug op straat.’
En dat werd hoog tijd‚ zegt Tolokonnikova. Jarenlang ergerde ze zich aan de blinde verering van Barack Obama door veel van haar vrienden. ‘Dat hij een cool guy lijkt‚ betekent nog niet dat je achterover kunt leunen’‚ zegt ze. ‘Obama was degene die met drones onschuldige burgers doodde. In de VS zelf zijn de gevangenisomstandigheden soms slechter dan die in Rusland. Trump is zo ugly en terrible dat veel Amerikanen wel in actie moeten komen.’
Is ze Trump wellicht dankbaar dat hij de protestbeweging nieuw elan geeft? ‘Dat gaat me te ver. Trumps beleid raakt talloze kwetsbare mensen. Het cynische is dat veel van die mensen op hem hebben gestemd. Te laat zullen ze ontdekken dat hij de laatste is die voor hen zal opkomen. Zoals de top van de Democratische Partij misschien nog steeds niet beseft dat ze veel beter Bernie Sanders hadden kunnen steu-nen dan Hillary Clinton. Bernie komt werkelijk op voor burgers. Hoe kan het toch dat al die hooggeplaatste mensen‚ met zoveel universitaire titels‚ zo weinig snappen van het dagelijkse leven in de VS?’
Zeep eten
Nadja Tolokonnikova groeide op in Norilsk‚ een grote mijnstad in Siberië. Haar ouders gingen uit elkaar toen ze 5 was. Van haar vader‚ die ze alleen in de zomers zag‚ zegt ze onafhankelijk te hebben leren denken. ‘Toen ik een jaar of 5‚ 6 was vroeg hij me of ik weleens zeep had gegeten. Dat lijkt me niet lekker‚ zei ik. Hoe kon ik dat weten zonder het te hebben geprobeerd‚ vroeg hij uitdagend. Vervolgens aten we samen zeep. Later keken we wat er zou gebeuren als we een pluk van ons haar zouden verbranden. Dat waren leerzame momenten. Ze maakten me tot de activistische kunstenaar die ik ben. De perceptie van wat normaal is‚ kun je veranderen en moet je ter sprake durven brengen.’
Tolokonnikova tracht haar 9-jarige dochtertje Gera diezelfde wijsheid mee te geven. ‘Nee‚ we hebben nog geen zeep gegeten. Maar ik maak in haar bijzijn graag prinsesjes als Assepoester belachelijk. Laatst zei ik haar dat als ze écht met een prins wil trouwen ze te kleine schoenen moest dragen. Prinsen houden namelijk alleen van meisjes met kleine voeten. Dat zette haar aan het denken. Ik heb haar uitgelegd dat ze ook met een prinses mag samenwonen‚ of met twee of drie prinsen tegelijkertijd. Ze mag er van mij ook superconservatieve denkbeelden op na houden. Zolang die haar maar niet zijn opgelegd.’
Tolokonnikova zelf besloot op haar 10de feministe te worden‚ nadat ze van haar moeder een boek van de feministische Russische schrijfster Maria Arbatova had gekregen. In hetzelfde jaar kwam Vladimir Poetin in Rusland aan de macht. ‘Gelijk had ik een hekel aan hem’‚ zegt ze. ‘Ik ben geboren op 7 november‚ de Dag van de Russische Revolutie‚ een nationale feestdag. Op mijn verjaardag hoefde ik nooit naar school. Tot Poetin president werd. Als ex-KGB-agent houdt hij niet van het woord ‘revolutie’. Dus schafte hij de feestdag af. Dat was onze eerste confrontatie.’
Van gedachten veranderd
Inmiddels is ze Poetin ook dankbaar‚ zegt ze provocerend. ‘Door hem kwam ik in het strafkamp‚ waar ik mensen leerde kennen die ik anders nooit had ontmoet. In Moskou‚ maar ook in New York‚ Los Angeles en hier in Amsterdam‚ leven we in een zeepbel. In het strafkamp kwam ik in contact met Poetin-aanhangers‚ en leerde ik beter begrijpen waarom zij hem zien als sterke leider.’ Poetin heeft veel geluk gehad‚ legt ze uit. ‘Na zijn verkiezing tot president stegen de olie- en gasprijzen. Het leek alsof dat door hem kwam‚ maar het lag natuurlijk vooral aan de wereldeconomie.’
Sommige Poetin-aanhangers in het kamp kwamen door Tolokonnikova tot andere inzichten. In haar boek beschrijft ze hoe ze politieke tijdschriften (die ze ondanks de censuur kon bemachtigen) bewust liet rondslingeren op de slaapzaal. Een keer ving ze een gesprek op tussen twee Poetin-gezinde vrouwen‚ die een van haar bladen hadden gelezen. ‘Poetin snapt wel dat zijn steun afneemt en dat repressie het enige is dat hem kan redden’‚ concludeerde de een. De ander: ‘Verdomme‚ als varkens het land overnemen‚ dan zijn we de lul.’ En zo zijn volgens Tolokonnikova veel Russen die eerder op Poetin stemden‚ inmiddels van gedachten veranderd. Ze gelooft dat het tij in het land zal keren.
‘Schilder me asjeblieft niet af als een held. Iedereen kan in zo’n kamp overleven. Er is niets aan’
Het is een optimisme dat niet iedereen deelt. Slechts een heftige economische crisis kan Poetins macht breken‚ denken velen‚ onder wie de Russisch-Amerikaanse journaliste Masja Gessen‚ die in 2014 een boek schreef over Pussy Riot. Tolokonnikova gelooft dat die crisis eraan komt. ‘Poetins buitenlandse avonturen zijn schadelijk voor de Russische economie. Door westerse producten te boycotten‚ zoals kaas‚ benadeelt hij zijn eigen bevolking. En zo maakt Poetin meer fouten. Betekent dat dat er morgen een revolutie komt? Nee‚ natuurlijk niet. Veel Russen zijn moe van de vele omwentelingen in de vorige eeuw. Ze geloven niet meer in de kracht van radicale veranderingen. We moeten geduld hebben.’
Niet dat ze uitkijkt naar een economische crisis‚ zelfs niet als die leidt tot meer burgerprotesten. ‘Ik heb liever dat mensen in opstand komen voor vrijheid dan alleen voor een stuk brood. De protesten van eind 2011 tegen het Poetin-regime waaraan ik met de andere Pussy Riot-leden deelnam‚ waren fantastisch. De Russische middenklasse kwam op voor haar rechten.’
Vergeet niet‚ zegt ze‚ dat Rusland ‘a fucking great country’ is. ‘Amerikanen die in paniek zeggen dat hun land onder Trump afglijdt tot een soort Rusland‚ maken me kwaad. Gebruik Rusland niet als neerbuigend begrip. Zo slecht hebben we het niet. Ik ben er trots op Russin te zijn en houd van mijn land.’
Handtekening
Was Tolokonnikova‚ voorafgaand aan het Pussy Riot-protest‚ niet bang voor de gevolgen? ‘Als je een punklied schrijft‚ moet je daar vooral niet aan denken’‚ zegt ze. ‘In een perfecte wereld zou je immers nooit worden opgepakt voor een songtekst. Dus schakel je je angst uit. Voor je het weet zit je dan opeens toch in een strafkamp en denk je: oeps… Shit happens‚ haha.’ Diezelfde houding had ze tijdens haar rechtszaak. De foto’s van een lachende Tolokonnikova in een kooi tegenover de Russische rechters gingen de wereld over. En tegen beter weten in hield ze een vlammend slotpleidooi. ‘Natuurlijk wist ik dat het vonnis allang vaststond’‚ zegt ze. ‘Maar ik gebruikte de rechtszaal als medium. Ik wilde aantonen hoe ridicuul deze vertoning was. Voor de zaak had ik veel over de Sovjet-dissidenten gelezen‚ zoals Aleksandr Solzjenitsyn. Ook zij hielden zulke slotpleidooien. Dat inspireerde me.’ In haar boek heeft ze delen van haar pleidooi opgenomen.
Tolokonnikova beschrijft ook enkele gevangenbewaarders die respect hadden voor haar acties. Zo vroeg een bewaker in de trein naar Mordovië of Tolokonnikova de tekst van een bepaald Pussy Riot-lied wilde opschrijven‚ met haar handtekening. ‘Het was het protestlied dat we op het Rode Plein hadden gezongen’‚ zegt ze. ‘Het was bizar. Alsof ik zo bijzonder ben dat ik handtekeningen zou uitdelen. Bovendien was ik op weg naar een strafkolonie waar ik zestien uur per dag moest werken. Dan vraag je zoiets toch niet? Hij was zeker niet de enige die me steunde. Veel agenten‚ ook van de oproerpolitie‚ zeiden achter onze acties te staan. Ik heb ze lang niet allemaal genoemd in mijn boek.’
Het ‘punkgebed’ in de Moskouse kathedraal was zeker geen antireligieus protest‚ benadrukt Tolokonnikova
Even verrassend was de steun die Tolokonnikova kreeg van veel Russische geestelijken. Zij tekenden een petitie die de Russisch-orthodoxe kerk opriep clementie te tonen. Maar de kerkleiding negeerde dat.
Het ‘punkgebed’ in de Moskouse kathedraal was zeker geen antireligieus protest‚ benadrukt Tolokonnikova. ‘Hoewel ik zelf niet gelovig ben‚ voel ik veel liefde voor de kleine kerken in Rusland en voor het idee achter religie. De brieven van de apostel Paulus in het Nieuwe Testament over de kracht van je geest bevatten een belangrijke boodschap‚ zeker voor deze tijd. Het geloof kan ons verlossen van onze materialistische‚ destructieve manier van leven.’
En juist daarom haat ze de Russische geestelijken die de kerk misbruiken voor eigen gewin. ‘Patriarch Kirill van Moskou heeft in de jaren negentig een fortuin verdiend aan handel in sigaretten en wodka‚ die hij via de kerk verkocht omdat hij dan geen belasting hoefde te betalen. Intussen predikt “zijne heiligheid” dat burgers zich niet tegen de overheid moeten keren en dat God niet luistert naar demonstranten. Zelf voert de kerkleider schaamteloos campagne voor Poetin die hem verrijkt‚ en verhuurt hij de kathedraal aan steenrijke zakenmensen die er chique conferenties en feestjes houden.’ Grappend: ‘Misschien was ik niet veroordeeld als Pussy Riot er een ruimte had gehuurd.’
En dan heeft Tolokonnikova genoeg van het gesprek. Ze zegt het ‘snikheet’ te hebben en niet graag over zichzelf te praten. Op de vraag of ze haar boek wil signeren‚ pakt ze het exemplaar op tafel. Op de titelpagina zet ze een uitroepteken tussen twee haakjes. En verlaat de kamer.
Zo begin je een revolutie‚ Uitgeverij Atlas Contact‚ 240 pagina’s‚ € 18‚99.
Biografie
UitklappenNAAM
Nadja Tolokonnikova
GEBOREN
7 november 1989 in Norilsk‚ een mijnstad in Siberië.
Op haar 16de ging ze filosofie studeren in Moskou. Een jaar later sloot ze zich aan bij kunstenaarscollectief Vojna (‘oorlog’).
In 2011 richtte met vriendinnen Pussy Riot op‚ een punkgroep die zich verzette tegen Poetin.
Na een protestconcert in een Moskouse kathedraal werd ze in 2012 veroordeeld tot twee jaar strafkamp. Vlak voor de Olympische Winterspelen van Sotsji kwam ze eind 2013 vervroegd vrij.
Ze schreef Zo begin je een revolutie‚ een boek over haar leven en met tips hoe je in opstand komt tegen autoriteiten.
Met haar echtgenoot heeft ze een dochter Gera (2008).