Poetin: De Grijze Kardinaal

In 2002 bracht een Russisch staatshoofd voor het eerst sinds Peter de Grote een bezoek aan Nederland. Vanwege zijn law & order-aanpak dweepten de Russen met Vladimir Poetin. Wie is deze oud spion? Een portret uit zijn begindagen.

Poetin spreekt op de televisie een nieuwjaarsboodschap uit voor zijn volk in 2005.
© REUTERS/Alexander Zemlianichenko/Pool

Volgens Joeri Levada, Ruslands eigen Maurice de Hondt, is Vladimir Poetin ongekend populair in eigen land. Afgelopen augustus liet een opiniepeiling van Levada’s onderzoeksbureau zien dat driekwart van de Russische bevolking vertrouwen heeft in de president.

Maar in wie stellen ze dat vertrouwen? Tijdens zijn verkiezingscampagne begin 2000 wilde Jeltsins kroonprins aan de kiezers niets over zichzelf kwijt: ‘Kies mij nu, dan vertel ik u later wel wie ik ben’, zei Poetin. Hij weigerde een programma te publiceren of te debatteren, en zei tegen Time Magazine dat adverteren hem onwaardig was: ‘Goed voor Tampax en Snickers, niet voor hooggeplaatste staatslieden.’

Insiders weigerden een boekje open te doen – volgens het gerucht omdat hen dan de wraak zou treffen van leden van de voormalige geheime dienst KGB, Poetins vroegere werkkring. Wel benaderden hordes voormalige vrienden, klasgenoten, buren en leraren uit eigen beweging de pers met nostalgische verhalen. De correspondent van CNN in Moskou werd daar zo moe van dat ze een briefje op haar deur hing: ‘NO MORE PUTIN MEMOIRS!’.

De enige politieke uitspraken die Poetin deed waren de beloftes dat hij zich zou distantiëren van de clan-Jeltsin en dat hij hard zou optreden tegen corruptie – twee thema’s die bij het Russische volk op grote instemming konden rekenen. Maar de belangrijkste springplank voor Poetin was de oorlog in Tsjetsjenië. Door het harde optreden daar groeide zijn populariteit in enkele maanden tijd van 1 procent (de dag na zijn aanstelling als premier in augustus 1999) tot de ruim vijftig procent waarmee Poetin in maart 2000 de eerste ronde van de presidentsverkiezingen won.

‘Hij heeft zich geafficheerd als een jonge, heel gewone KGB-man – wat voor de meeste Russen betekent dat hij niet corrupt kán zijn – die Tsjetsjenen haat en van het Russische volk houdt. Het was een primitieve maar effectieve PR-campagne’, aldus een Moskouse journaliste. Volgens een andere waarnemer lag het nog eenvoudiger: ‘Na Jeltsin vroeg het land om een soberder leider, en die hebben we gekregen. Na de flamboyante Siberische beer, de totaal onvoorspelbare Jeltsin die veel dronk, die tijdens een staatsbezoek aan Duitsland een orkest ging dirigeren om vervolgens in het ziekenhuis te belanden, hebben we nu een strenge leider die nooit lacht.’

Poetka

De nieuwe ster aan het Kremlin-firmament kwam uit de schaduw van de macht. Als tiener vond Poetin (geboren op 7 oktober 1952, dus net vijftig geworden) zijn roeping in het duister van een bioscoop in Leningrad. ‘Poetka’, zoals zijn vrienden hem noemden, keek ademloos naar de Russische film Het zwaard en het schild, over een heroïsche sovjetdubbelspion in nazi-Duitsland. Hij las alle spionnenromans die hij te pakken kon krijgen, en meldde zich op zijn achttiende vrijwillig bij de KGB. Hij werd afgewezen – met het advies eerst maar eens te gaan studeren.

Met kenmerkende onverstoorbaarheid (zijn vriend, de cellist Sergej Raldoegin, noemde hem ‘een man met veel emoties, maar totaal niet in staat die uit te drukken’) studeerde hij met middelmatige resultaten af aan de rechtenfaculteit van de universiteit van Leningrad. In 1975 rekruteerde de KGB hem alsnog.

Na negen jaar relatief onbeduidend spionnenwerk in Leningrad zond de geheime dienst Poetin naar Dresden. Geen topbaan voor een KGB-er in de DDR – ten slotte zat de fine fleur van de contraspionage in Berlijn. Aan de Angelikastrasse in Dresden hield Vladimir Poetin zich bezig met economische spionage, en observeerde en rekruteerde daartoe journalisten, wetenschappers en zakenlieden met contacten in het Westen.

James-Bonddroom

De val van de Berlijnse Muur maakte in één klap een einde aan de James-Bonddroom van Poetin. Terug in Leningrad, dat inmiddels weer Sint-Petersburg heette, kon hij aan de universiteit buitenlandse studenten gaan schaduwen. Zijn carrière leek vastgelopen, tot hij zijn

oude economieprofessor Anatoli Sobtsjak – inmiddels de eerste gekozen burgemeester van Sint-Petersburg – tegen het lijf liep. De hervormingsgezinde Sobtsjak kon wel een stressbestendige, westers georiënteerde assistent gebruiken. Poetin nam ontslag bij de KGB en gooide met groot succes zijn perfecte Duits en connecties in Dresden en Berlijn in de strijd om westerse investeerders als Coca Cola en de Dresdner Bank naar Sint-Petersburg te lokken. Zijn schrale, formele karakter en zijn vermogen effectief achter de schermen te werken leverden hem de bijnamen ‘de Grijze Kardinaal’ en ‘Mystery Man’ op.

De nieuwe betrekkingen met het Westen maakten Sint-Petersburg al gauw een van Ruslands meest corrupte steden. Overheidsfunctionarissen graaiden in humanitaire-hulppotjes terwijl de winkels leeg bleven en dagelijkse levensbenodigdheden onbetaalbaar werden. Huurmoorden waren aan de orde van de dag, met als tragisch dieptepunt in november 1998 de moord op de democratische politica en corruptiebestrijder Galina Starovojtova. Poetins naam viel in verband met geknoei met buitenlandse handelscontracten, maar hij bleef buiten schot omdat de aanklager het onderzoek wegens gebrek aan bewijs afsloot.

Nadat de in diskrediet geraakte burgemeester Sobtsjak in 1996 de verkiezingen verloor en de wijk naar Frankrijk nam om uit handen van justitie te blijven, wisselde Poetin van mentor. Onder de vleugels van mede-Petersburger vice-premier Anatoli Tsjoebajs – de vader van de privatisering en daardoor een van de meest gehate politici van Rusland – begon hij aan zijn Kremlincarrière in Moskou.

Kompromat

Als assistent van Pavel Borodin, vastgoedmanager van Jeltsin, voerde hij internationale megatransacties uit en had hij de supervisie over staatseigendommen in het buitenland. Later werd hij belast met de coördinatie van de relaties tussen het Kremlin en de 89 regio’s van Rusland – een functie die hem unieke invloed gaf over de vaak corrupte federale en regionale leiders. Zijn KGB-methodes kwamen goed van pas: hij legde dossiers aan met kompromat (belastende gegevens) om de gouverneurs te dwingen Jeltsins beleid uit te voeren. Later steunden veel van deze gouverneurs hem bij de presidentsverkiezingen van 2000.

In 1998 promoveerde Poetin tot hoofd van de FSB, opvolger van de KGB. President Jeltsin was naar verluidt onder de indruk van de kille efficiëntie van de jonge jurist en vertrouwde hem de gevoeligste missies toe. Begin 1999 benoemde hij Poetin tot hoofd van de Russische Veiligheidsraad.

Toen procureur-generaal Joeri Skoeratov een onderzoek instelde naar de Mabetex-affaire (het Kremlin zou steekpenningen hebben aangenomen van de Zwitserse firma Mabetex in ruilvoor bouwcontracten), deed Poetin alles om het onderzoek te ondermijnen. Hij weigerde documenten over te dragen, beschuldigde Skoeratov van machtsmisbruik en liet de FSB een videoband naar de media lekken waarop een vaag op de procureur lijkende man in een sauna met twee prostituees in de weer is. Exit Skoeratov.

Loyaliteit

De beloning voor al deze loyaliteit kwam in augustus 1999: Jeltsin bombardeerde Poetin tot premier, en een half jaar later tot interim-president. Plotseling was de man die acht jaar eerder nog buitenlandse studenten schaduwde een wereldleider geworden. Hij bleef echter een grote onbekende. Sommige Kremlin-watchers menen dat Poetin het alleen zover heeft kunnen schoppen door Jeltsins corrupte clan immuniteit van strafvervolging aan te bieden.

De bevolking stond vooral onverschillig tegenover Poetins benoeming. Jeltsin had binnen een jaar vier premiers versleten, en de Russen hadden wel wat anders aan hun hoofd dan de grillen van het Kremlin. Maar naar mate het aanvankelijk timide optreden van de kroonprins zich ontwikkelde tot een ijzige zelfverzekerdheid en een agressieve toon, sloeg die desinteresse om in razendsnel groeiende populariteit. In groot contrast met het wankele optreden van de alcoholische en zwakke Jeltsin liet de kleine, pezige man met de priemende blauwe ogen weten het onafhankelijkheidsstreven in Tsjetsjenië de kop in te zullen drukken. Grove oneliners werden daarbij niet geschuwd: ‘We zullen hen [de Tsjetsjeense rebellen] achtervolgen tot op de plee.’

Poetin wilde maar één dictatuur, verkondigde hij: de dictatuur van de wet. En ook de Russische publieke opinie wil die ijzeren vuist. Mensenrechtenactivist Sergej Kovaljov schreef in The New York Review of Books dat Russen niet zo happig op westerse democratie zijn: ‘De overheersende houding is “Wij willen het communisme niet terug, maar we hebben genoeg van jullie democratie, jullie vrijheid, jullie mensenrechten. Wij willen orde”.’

Redder van Rusland

De man in de straat ziet in Poetin de redder die Rusland uit de misère zal halen en als machtig land op de wereldkaart zetten. Dat laatste heeft hij zeker gedaan. Na Jeltsins dronkemansgebral heeft Poetin Rusland weer een waardig internationaal aanzien gegeven. Rusland sloot zich aan bij de economische grootmachten; de G7 werd de G8. De instabiliteit van de jaren negentig en de vrees voor een uiteenvallen van de staat zijn voorbij. De economie groeit, Rusland is ‘bijzonder lid’ van de NAVO en sinds kort erkennen de EU en de VS het land eindelijk als markteconomie – wat de weg vrijmaakt voor toetreding tot de wereldhandelsorganisatie WTO.

Meer dan wat ook heeft 11 september 2001 de VS en Rusland samen gebracht: de Russische en de Amerikaanse president zijn brothers in arms tegen het internationale terrorisme. Ook vanuit de EU verstomde de kritiek op Poetins beleid in Tsjetsjenië. Na 11 september pleitte de Duitse bondskanselier Gerhard Schröder voor een ‘nieuwe evaluatie’ van de oorlog.

De technocraat Poetin heeft veel Russen hun zelfvertrouwen teruggegeven. Ze kunnen weer trots zijn op hun land. Poetin is vooral een zakelijk leider, de ‘manager der managers’, zoals een columnist van The Moscow Times schreef. Poetin treedt hard op tegen corruptie en heeft de willekeur van de macht in de provincie aan banden gelegd. Wie op zijn woorden afgaat wordt ook op andere terreinen gemakkelijk gerustgesteld: de president prijst de democratie en beloofde geen mediacensuur in te stellen. Maar belangrijker is het te bezien wat hij doet dan te luisteren naar wat hij zegt. Dan blijkt hoezeer democratie à la Poetin vooral een dun laagje vernis is. Vanaf zijn eerste dag als interim-president is Poetin begonnen aan de wederopbouw van het Kremlin als citadel van de macht. Zijn beleid is gericht op versterking van de staat en controle – dissidente geluiden horen daar niet in thuis.

Hij legde direct het internet aan banden. Van een middel voor zelfexpressie werd het een spionage-instrument: politie- en veiligheidsdiensten kregen het recht naar willekeur in de privé e-mailcorrespondentie van twee miljoen Russische internetgebruikers te neuzen. Alle providers moesten apparatuur installeren die henzelf en alle gebruikers direct met het hoofdkwartier van de FSB verbond. Kort daarop doorzocht de politie de kantoren van milieuorganisaties, en schafte het Kremlin onder het mom van ‘bureaucratische stroomlijning’ twee staatsmilieu-instellingen af. Ondanks alle internationale protesten belandde Grigori Pasko, journalist, klokkenluider en gewetensgevangene van Amnesty, voor vier jaar in een strafkamp omdat hij het dumpen van nucleair afval door de Russische marine aan de kaak had gesteld.

Censuur

Poetin, mede door de Tsjetsjeense oorlog aan de macht gekomen, nam maatregelen om onafhankelijk onderzoek naar de gevolgen van die oorlog te voorkomen. Per decreet verordonneerde hij censuur op informatie over Tsjetsjenië. De enkele journalist die toch in Tsjetsjenië bleef werken liep grote risico’s. In februari 2002 zag Anna Politkovskaja, verslaggever van de Novaja Gazeta, zich gedwongen Tsjetsjenië via illegale wegen te verlaten nadat FSB-officieren haar met de dood bedreigden. Ze werkte aan een artikel over de moord op burgers door de militaire inlichtingendienst.

Poetin verving de liberale mediawet door een nieuwe ‘informatie veiligheidsdoctrine’, volgens welke media meer verantwoording moeten afleggen aan de staat. De redacties van diverse kranten en omroepen zijn de laatste jaren op non-actief gesteld. Het populaire

satirische programma Koekli (het Russische Spitting Image) waarin Poetin figureerde als narrige en nukkige koning, verdween van de tv na een reeks officiële waarschuwingen. Het onafhankelijke NTV dat Koekli uitzond, eigendom van Poetins aartsvijand Vladimir Goesinski, sneuvelde korte tijd later, evenals concurrent TV6.

Glasnost verdwijnt

Ook mensenrechtenorganisaties voelden de glasnost verdwijnen. Hoewel de bekendste en belangrijkste mensenrechtenorganisaties zoals Memorial en Moskou Helsinki Groep hun werk relatief ongestoord kunnen blijven doen, wordt kritiek op de overheid niet overal getolereerd. In de Novaja Gazeta van 30 mei 2002 concludeerde Anna Politkovskaja: ‘We vliegen het zwarte gat in waar we al eerder waren, één waarin we dissidenten veroordeelden alleen omdat ze anders dachten dan de meerderheid. De vervolging van mensenrechtenactivisten is weer gewoon geworden.’

Venijniger was de columnist Boris Kagarlitski in The Moscow Times: ‘Poetin is de man zonder gezicht. Hij staat boven het gekrakeel. Het is zinloos Poetin met andere politici te vergelijken in de afwezigheid van politieke concurrentie. Wat je ook van Poetin als president vindt, he’s the only show in town. Zelfs als hij helemaal niets doet.’

Poetin heeft een federale ombudsman voor mensenrechten aangesteld, maar tegelijkertijd al zeker vijf onafhankelijke journalisten en wetenschappers als ‘spionnen’ laten opsluiten. Hij maakte vorige maand het Moskou-bureau van het internationale station Radio Liberty het werken onmogelijk. Onder zijn bewind is het aantal moordaanslagen op zakenlieden en politici sterk afgenomen, maar de oorlog in Tsjetsjenië gaat door met ongekende verschrikkingen. Terwijl de economische omstandigheden onmiskenbaar verbeteren, is bespieding van burgers vast pandoer. Poetin heeft de moed onpopulaire maatregelen te verdedigen getuige zijn onvoorwaardelijke afkeuring van de doodstraf en van discriminatie, maar vaart volop mee in de populistische demonisering van de Tsjetsjeense ‘bandieten’ en ‘terroristen’.

Onaantastbaar

Wat gaat Poetin betekenen voor de nabije toekomst? Zijn positie lijkt onaantastbaar, zijn herverkiezing in 2004 staat wel vast. Maar de democratische keerzijde van dit succes is duister. Deskundigen uit Rusland en het buitenland hebben daar veelvuldig op gewezen. Andrej Piontkovski, directeur van het Strategic Studies Center in Moskou: ‘Dit is een man die totale minachting tentoonspreidt voor het menselijk leven. Hij is cynisch en hypocriet, en bereid oorlog en het leven van duizenden Russische soldaten en onschuldige burgers in te zetten als PR-instrument voor zijn verkiezingscampagne.’

En Michael McFaul, analist van de Carnegie Foundation: ‘Poetin is te sophisticated, te modern, te westers georiënteerd en te jong om een sovjetdictator van het oude stempel te zijn. Maar het is onvoorspelbaar wat hij met de democratie zal doen als die hem voor zijn andere politieke doeleinden even niet goed uitkomt.’