Schrijver en academicus Panashe Chigumadzi (29) werd geboren in Zimbabwe en groeide op in Zuid-Afrika. Ze maakt onderdeel uit van de zogeheten born free generatie. Jonge, zwarte Zuid-Afrikanen die vrij zouden zijn na de apartheid en de vrije verkiezingen van 1994. Maar volgens de schrijver is niets minder waar. Van de beloofde regenboognatie is weinig terechtgekomen en de ongelijkheid is onverminderd groot.
Chigumadzi publiceert regelmatig in The Guardian, The New York Times, The Washington Post, Die Zeit en Transitio over postkoloniale Afrikaanse politiek. Ze is de oprichter en redacteur van het tijdschrift Vanguard, een platform voor jonge zwarte vrouwen. Maar ze maakte pas echt furore met haar boek These bones will rise again dat in 2019 uitkwam, over de Zimbabwaanse coup die despoot Robert Mugabe na 37 jaar van zijn troon stootte.
Het is haar missie om de zwarte Afrikaanse identiteit (en van die in de diaspora) te onderzoeken en herdefiniëren. In haar veelbekeken Ted Talk Johannesburg ‘A new self-identity for Africans’ benadrukt ze het belang van een nieuw bewustzijn voor Afrika en Afrikanen.
Maar Afrika is volgens deskundigen, economen en investeerders vooral in de running om ‘het nieuwe Azië’ te worden. Het continent huisvest zes van de tien sterkst groeiende economieën ter wereld: Ethiopië, Ivoorkust, Ghana, Tanzania, Benin en Rwanda. En is volgens de Wereldbank ‘de toekomst’ vanwege de groeiende jonge bevolking die de arbeidsmarkt betreedt. Chigumadzi zet haar vraagtekens bij het enthousiasme over de economie. ‘De Afrikaanse markten zijn altijd al een winstmodel geweest voor het Westen en dat is nog steeds niet veranderd.’
Is een groeiende economie niet belangrijk voor een continent waar velen het met maar een paar dollar per dag moeten doen?
‘Dat is misschien wel zo. Maar niet iedereen profiteert van de groei. De afgelopen jaren draait alles om ‘Africa Rising’. Maar we moeten waken voor een nieuwe vorm van imperialisme, waarbij er alleen naar Afrika wordt gekeken als een continent waar iets te halen valt. Er is nog steeds weinig sociaal beleid van organisaties zoals de Wereldbank die veel zaken in en met Afrika doen. In Zuid-Afrika hebben we bijvoorbeeld een hoge economische groei, vooral nu onder leiding van president Ramaphosa, die een zeer neo-liberaal economisch beleid heeft. Maar er is ook een hoge mate van economische ongelijkheid.’
Ik spreek de schrijver via Zoom terwijl ze in Boston druk is met haar promotieonderzoek bij de afdelingen voor Afrikaanse en Afro-Amerikaanse studies en geschiedenis van Harvard University. Haar hoofd is sierlijk gewikkeld in een zwarte doek en blijft zo nu en dan bevroren op het scherm staan door de slechte verbinding. Chigumadzi is een begenadigde en charmante spreker, wier antwoorden bijna mini-colleges zijn.
Het westerse model van vooruitgang is niet iets wat ik zou willen voor Afrika
We praten verder over de zogenoemde Afrikaanse ‘Renaissance’ of ‘Rising’, de termen die vaak gebruikt worden om de vooruitgang van het continent te duiden. The Economist en TIME Magazine pakten in 2011 en 2012 groot uit met ‘Africa Rising’ op de cover. Een principe dat sindsdien een groot onderdeel van het publieke gesprek over Afrika is geworden.
Ook op cultureel gebied zou Afrika in opkomst zijn. Denk aan populaire artiesten als de Nigeriaanse Burna Boy die dit jaar voor een Grammy genomineerd werd en de Beninse Angelique Kidjo die hem daadwerkelijk won en opdroeg aan Afrikaanse artiesten, onder wie Burna Boy: ‘The new generation of artists coming from Africa who are taking the world by storm.’
Het idee van een ‘Renaissance’ of ‘Rising’ leek me wel aanlokkelijk, ondanks het feit dat het de problemen van Afrika natuurlijk niet oplost. Maar ik krijg het idee dat het eigenlijk helemaal niet aan de gang is?
‘Ik zou het anders willen stellen. We gebruiken de Europese Renaissance als een soort raamwerk om te beoordelen hoe we het als samenleving moeten doen. Maar de vooruitgang van de westerse beschaving is gestoeld op geweld, moord, plundering en genocide. Van de zogenaamde Nieuwe Wereld, het Afrikaanse continent en vele andere rijken. Dus voor mij is het westers model van vooruitgang niet iets wat ik zou willen voor Afrika.’
Waar moeten we ons op richten voor de vooruitgang van Afrika?
‘Weet je, Miles Davis zou zeggen: “Als je de verkeerde noot speelt, is de volgende noot de juiste”. Ik heb niet hét antwoord, maar ik denk wel dat we ons minder op de economie en meer op de mens moeten richten. Ik moet denken aan een belangrijke Afrikaanse ethiek over mens-zijn, Ubuntu. Het idee dat een persoon een persoon is vanwege het bestaan van anderen. Het is een filosofie die echt gaat over wat we wederzijdse humanisering noemen. Dus, altijd nadenken over: hoe kunnen we als individuen, collectieven en instellingen elkaars menselijkheid blijven bevestigen.’
Chigumadzi heeft een voorliefde voor het panafrikanisme, de politieke stroming die stelt dat het opbouwen van Afrika door Afrikaanse volkeren op het continent en in de diaspora moet gebeuren. Het idee is dat mensen solidair zijn met elkaar. ‘In het Westen is het altijd “ik moet het zien, om het te geloven”. Terwijl Afrikanen zeggen dat iemand meer is dan wat je kunt zien’, vertelt ze over het principe van Ubuntu dat volgens de schrijver onmisbaar is in een goed functionerende samenleving.
‘Als wij zeggen dat we je zien, betekent het dat we naar je kijken met iedereen die we bij ons dragen. Dat zijn bijvoorbeeld mijn voorouders. Ik ben eigenlijk nooit alleen, maar beweeg vanuit een plek van pluriformiteit en als ik zeg dat ik je zie, erken ik ook jou in je pluriformiteit.’ Ik vraag hoe zij haar ideeën concreet voor zich ziet, en ze veert even op.
‘Dat is zeker een uitdaging voor mij. En misschien herken jij dat ook wel met jouw schrijfwerk. Wat we doen is soms zo verwijderd van het alledaags bestaan van anderen. In wezen gaat vooruitgang niet om verlossers of degenen die de meeste kennis hebben. Je kan er ook niet van uitgaan dat mensen niet zelf het werk doen om elkaar vooruit te helpen. Het is je taak om te versterken wat mensen zelf al binnen organisaties doen in Afrika als je relatief geprivilegieerd bent in het Westen of de diaspora.’
Ik schrijf inderdaad vaak over Afrika, het continent van mijn voorvaderen. Mijn familie komt uit Liberia, in West-Afrika, de eerste onafhankelijke zwarte Afrikaanse republiek. Het land werd in 1847 gesticht door vrijgelaten tot slaaf gemaakte Afro-Amerikanen die terug wilden naar het beloofde land, om een nieuwe staat voor zwarte Amerikanen te stichten. Ik was 4 toen ik van Liberia naar Nederland kwam en mijn fascinatie voor mijn thuisland en het continent groeide, terwijl ik hier in een dorpse stad ver weg van de zinderende hitte en donkerrode aarde opgroeide.’
Toch moet ik denken aan de Afro-Amerikanen (daarna Americo-Liberianen genoemd) die het land ‘stichtten’ en de inheemse bevolking, waar mijn familie ook toe behoort, onderwierpen zoals zij in de Verenigde Staten onderworpen werden.
Hoe zie je de eenheid van de zwarte Afrikaanse gemeenschap als we niet allemaal hetzelfde zijn?
‘De manier waarop de vooruitgang en het panafrikanisme van Afrika begon, ging inderdaad gepaard met veel geweld tegen inheemse mensen. De veronderstelling “omdat we zwart zijn, zijn we Afrikaans”, is niet altijd van toepassing en werkt ook niet altijd even goed. We zijn zeker niet allemaal hetzelfde. Maar ik beschouw zwart en Afrikaans zijn dan ook als een melkwegstelsel. We zijn verschillend in wie we zijn en hoe we in de wereld staan, maar wel met een gemeenschappelijk uitgangspunt. En daar ben ik vooral in geïnteresseerd.’
Chigumadzi vertelt over haar bezoek aan Nederland van vorig jaar. Ze was toen verbaasd over het gebrek aan zichtbaarheid van de Nederlandse koloniale geschiedenis, terwijl zij ermee opgegroeid is als Zuid-Afrikaanse. ‘Het was bizar’, zegt ze. ‘Als je VOC-gebouwen bezoekt, zie je gewoon heel mooie gebouwen. Maar er ligt veel meer achter verscholen.’
‘Wat vaak opmerkelijk is aan landen als Nederland en het Verenigd Koninkrijk is dat een groot deel van het koloniale verleden niet in het land zelf plaatsvond. Er wordt gedaan alsof het een soort periferie van de geschiedenis was. Ik zag pas meer informatie over de geschiedenis toen ik The Black Archives in Amsterdam bezocht. Door het gebrek aan informatie wordt het ook moeilijk om een kritisch gesprek te voeren.’
Het is je taak om te versterken wat mensen zelf al binnen organisaties doen in Afrika als je relatief geprivilegieerd bent in het Westen of de diaspora
In haar spraakmakende boek These bones will rise again duikt Chigumadzi in de politieke achtergrond van Zimbabwe, om de eigen geschiedenis te onderzoeken. Zij gebruikt daarvoor ook persoonlijke verhalen zoals die van haar grootmoeder en voorouders om het presidentschap van Mugabe te bekritiseren. Het raakt een snaar bij mij omdat het me doet denken aan mijn eigen boek over Liberiaanse warlord en dictator Charles Taylor die ik ook door de bril van geschiedenis en familie bekijk.
Wat is de taak van Afrikaanse leiders bij het vooruit helpen van Afrika?
‘Het falen van Afrikaanse overheden is niet alleen vanwege despoten. Ze komen vaak ook door buitenlandse mogendheden en veiligheidsdiensten, zoals de CIA. Die mislukkingen hebben veel te maken met neokolonialisme en de tussenkomst van westerse machten.’
Ik wil ze niet te veel romantiseren, maar ik moet wel denken aan leiders als Patrice Lumumba, die heel erg dekoloniaal waren en op het eigen land gericht [verzetsstrijder en voormalig president van Congo die zijn land en Afrika onafhankelijk wilde maken, red.]. Maar, ook in landen als Zimbabwe hadden we tot op zekere hoogte een socialistische staat.’
Veel is de schuld van het Westen, maar er is toch ook kritiek op Afrika?
‘Zeker, maar die kritiek kan ook tegen ons gebruikt worden om onze positie verder te ondermijnen. Dus voor mij is het belangrijk om naar de geschiedenis te kijken als ik kritiek op Afrikaanse leiders lever. En daardoor kan ik kritiek op Mugabe hebben en hem verantwoordelijk houden voor zijn falen. Kritiek die fundamenteel voor zwarte mensen is en niet uit racistische ideeën voortkomt. In tegenstelling tot kritiek op hem vanuit het perspectief en vanuit de agenda van sommige westerse critici, die vaker doen alsof het falen komt doordat zwarte mensen niet kunnen regeren.’
Hoe zie je de rol van het Westen, zoals ngo’s die veel in Afrikaanse landen zitten?
‘Er is al langer kritiek op ontwikkelingshulp als een nieuwe vorm van kolonisatie. Er zijn veel westerse overheidsorganisaties die zich niet hoeven te verantwoorden aan de mensen of de staten waarin zij opereren, maar aan donateurs van buitenaf. Vaak vindt er ook ondermijning van de staten waarin ze opereren plaats ten koste van de bevolking. Rijke filantropen die aan niemand verantwoording afleggen. Maar ik maak verder wel onderscheid tussen degenen die vanuit de samenleving en grassroots organiseren vanuit de gemeenschappen. De primaire rol van het Westen zou moeten zijn om het gesprek over het verleden aan te gaan en herstelbetalingen te doen daarvoor.’
Het is niet de economie, maar wat komt er wel in je op als ik ‘Afrika is de toekomst’ zeg?
Chigumadzi glundert even. ‘Toen ik onderzoek deed voor mijn boek over Zimbabwe leerde ik dat de vorige generatie begreep dat we een intergenerationele strijd moeten voeren. De guerrillastrijders werkten samen met geestenmediums. Dat is de ultieme dekolonisatie van tijd, zou je kunnen zeggen. Omdat je met voorouderlijke geesten uit het verleden in het heden werkt. Het zijn symbolische ceremonies, waarbij je hen oproept voor advies. Vaak wordt er gezegd dat we naar de toekomst moeten blijven kijken als het op Afrika aankomt. Maar Afrika is niet alleen de toekomst voor mij. Ze is het verleden, het heden én de toekomst.