‘Pak Syriëgangers hun paspoort af’
Wat te doen met Nederlanders die zich in het buitenland hebben aangesloten bijeen terreurorganisatie? Sinds 2017 kan de Nederlandse staat hun paspoort innemen– zonder tussenkomst van een rechter. CDA-Kamerlid Madeleine van Toorenburg zegt dat dit nodig is voor ‘onze nationale veiligheid’, maar volgens Amnesty’s Doutje Lettinga voldoet de maatregel niet aan ‘mensenrechtelijke standaarden’.
Voor
Madeleine van Toorenburg, CDA-Tweede Kamerlid:
Logische uitbreiding van oude rechtspraak
‘Het ligt voor de hand dat we de paspoorten innemen van Nederlanders die zich in het buitenland hebben aangesloten bij een terreurorganisatie. Het was altijd al zo dat mensen hun paspoort konden kwijtraken als ze bij een oorlog in vreemde krijgsdienst traden. En een terroristische strijdgroep is de facto ook vreemde krijgsdienst.’
Pakket maatregelen
‘Natuurlijk kunnen we met deze maatregel het gevaar van terugkerende uitreizigers niet helemaal wegnemen. Het is een onderdeel van een pakket aan maatregelen die de nationale veiligheid waarborgen, beginnend bij het investeren in preventie, daarna handhaven en dan repressie. En dan nog weten we dat het gevaar er altijd zal zijn.’
Toch mogelijkheid tot vervolgen
‘Dat je zonder Nederlands paspoort niet meer vervolgd kunt worden, is niet juist. Als CDA pleiten we juist voor de internationale berechting van bijvoorbeeld genocide. De straffen van een internationale rechtbank zijn vergelijkbaar met die van Nederlandse rechters.’
Er zijn wel waarborgen
‘Het strippen van de nationaliteit is misschien lastig aan te vechten voor verdachten. Maar door elders als terrorist te gaan strijden, heb je zelf bewust afstand gedaan van de in Nederland geldende rechten en plichten. En dan nog biedt ons systeem rechtsbescherming, zoals het automatisch instellen van beroep door de staat en het vrijstellen van griffierechten. Dat deze waarborgen niet op een presenteerblaadje worden aangereikt, valt volgens mij te billijken.’
Niemand wordt stateloos
Alleen bij verdachten met een dubbele nationaliteit kunnen we hun Nederlanderschap ontnemen. Volgens het internationaal recht mogen we niemand stateloos maken. Al zijn rechtsgeleerden het hier niet over eens. Het gaat beslist niet alleen om Marokkaanse en Turkse Nederlanders wier paspoort wordt ingetrokken. Er zijn veel meer verdachten met dubbele nationaliteiten waar ze al dan niet vanaf kunnen.’
Tegen
Doutje Lettinga, Senior beleidsmedewerker Veiligheid & Mensenrechten bij Amnesty:
De maatregel is niet effectief
‘Als verdachten geen Nederlands paspoort meer hebben, kunnen ze hier nooit meer worden berecht. De staat verliest dan de rechtsmacht en gooit daarmee zijn verantwoordelijkheden over de grens. Ze zeggen tegen Syrië, of waar deze mensen ook mogen zitten: zoek het maar uit. Omdat het rechtssysteem daar nog niet op orde is, zullen deze verdachten waarschijnlijk nooit worden berecht. En wie kwaad wil, kan nog steeds illegaal de grens oversteken.’
Een verdachte wordt niet ingelicht
‘Je moet maar net op tijd gehoord hebben dat je nationaliteit gestript is, om beroep aan te kunnen tekenen. En zelfs dan is het lastig iets te doen: wie in Syrië zit mag niet terugreizen naar Nederland, ook al heeft nog geen rechter geoordeeld of er überhaupt sprake is van strafbaar handelen. De getroffene kan de eigen rechtszaak niet bijwonen en mag niet weten hoe de beslissing is genomen – omdat dit staatsgeheime informatie is. Zo ontstaat een risico van willekeur en misbruik.’
Alleen verdachten met dubbele nationaliteit
‘Omdat Nederland alleen van mensen met een dubbele nationaliteit het paspoort mag afnemen, treft deze maatregel vooral mensen met een Turkse, Marokkaanse of andere minderheidsachtergrond. Dit leidt tot discriminatoir handelen. Uitreizigers met één nationaliteit – in de praktijk witte Nederlanders – kunnen wel in Nederland berecht worden, reintegreren en rehabiliteren. Mensen met een dubbele nationaliteit –zelfs als ze geen afstand kunnen doen van hun tweede paspoort zoals Marokkaanse Nederlanders – worden verbannen.’
Verkeerd symbolisch effect
Het hebben van een nationaliteit is een recht, geen privilege, en sterk verbonden met identiteit en rechten als burger. Door deze maatregel kunnen grote groepen zich gemarginaliseerd gaan voelen en vervreemd raken. Die denken: ik word hier op basis van mijn tweede nationaliteit anders behandeld dan mensen met een enkele nationaliteit. Ook mensen die niet geassocieerd willen worden met terreurverdachten kunnen denken: ik heb kennelijk niet dezelfde rechten als andere Nederlanders.’