Linda Bilal column
© Jitske Schols

Op zoek naar Maruna

Hier, in Frankrijk, waar ik sinds een paar jaar woon, heb ik tijdens de kerstvakantie stemtraining gegeven aan een groep Syrische vrouwen die betrokken zijn bij een documentaire waar ik aan werk. De film gaat over Maruna, een bibliotheek en cultureel project in Idlib, waar vijf vrouwen psychologische steun bieden aan mensen die getroffen zijn door oorlogen. 

In Syrië wordt de grens tussen einde en begin niet langer afgebakend door een bepaalde dag of maand, dus is er geen eindejaarsvakantie. Ik gaf de deelnemers aan de training opdracht om iets te schrijven over psychologische steun voor elkaar en voor anderen. De dialogen uit deze teksten vormden de basis voor de voice-over-oefeningen.  

Fatima, een van de deelnemers en een personage in de film, schrijft: ‘…en op die momenten raakten we zonder thuisland… toen het gebrul van vliegtuigen losbarstte en de stemmen van soldaten van het regime dichterbij kwamen. Ik verliet mijn huis half gekleed en zonder mijn identiteitspapieren, en toen besefte ik dat ik een niemand was. Ja, die dag verloor ik mijn huis, mijn dorp en mijn vriend van wie ik hou.’ 

‘Een thuis bestaat niet uit bakstenen, cement en ramen; het is ingekapseld in familie en vrienden’

Voordat ik verderga met lezen, beweegt mijn blik snel naar de tekst van Marwa. Zij begint met de zin: ‘Zo groeien we door ervaringen.’ 

Ik bekijk de brieven die ik van de vijf vrouwen heb ontvangen, waarna ik me aansluit bij mijn kerstvierende vrienden. De kamer loopt over van de herinneringen, totdat de meeste aanwezigen bezwijken onder invloed van suiker of marihuana. Afwezigheid is wat in deze ruimte het zwaarste weegt. Ontwijkt iedereen iets? Zo ja, wat? 

In Syrië vervolgt Fatima: ‘Een thuis bestaat niet uit bakstenen, cement en ramen; het is ingekapseld in familie en vrienden. Als je het verlaat, word je geconfronteerd met naaktheid.’ Marwa antwoordt: ‘Omdat ik er zeker van ben dat liefde is wat mensen nodig hebben om te overleven, moest er een Maruna-project zijn, dat als een feniks uit de as tevoorschijn kwam.’ 

Waar onze wateren stromen

Soefi’s stellen dat harten elkaars hartslag voelen en naar elkaar toe worden getrokken door het web van genegenheid. Marwa vervolgt: ‘Maruna bloeide en vergrootte de harten van haar bewonderaars. We lachten samen, en we lieten tranen uit hetzelfde oog vallen.’  

Fatima deelt de gevoelens van haar vriendin: ‘De formule van Maruna is simpel. Tegenslagen doen zich voor. We struikelen om daarna weer op te staan. Dat is al zo sinds Marwa me erover vertelde en het verdriet in mijn ogen zag. Toen ik ging, voelde ik me veilig, terwijl ik terugdacht aan ons huis en dorp dat ik had gemist, en vanaf dat moment is Maruna de plek die mij het meest dierbaar is.’ 

Hier, in Europa; daar, in Syrië. We zijn allemaal nakomelingen van die bittere ervaring. We zijn op zoek naar Maruna, dat uitgestrekte verblijf dat ons omhult, waar onze wateren stromen, en binnen wiens muren onze verhalen een sympathiek gehoor vinden, en ons hart troost vindt in het gezelschap van familie en vrienden. Maruna is noch hier noch daar; Maruna is nu, en de noodzaak is dat we het verhaal van ons thuisland opnieuw vormgeven, niet op het land, maar binnen het domein van het leven. 

Meer columns