‘Op een nieuwe revolutie in Iran zit niemand te wachten’

De Iraanse bestsellerauteur Parinoush Saniee dacht na de revolutie van 1979 er niet over te emigreren‚ hoezeer ze de inperking van vrouwenrechten ook verfoeide. Maar nu is het tijd om te gaan. ‘We hebben in Iran zoveel gevochten. Daar heeft niemand meer zin in.’

Teheran – Parinoush Saniee is klaar voor vertrek. Binnen enkele maanden – de exacte datum heeft ze nog niet vastgesteld – vertrekt de bekende Iraanse schrijfster naar de Verenigde Staten‚ waar ze een nieuw bestaan gaat opbouwen. ‘Ik krijg geen letter meer op papier. Ik moet vrij kunnen ademen en dat lukt hier niet.’

Saniee oogt een stuk jonger dan haar 67 jaar: ze is levendig en meisjesachtig met kort bruin haar‚ gekleed in een spijkerbroek en felgele trui. Ze is met twee bestsellers een van de bekendste schrijfsters in Iran. Haar debuut Sahme man (2003) won verscheidene internationale prijzen‚ waaronder de Italiaanse Boccaccio-prijs‚ en werd in 27 talen vertaald. In Nederland verscheen het als Verlangen naar Vrijheid (2013).

Ze woont op éénhoog in een rustige straat in Noord-Teheran. In haar huiskamer ligt parket met Perzische kleden en staan roze fauteuils. Op de piano foto’s van haar overleden echtgenoot en haar volwassen zoon en dochter‚ die beiden in Duitsland wonen. De schilderijen met bloemen heeft ze zelf geschilderd. Ze moet wat om handen hebben‚ anders raakt ze rusteloos‚ zegt ze.

De thema’s in haar boeken liggen ‘gevoelig’ bij de autoriteiten. Ze gaan over de revolutie van 1979‚ over de botsende ideologieen die de Iraniers destijds uit elkaar dreven. Maar ze gaan op de eerste plaats over vrouwenrechten‚ want terwijl mannen revolutie maakten en het hadden over vrijheid en rechten‚ zetten ze de vrouwen consequent op de tweede plaats. Sahme man werd twee keer verboden door de Raad van Hoeders‚ het hoogste juridische orgaan in Iran‚ maar kon daarna toch worden uitgegeven. Haar derde en meest recente boek‚ dat ze schreef in 2007‚ mag nog steeds niet verschijnen. Na voltooiing ervan raakte ze geblokkeerd‚ vertelt ze.

Ik krijg geen letter meer op papier. Ik moet vrij kunnen ademen en dat lukt hier niet.

Die onmacht kwam niet alleen door de censuur. Anders had ze al veel eerder de stap naar het buitenland gezet. ‘Ik wilde altijd in Iran blijven‚ want hier had ik mijn familie en vrienden. Ook na de revolutie wilde ik niet weg. Ik was niet blij met de revolutie‚ maar ik wilde blijven om de maatschappij te helpen verbeteren. Daarna kregen we de oorlog met Irak‚ die acht jaar heeft geduurd.’ Waarom ze nu dan wel weg wil? Ze trekt het niet meer‚ alleen in dat huis. Na de dood van haar man zeven jaar geleden werd ze ‘behoorlijk depressief’. ‘We waren heel hecht‚ echte kameraden. In Iran komt dat niet vaak voor in een huwelijk. We zaten hier aan de ontbijttafel. Hij zei opeens: “Ik voel me niet goed”‚ en viel dood neer. Hij had een hartaanval gekregen.’ Haar kinderen waren toen al naar Duitsland vertrokken om te studeren.

Slachtoffer spelen

Wie Sahme man leest‚ zal zich verbazen dat het boek überhaupt gepubliceerd kon worden in de Islamitische Republiek Iran. Saniee spaart niemand. Ze deelt klappen uit aan alle spelers van destijds: de communisten‚ liberalen en islamisten‚ die allemaal zo overtuigd waren van hun gelijk. Ze ontziet ook de vrouwelijke personages in het boek niet. Die spelen maar al te graag slachtoffer‚ terwijl ze niet alleen meedraaien in het systeem maar het ook in stand houden. De moeders verkiezen de zonen boven hun dochters en houden hun schoondochters stevig onder controle.

De hoofdpersoon is de leergierige 15-jarige scholiere Massoumeh. Als haar streng islamitische familie erachter komt dat ze verliefd is op een jongen uit de buurt‚ wordt ze aan een ander uitgehuwelijkt. Wat de familie niet weet‚ is dat hij een goddeloze communist is‚ die weinig opheeft met de denkbeelden van islamisten. Hij geeft Massoumeh alle vrijheid om te studeren en te werken. Maar zijn eigen ideologie stelt hij boven alles. Omdat hij opgaat in zijn geheime politieke activiteiten tegen de dan nog heersende sjah‚ moet ze de kinderen alleen opvoeden.

Dan komt in 1979 de revolutie. De islamisten‚ communisten en liberalen hebben hun krachten gebundeld. Hoewel hun ideeen lijnrecht tegenover elkaar staan‚ vinden ze elkaar in hun haat tegen de sjah. Het bondgenootschap blijkt van korte duur. Als de islamisten het eenmaal voor het zeggen krijgen‚ worden de tegenstanders snel onschadelijk gemaakt. Ze belanden in de gevangenis‚ vluchten naar het buitenland‚ of worden – zoals de echtgenoot van Massoumeh – gemarteld en vervolgens geëxecuteerd.

Het boek maakte Saniee in Iran in een klap beroemd. ‘Voor de publicatie was moed nodig. Ik had het al geschreven in 1997 maar de tekst kwam niet door de censuur heen. Onder de meer gematigde president Mohammad Khatami (1997-2005) kwam er toch een mogelijkheid om het boek te laten drukken. Mijn uitgever en ik namen daarmee een enorm risico. Ik werd vervolgd en moest voor de rechter komen. De autoriteiten hadden mijn leven kunnen vernietigen‚ maar ze maakten het me niet echt moeilijk. Ze hebben nooit gezegd dat mijn boek “een probleem” was‚ ze noemen het “een leugen”. Maar ze moeten vervolgens wel bewijzen dat er onwaarheden in het verhaal zitten en dat kunnen ze niet. Over de revolutie heb ik geen leugens geschreven.’

Naïef

In maart 1979 kon de bevolking per referendum kiezen welke staatsvorm ze wilden: de seculiere staat zoals de sjah had geleid of de instelling van de islamitische republiek. Met 97 procent van de stemmen koos het volk voor de islamitische republiek‚ die een maand later van kracht werd. Ook Saniee stemde voor. ‘Ik heb het mijn kinderen vaak moeten uitleggen. Want ja‚ hoe stom heb ik kunnen zijn? Je zegt dan maar dat je jong was‚ en naïef. Achteraf begrijp je het zelf natuurlijk ook niet meer.’

Haar vader was jurist. Ze komt uit een liberale familie waar ze thuis graag en veel over politiek spraken. Ze ontmoette haar man op de universiteit‚ hij had een communistische achtergrond. Destijds had ze geen flauw idee wat een islamitische republiek inhield. ‘Ik kende niet zoveel religieuze mensen. Mijn vrienden en ik wilden de sjah weghebben omdat hij een dictator was‚ wij wilden economische gelijkheid en politieke vrijheid. We beseften toen helemaal niet hoe belangrijk het was om religieuze vrijheid te hebben. Van religie wisten we niets. We gingen ervan uit dat je door juiste opvoeding en onderwijs religie wel kon uitbannen‚ dat als je mensen goed zou informeren‚ ze allemaal voorstander van een seculiere maatschappij zouden worden. Het kwam niet bij ons op dat leven in een religieuze staat zo’n enorme invloed op ons leven zou hebben.’

In Iran kunnen vrouwen helemaal niets zonder toestemming van hun man.

Onder de sjah hadden vrouwen gelijke rechten en was er algemene leerplicht‚ ook voor meisjes. Vrouwen mochten een echtscheiding aanvragen en konden naar de rechter stappen als ze mishandeld werden. Na de revolutie werd de burgerlijke familiewetgeving vervangen door de sharia. Vrouwen raakten in een klap hun rechten kwijt.

‘We kregen al snel te horen dat we een hoofddoek moesten dragen. Dat pikten we niet‚ dus gingen we de straat op. We wonnen‚ althans we dachten dat we gewonnen hadden‚ want we hoefden de hoofddoek toen alleen nog maar op als we naar het werk gingen. Maar vier jaar later werd de hoofddoekverplichting alsnog in de wet vastgelegd.’

Verjaardag

Vergeleken met alle verboden die werden ingevoerd‚ was de hoofddoek maar een klein ding‚ zegt ze. ‘In Iran kunnen vrouwen helemaal niets zonder toestemming van hun man. Als hij niet wil dat ze studeert‚ werkt of een reis gaat maken‚ dan gebeurt dat niet. In de eerste jaren na de revolutie mochten vrouwen niet eens de straat op zonder hun man. We konden onze verjaardag niet thuis vieren‚ we mochten geen muziek maken. De politie arresteerde iedereen.’

Ze staat op om voor de zoveelste keer thee te zetten. ‘De communisten‚ democraten en liberalen lieten zich tegen elkaar uitspelen. Zij hadden geen sterke leider. Religieuze mensen vormen een groep‚ ondanks hun onderlinge verschillen. Zij hebben de islam die hen bindt.’ Het nieuws over de Arabische revoluties in 2011 heeft ze met scepsis gevolgd. ‘Het leek zo op wat wij in 1979 hebben meegemaakt. Ik dacht steeds: stop‚ stop met die revoluties. Je kunt wel revolutie voeren‚ maar dan moet je wel nadenken over de gevolgen. Wie komt er na de revolutie aan de macht‚ wie heeft de meeste kans?’

Saniee moet weg‚ maar vertelt dat binnen enkele dagen een cameraploeg haar komt interviewen over de verfilming van haar in 2007 verschenen roman Pedar-e Aan digari (‘Ik verborg mijn stem’). ‘Het wordt een klein feestje’‚ zegt ze uitnodigend.

Geen Arabieren

Die dag is haar huiskamer gevuld met bezoek. Vanaf de bank volgen de filmregisseur‚ acteurs en uitgever hoe Saniee wordt geïnterviewd. Binnenkort zal haar roman als tv-serie in Iran worden uitgezonden. Anders dan haar andere twee boeken gaat dit niet over de revolutie‚ maar over een 5-jarig jongetje dat weigert te praten. Het onderwerp is minder ‘gevaarlijk’ voor de autoriteiten en kan daarom op televisie worden uitgezonden.

Saniee draagt een roze hoofddoek van zijde met bijpassende lipstick. Tijdens het interview wordt de camera tot vier keer toe stopgezet. Ze beweegt te veel met haar hoofd‚ waardoor er lokken haar onder haar hoofddoek vandaan floepen. De cameraman schuift keer op keer geduldig de haren terug onder de doek.

‘Op televisie moet alles er netjes uitzien’‚ lacht uitgever Shahla Lahgi‚ terwijl ze aan haar thee nipt. ‘Maar in Teheran zie je nog maar weinig van die fatsoenlijke hijabs. Iran is weliswaar een streng islamitisch land met een sharia-wetgeving‚ maar we zijn geen Arabieren.’ De meeste Iraanse vrouwen dragen geen chadors‚ en zeker geen gezichtssluiers‚ zoals in het uiterst conservatieve Jemen‚ of Saudi-Arabië. En anders dan in ‘gematigdere’ islamitische landen als Marokko of Egypte‚ is polygamie zeer ongebruikelijk.

Als Saniee klaar is met haar televisie-interview mengt ze zich in het gesprek. Ze zegt dat tegenwoordig veel meer jonge vrouwen hun rechten opeisen dan vroeger. Het lijkt tegenstrijdig: hoewel vrouwen volgens de wet minder rechten kregen‚ is hun positie maatschappelijk juist sterker geworden. Studerende vrouwen waren in haar tijd een uitzondering. Tegenwoordig is 60 procent van de Iraanse studenten vrouw‚ en hoewel slechts 20 procent van de vrouwen buitenshuis werkt‚ groeit ook dit aantal gestaag. ‘Vrouwen worden steeds bewuster. Vroeger was het wettelijk al toegestaan om te studeren‚ maar veel meisjes mochten van hun ouders niet naar de universiteit. Tegenwoordig mogen ze dat wel. Moeders die zelf nooit kansen hadden‚ stimuleren hun dochters om economisch onafhankelijk te worden.

‘President Hassan Rohani laat zien dat hij open minded is. We kunnen veranderingen zien. Er wordt een nieuwe weg aangelegd‚ al is het nog niet helemaal duidelijk waar die naartoe gaat. We weten wel dat het een lange weg gaat worden.’ Of de Iraniërs klaar zijn voor een nieuwe revolutie? Saniee trekt een frons‚ grinnikt. ‘Ach nee‚ daar zit hier nou helemaal niemand op te wachten. Iraniërs hebben zoveel gevochten in hun leven‚ daar heeft niemand nog zin in. De jongeren ook niet. Die hebben wel genoeg verhalen gehoord van hun ouders.’

Parinoush Saniee (1949) studeerde psychologie en sociologie in Teheran. Ze werkte jarenlang als manager van de onderzoeksafdeling bij het ministerie van Onderwijs in de Iraanse hoofdstad. Haar boek Sahme man werd een bestseller in Iran en kreeg diverse internationale prijzen. Het boek werd aanvankelijk verboden door de autoriteiten‚ maar is inmiddels toegestaan. Haar roman Pedar-e Aan digari (‘Ik verborg mijn stem’‚ 2007) is onlangs verfilmd. Haar derde en meest recente boek is nog steeds verboden.