Als een fel licht schijnt het coronavirus op de hele wereld. Alle schaduwplekken zijn weg, nergens ruimte om je te verstoppen, iedereen kan geraakt worden. En daarom ook: geen donkere hoeken in de samenleving meer om mensen te verbergen. Verzorgingshuizen, gevangenissen, vluchtelingenkampen: de plekken waar individuen samengepakt buiten de reguliere maatschappij worden gehouden, alsof ze er eigenlijk niet zijn, vragen nu de volle aandacht. Juist zij lopen het meeste gevaar. Ze zijn opeens niet meer te negeren.
Dit geldt ook voor arbeidsmigranten in de Golfstaten. In Qatar, Koeweit, Bahrein en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) is de afgelopen decennia ontzaglijk veel gebouwd, en voor het grootste gedeelte hebben ongeschoolde arbeiders uit landen als Pakistan, India, Nepal en de Filipijnen dat voor hun rekening genomen. Vaak onder erbarmelijke omstandigheden: in afgesloten werkkampen, dicht opeengepakt in kleine kamers met weinig sanitair en niks te doen, paspoort afgepakt, tegen lage lonen, ver van huis en haard. De autochtone bewoners wilden niks met ze maken hebben. Gewoon die nieuwbouwwijk bouwen, die wolkenkrabber, het voetbalstadion, het prestigieuze museum – en verder onzichtbaar blijven.
Nu kan dat niet meer. Nu zijn die werkkampen mogelijk broeinesten van het virus en moeten de Golfstaten de aanwezigheid van de arbeiders wel onder ogen zien. Ze kunnen hen terugsturen, maar dan kan er niet meer gebouwd worden. Bovendien staan de thuislanden niet te springen om zoveel potentieel zieke terugkeerders. Óf ze kunnen de arbeiders meer ruimte en beter sanitair geven, om ze de kans te geven de pandemie te overleven.
De Britse fotografe Polly Tootal fotografeerde deze arbeidsmigranten in Dubai al voor de crisis, maar haar serie The Hands That Built This City, is alleen maar actueler geworden. De beelden, waaraan Tootal twee jaar werkte, zijn bedoeld als aanklacht tegen het feit dat deze mensen nooit gezien worden. Daarom zette ze hen vol in het licht, half poserend voor haar lampen, herkenbaar en waardig, niet meer te ontkennen. Ze zijn niet werkend te zien: dat zou het cliché alleen maar bevestigen. Ze staren in de verte, ze praten wat met elkaar (het karton achter op de fiets is om wat mee bij te verdienen), ze staan in de rij voor een bezoek aan illegaal werkende prostituees, ze kijken op hun telefoon of er nog nieuws is uit het thuisland. Om hen heen zandhopen, witte muren, elektriciteitsmasten, palmbomen: de droomwerelden waaraan ze bouwen.
In de verte doen de foto’s denken aan het schilderij De Wolgaslepers van Ilja Repin, de bekende negentiende eeuwse sociaal-realistische schilder uit Rusland. Dezelfde waardigheid en aandacht voor elk individu, de boodschap: iedereen is een mens. Hopelijk ook nadat het felle licht van het virus weer is gedoofd. ⓿