Ontwijk de witte busjes!
Op de melodie van een droevig Turks lied, onder de brandende zomerzon, rijdt mijn taxi door de straten van Gaziantep. Het is mijn tweede bezoek aan de Turkse stad na de verwoestende aardbeving van 2023. De straten zijn schoon en er staan nieuwe gebouwen langs de wegen. Het lijkt zowaar een vredige stad, ware het niet dat er op elke straathoek grote witte busjes staan, wat iets onheilspellends uitstraalt. Een gevoel dat alle Syriërs maar al te goed kennen.
Het zijn Turkse deportatiewagens, die als paddenstoelen uit de grond zijn geschoten in het centrum van de stad waar meer dan een half miljoen Syriërs wonen, van wie velen geen ander thuis kennen. Duizenden Syriërs zijn geboren in Gaziantep en nog veel meer hebben er hun dierbaren begraven. Al die Syriërs hebben één taak gemeen: die busjes koste wat kost ontwijken!
Het hangt allemaal af van de stemming van de agent
Het maakt niet uit of iemand geregistreerd staat als vluchteling of als arbeider, het maakt niet uit of je een tijdelijk verblijfsdocument hebt. Het hangt allemaal af van de stemming van de agent op het ‘nuluur’, oftewel het moment dat je wordt aangehouden voor inspectie. Een agent kan gemakkelijk een 14-jarig meisje de grens over zetten naar Syrië, alleen omdat ze haar verblijfsdocumenten niet bij zich heeft als ze het huis verlaat om brood voor haar gezin te kopen. Of ze kunnen een oude man de grens over gooien omdat zijn toon niet bevalt, of een moeder deporteren die thuis een baby op haar heeft wachten.
Lees ook: Deportaties van Syriërs uit Libanon: zo ziet opvang in de regio eruitMijn taxi arriveert bij het huis van mijn ouders, aan de Universiteitsweg in Gaziantep, dat een ongekende groei doormaakte sinds de Syriërs hier kwamen, op de vlucht voor een waanzinnige oorlog. Ze brachten hun geld mee en investeerden hun leven en fortuin in deze kleine stad die ooit onder het bestuur van Aleppo viel. Syriërs bouwden er hun leven weer op, openden bedrijven en richtten fabrieken op. De stad begon op te bloeien en Syriërs en Turken deelden vreugde en ondergingen samen ontberingen. Na de aardbeving groeven ze allemaal hun dierbaren onder het puin vandaan, ze droegen de doodskisten en baden voor de doden, zonder onderscheid in nationaliteit te maken.
Maar als ik een paar dagen bij mijn ouders logeer, zie ik de angst in hun ogen. Niemand durft het huis uit te gaan zonder al zijn papieren bij zich te hebben. En op straat vermijden ze die deportatiewagens. Ook Turken van Syrische afkomst zijn bang voor die voertuigen.
Dit is het hoogtepunt van het geïnstitutionaliseerde racisme van Turkije tegen Syriërs. Het is moeilijk te doorgronden, maar één ding is zeker: het pad van haat tegen de ander is een hellend vlak. Racisme is een ziekte die blijft etteren, lang nadat de buitenstaander is verdwenen.