© Amnesty International

Olympische belofte

China deed in 2001 een belofte. Als de Olympische Spelen van 2008 in Peking zouden worden gehouden‚ dan zou de Chinese mensenrechtensituatie verbeteren. IOC-voorzitter Jacques Rogge zei dat hij hard zou optreden als China zich hier niet aan zou houden.

Maar net als Peking kwam ook Rogge zijn belofte niet na. De Spelen gingen door terwijl de Chinese mensenrechtensituatie alleen maar schrijnender werd. Om ruimte te maken voor olympische faciliteiten werden duizenden mensen hun huis uitgezet. Wie in aanloop naar de Spelen niet in het Pekingse straatbeeld paste (zoals landlopers en bedelaars) werd verbannen naar een werkkamp. En mensenrechtenverdedigers die het feestje wel eens zouden kunnen verpesten‚ werden opgesloten en in sommige gevallen mishandeld.

Vorig jaar werden de Winterspelen gehouden in het Russische Sotsji. Anders dan bij Peking boycotte een aantal wereldleiders de openingsceremonie uit protest tegen onder meer de omstreden antihomowet die Rusland in 2013 had ingevoerd. Na ‘Sotsji’ besloot het IOC strengere eisen te stellen aan kandidaatsteden. Steden moesten al langer garanderen dat tijdens het evenement niet wordt gediscrimineerd‚ en inmiddels moeten ze specifiek benoemen dat dit evenmin mag op basis van seksuele voorkeur. Een symbolische maatregel‚ die Rusland – als die toen al had gegolden – overigens moeiteloos had omzeild: voorafgaand aan de Spelen in Sotsji schreef de Russische vicepremier Dmitri Kozak in een brief aan het IOC dat de antihomowet ‘voor iedereen geldt en daarom niet discriminerend is’. Dat was voor het IOC destijds afdoende.

Harde afspraken over mensenrechten hoeven olympische gastlanden nog altijd niet te maken. In juni zijn de Europese Spelen in Bakoe‚ de hoofdstad van Azerbeidzjan – niet bepaald een mensenrechtenlievend land. Ook als het IOC op 31 juli beslist welke stad de Winterspelen van 2022 mag organiseren‚ zal dat waarschijnlijk nauwelijks afhangen van mensenrechten. Peking is opnieuw in de race‚ en kan daarmee de eerste stad worden die zowel de Zomer- als de Winterspelen organiseerde. De enige tegenkandidaat is Almaty in Kazachstan.

Een mensenrechtenbelofte zal China deze keer niet doen. Overheidswoordvoerder Wang Hui zei in maart dat sport en politiek gescheiden moeten blijven. Overigens was er volgens Erica Terpstra in 2001 evenmin sprake van een belofte. In september 2007 zei de toenmalige voorzitter van het NOC*NSF in Wordt Vervolgd dat China slechts ‘een verwachting’ had uitgesproken. De Volksrepubliek verwachtte dat door de Spelen de Chinese mensenrechtensituatie zou verbeteren. Alsof Peking daarop net zo weinig invloed heeft als Gerrit Hiemstra op het weer.

 

Reageren? wordtvervolgd@amnesty.nl