Oekraïense vluchtelingen krijgen hulp van de ‘vijand’

In Georgië helpen Russische vrijwilligers de vele Oekraïense vluchtelingen. Journalist Gatool Katawazi woont in de hoofdstad Tbilisi en ging mee met het brengen van hulppakketten. 

Olga Gasimova aan de eettafel met lekkernijen die Vital Zharkov (links) van Volunteers Tblisi heeft meegenomen. Olga Gasimova aan de eettafel met lekkernijen die Vital Zharkov (links) van Volunteers Tblisi heeft meegenomen.
© Daro Sulakauri

‘Ik voelde me als Rus verplicht om iets te doen voor Oekraïners. Ik kan toch niet stilzitten en niets doen?’, zegt Vital Zharkov (21) terwijl hij een plastic tas vult met brood, wc-papier en andere hulpmiddelen. ‘Nog geen maand nadat ik uit Rusland was gevlucht, meldde ik me aan als vrijwilliger.’ 

Zharkov en zijn collega Kate Golubeva stellen een hulppakket samen op het hoofdkantoor van Volunteers Tbilisi, een organisatie die hulp biedt aan Oekraïense vluchtelingen in Georgië. Na meer dan een jaar vrijwilligerswerk is Zharkov onlangs aangenomen als vaste medewerker. Net als de oprichter zijn de meeste werknemers en vrijwilligers Russen die vanwege de oorlog naar Georgië zijn gevlucht. Het buurland is een populaire bestemming onder Russen, omdat ze daar makkelijk een werkvisum krijgen. Meer dan 100 duizend Russen streken er neer in het eerste jaar na de invasie in Oekraïne, van wie velen ook weer doorreisden naar andere landen. 

In Georgië hadden ze vrienden, waardoor de keuze snel was gemaakt 

Tegelijkertijd zochten meer dan 20 duizend Oekraïners hun toevlucht in het land, waar ze meestal in een andere realiteit terechtkomen. Terwijl veel Russen online werken en goed verdienen naar Georgische maatstaven, verloren Oekraïners vaak hun baan vanwege de oorlog en kunnen ze de hoge huurprijzen in de steden niet betalen. Velen van hen wonen nu in afgelegen dorpen en zijn afhankelijk van hulp voor hun levensonderhoud. 

Opluchting

Zharkov en Golubeva rijden vandaag naar een gevlucht Oekraïens stel in Ertatsminda, een klein dorp op zo’n anderhalf uur rijden van Tbilisi. Eenmaal de stad uit, maken de hoge gebouwen plaats voor eindeloze groene bergen, en het tegenliggend verkeer bestaat steeds vaker uit slenterende koeien. Zharkov staart naar de bergen. ‘Het voelt alsof we naar de Russische grens rijden’, zegt hij lachend. ‘Die ligt ook in de bergen.’ Hij zucht. ‘Ik raak al in paniek als ik eraan denk.’ 

Vyacheslav Gasimov laat de moestuin zien.
© Daro Sulakauri
Vyacheslav Gasimov laat de moestuin zien.

Die grens stak hij op 1 oktober 2022 over, een week nadat Poetin de mobilisatie van Rusland aankondigde. Zharkov, toen 20 jaar oud, had al eerder willen vertrekken, maar had niet genoeg geld. ‘Ik dacht al jarenlang aan emigreren; ik wist dat ik als homoseksuele man weinig toekomst had in Rusland.’ Na de oproep tot mobilisatie voelde hij geen keuze meer. Hij leende ongeveer 500 euro van zijn moeder en trok met wat kleding in zijn rugzak naar de grens met Georgië. 

Bedachtzaam en gestructureerd deelt hij zijn verhaal terwijl hij naar het landschap om zich heen kijkt, alsof de bergen zijn herinneringen oproepen. Hij vertelt hoe hij twee Georgische mannen ontmoette bij de grens met wie hij mee mocht rijden. Over de paniek en angst die hij voelde om opgepakt te worden door Russische agenten. ‘Ik herinner me nog zo goed het moment dat ik de Georgische vlag zag wapperen toen ik de grens over was, en de enorme opluchting die ik voelde.’ 

Ontvang de Wordt Vervolgd-nieuwsbrief

‘Het is hier geen Nederland’

Zijn herinneringen worden onderbroken als hij bij het huis aankomt. Zharkov en Golubeva stappen direct uit de auto om de Oekraïense Olga Gasimova en haar man Vyacheslav Gasimov te begroeten. Binnen de kortste keren staat iedereen in de keuken de hulppakketten uit te pakken. Er wordt water opgezet voor thee, iemand snijdt worstjes, kaas en taart en een ander brengt alles naar de eettafel. ‘We hebben inmiddels zo’n goede band opgebouwd met dit stel’, zegt Zharkovs collega Golubeva. 

Het paar komt uit Loehansk, een door Rusland bezette regio in Oekraïne die zwaar werd getroffen vlak na de invasie. Gasimov was net te oud om te vechten, en na een maand wachten en hopen dat de oorlog zou eindigen, besloten ze te vluchten. Eerst naar Polen, waar ze ervoor kozen door te trekken. In Georgië hadden ze vrienden, waardoor de keuze snel was gemaakt. Dus reisden ze verder, via Turkije naar Tbilisi.  

‘Thuis is daar’, zegt Olga Gasimova, verwijzend naar haar huis in Oekraïne  

‘Hier is het niet zoals Duitsland of Nederland, waar de staat Oekraïense vluchtelingen steunt’, zegt Gasimova terwijl ze thee inschenkt aan de eettafel. Voor hulp was het stel afhankelijk van informele groepen op Telegram voor Oekraïners. Zo kwamen ze aan dit huis. De eigenaar biedt het stel het vrijstaande gebouw, samen met een uitgestrekt stuk land en moestuin, kosteloos aan. Groenten en fruit verbouwen ze zelf, voor andere hulp, zoals kleding of medicijnen, zijn ze afhankelijk van organisaties zoals Volunteers Tbilisi. 

Of dit huis nu, twee jaar later, als thuis voelt? ‘Nee’, antwoordt de anders goedlachse Gasimova. Haar blik verandert en met betraande ogen zegt ze: ‘Thuis is daar’, verwijzend naar haar huis in Oekraïne. ‘Ik hoorde laatst dat Russische soldaten nu in ons huis verblijven.’ Terwijl Gasimova haar tranen wegveegt, kijkt Zharkov zwijgend toe. 

Schuldgevoel

Op de terugweg geeft Zharkov toe dat hij het lastig vindt om dit soort gesprekken aan te horen. Of hij zich schuldig voelt als Rus? Hij denkt na, en schudt dan zijn hoofd. ‘Die vraag houdt me veel bezig. Ja, als Rus voel ik me verantwoordelijk iets te doen, daarom heb ik hier mijn werk van gemaakt. Maar het is niet mijn schuld dat er doden vallen, of dat mensen moeten vluchten. Het Kremlin is verantwoordelijk voor de oorlog.’ 

In de keuken van Olga. Gasimova (rechts). Vrijwilliger Kate Golubeva heeft de taart in stukken gesneden.
© Daro Sulakauri
In de keuken van Olga. Gasimova (rechts). Vrijwilliger Kate Golubeva heeft de taart in stukken gesneden.

Dezelfde oorlog die het leven van miljoenen mensen overhoop haalt. Die met zijn bommen ervoor zorgde dat Gasimova haar huis verloor aan onbekende soldaten. En die Zharkov met slechts een rugzak de grens liet oversteken, op weg naar een onzekere toekomst. In eerste instantie lijkt het een ongelukkige combinatie: een Rus en een Oekraïner. Maar in deze context is het niet zo vreemd dat juist zij elkaar opzoeken.

Lees ook: Russische bezetting Nino Haratischwili en Lisa Weeda Nino Haratischwili: ‘Ik hou van de Russische taal, maar in sommige situaties wil ik die echt niet spreken’ Interview 28 november 2022

Toch vindt Zharkov hun situaties niet vergelijkbaar. ‘Ik ontmoet bijna dagelijks Oekraïense vluchtelingen, ik zie dat ik niet door hetzelfde heen ga als zij.’ Het is een bekende discussie onder Russen in Tbilisi: je bent dan wel gevlucht, maar mag je jezelf een vluchteling noemen? Het zijn nota bene vaak de Russen die in Tbilisi vanwege hun online banen goed verdienen en mooie appartementen huren. Het zijn overigens vaak de meer welvarende Russen die überhaupt de stap naar Georgië kunnen zetten.  

‘Misschien ligt het verschil daarin dat ik, als Rus, niet onderdrukt word. Het zijn juist de Russen die anderen onderdrukken. Ik vertrok omdat ik het niet eens ben met mijn overheid. Ben je dan een vluchteling?’ Hij schudt zijn hoofd. ‘Nee, noem mij maar gewoon een migrant.’

Meer over dit onderwerp