Nobelprijswinnaar Liu Xiaobo: ‘Chinese studenten denken nu vooral aan zichzelf’

De druk moet van het volk komen, wil er echt verandering komen in China, vindt Nobelprijswinnaar Liu Xiaobo. Maar jonge Chinezen zijn meer bezig met carrière en geld, zei de dissident in een van de laatste interviews vóór zijn arrestatie in december 2008.

© evin Dietsch/UPI

Dit interview is in 2010 vertaald uit het Deens. Liu Xiaobo won in 2010 de Nobelprijs voor de Vrede. Hij overleed in 2017.

Kopenhagen/Beijing – Het was kort voor de Olympische Spelen van 2008. Met vaste hand schreef Liu Xiaobo drie schrifttekens op een servet van het restaurant. Cha bian qiu – de bal die nog net binnen de lijn ligt. De uitdrukking betekent ook zoiets als ‘je grenzen opzoeken’. In december 2008 overschreed Liu een grens als medeopsteller van Charta 08, een manifest dat opriep tot vrije meningsuiting en meerpartijenverkiezingen in de communistische dictatuur. Het werd behalve door Liu nog door driehonderd anderen ondertekend. Liu zou eind dat jaar worden opgepakt, en na een jaar wachten kreeg hij elf jaar gevangenisstraf. Hij zit nog steeds in de gevangenis, ook al kreeg hij in oktober 2010 tot ongenoegen van de Chinese autoriteiten de Nobelprijs voor de Vrede toegekend.

Dapper genoeg zijn

‘De overheid kan ingrijpen op elk moment dat ze dat wil. Het is erg gemakkelijk voor hen iemand te arresteren als ze denken dat we de lijn hebben overschreden’, zegt Liu Xiaobo die middag in 2008 in een restaurant in de universiteitswijk van Beijing. ‘De wetten over wat je wel en niet mag zeggen zijn modderig. Je weet het nooit helemaal zeker, en zo houdt de overheid je in angst. Maar het is belangrijk dat we dapper genoeg zijn en voortdurend proberen de grens te zoeken van wat kan.’

Er is een hele reeks taboe-onderwerpen in China en die wordt alleen maar langer

Ik was in China om te zoeken naar de mensen die een leidende rol hadden gespeeld in de opstand op het Tiananmen-plein in 1989. Liu was een van hen. Ik ging naar zijn huis, een betonflat van drie verdiepingen aan de rand van Beijing. Hij stond me te woord over de intercom, en we spraken af in het nabijgelegen restaurant. Liu was rustig en sprak openlijk en hardop over zijn zaak. ‘Vanaf het moment dat Beijing in 2001 de Olympische Spelen kreeg toegewezen, heeft China beloofd de mensenrechten te verbeteren. Maar het ging door met het oppakken van schrijvers, critici en journalisten. Het is almaar erger geworden. Alle ogen waren gericht op China, maar een positief effect heeft dat niet gehad. Er is een hele reeks taboe-onderwerpen en die wordt alleen maar langer.’

In het Westen heeft censuur geen zin, de media komen er toch wel achter. Maar binnen China, houdt de censuur daar kritiek tegen?
‘Moeilijk te zeggen. Veel kritiek is onmogelijk gemaakt en veel mensen zijn gevangengezet.
Er zijn ook positieve ontwikkelingen. Het zijn vooral kranten in het zuiden van China en enkele tijdschriften hier in Beijing die de uitdaging aangaan. Verscheidene schrijvers hebben geprobeerd de grenzen van vrije meningsuiting op te rekken, bijvoorbeeld door te schrijven over de SAR S-epidemie en over politiegeweld. Maar dat leidde nogal eens tot lange gevangenisstraffen. In het voorjaar van 2008 werd Hu Jia, bekend activist voor het milieu en voor hiv-geïnfecteerden, veroordeeld tot drieënhalf jaar cel. Freelance journalist Lü Gengsong kreeg vier jaar voor wat hij over corruptie schreef. Bloggers op internet hebben wel nieuwe mogelijkheden geschapen. Voorheen konden alleen journalisten publiceren. Wat gewone Chinezen nu op het net zetten, is bijna niet te blokkeren.’ Maar ten tijde van mijn gesprek met Liu zaten er, volgens het Wereldverbond van Kranten en Tijdschriften (www.wan-ifra.org) vijftig Chinese cyberdissidenten achter de tralies.

Wanneer de economie een verzadigingspunt bereikt, zullen de frustraties groeien en zal m en zich tegen de politieke dwang keren

Het bloedbad op het Tiananmen-plein was een cruciale gebeurtenis voor Liu Xiaobo en andere dissidenten van de laatste twee decennia. Liu, die is gepromoveerd in de literatuur, was in de VS toen de demonstraties begonnen. Hij haastte zich naar huis. ‘Als we ons als studenten niet hadden verenigd en dezelfde gevaren hadden getrotseerd als anderen, hadden we geen recht van spreken gehad.’

Geen echte kogels

Samen met drie anderen begon Liu een hongerstaking die in de laatste dagen van de protesten sterk bijdroeg aan het moreel. Toen de soldaten kwamen, ontdekte iemand dat een student zich had gewapend met een halfautomatisch geweer. Liu sloeg het wapen kapot tegen het Monument voor de Helden van het Volk. Eerst dacht Liu nog dat de soldaten nooit met echte kogels zouden schieten. Maar al gauw zag hij om zich heen kameraden liggen met bloedende wonden aan borst en hoofd.

‘Wiens leger zijn jullie?’, schreeuwden de studenten tegen het Volksbevrijdingsleger. Na het bloedbad bracht Liu Xiaobo anderhalf jaar door in de beruchte Qinheng-gevangenis voor politieke gevangenen, ten noorden van Beijing. In 1995 werd hij opnieuw gevangen gezet – deze keer acht maanden, omdat hij de regering had uitgedaagd rekenschap te geven van de gebeurtenissen van 1989. En toen Liu het jaar daarop eiste dat president Jiang Zemin werd afgezet, reageerde het regime door hem drie jaar naar een kamp voor ‘heropvoeding door arbeid’ te sturen.

De studenten van 1989 vochten voor democratie. Tegenwoordig lijken ze eerder kritiek te hebben op het Westen. Wat is er gebeurd?
‘De studenten uit de jaren tachtig waren allemaal geboren ten tijde van Mao Zedong. Zoals de situatie toen was… je had niet genoeg te eten, het was echt een hard leven. In 1989 was al veel verandering zichtbaar, leerlingen praatten over vrijheid en waren vol van wat er in het Westen gebeurde. Wat ze hadden meegemaakt, de armoede, maakte dat ze zich maatschappelijk verantwoordelijk voelden. ‘Dien het volk’, dat was de slogan. De studenten van nu zijn geboren in de jaren tachtig en hebben de barre omstandigheden niet zelf ervaren. Ze denken vooral aan zichzelf, aan de baan die ze kunnen krijgen en het geld dat ze kunnen verdienen. Het heeft ook alles te maken heeft met het eenkindbeleid, dat jongeren geen ruimte laat om wilde dingen te doen of zich aan politiek activisme te wijden. Bijna iedereen op de universiteit is nu enig kind. De studenten voelen zich enorm verantwoordelijk tegenover hun zorgzame ouders en grootouders. Ze komen er niet aan toe te denken aan anderen dan hun familie en zichzelf.’

Op de lange termijn kan de Communistische Partij niet in het zadel blijven zonder politieke hervormingen

Na het bloedbad op het Tiananmen-plein sloot de toenmalige Chinese leider Deng Xiaoping een contract met het volk: economische vrijheid, op voorwaarde dat men politieke vrijheid opgaf. Liu wijst erop dat de toegenomen welvaart in de afgelopen decennia diegenen die wilden protesteren de wind uit de zeilen heeft geslagen. ‘Maar wanneer de economie een verzadigingspunt bereikt, zullen de frustraties groeien en zal men zich tegen de politieke dwang keren. Ik zeg niet dat dat snel zal gaan, maar op de lange termijn kan de Communistische Partij niet in het zadel blijven zonder politieke hervormingen.’

Over welke hervormingen hebben we hetdan?
‘Er is zo veel waarmee je kunt beginnen. Eén optie is de partij te verwijderen uit de rechterlijke macht, zodat een burger een reële kans heeft om de staat te vervolgen. Een andere optie is bepaalde media meer vrijheid te geven om kritische verhalen te brengen en de veiligheidskleppen open te zetten die nu de discussie afsluiten. Nog een optie is ruimte te maken voor meer gekozen leden in het provincial bestuur. En directe democratische verkiezingen, dat zal de laatste stap zijn.´

Zijn er tekenen dat sommige van de huidige leiders die hervormingen zullen doorvoeren?
‘Er is vooruitgang. Onder de afgevaardigden in het nationale Volkscongres zitten nu daadwerkelijk boeren en fabrieksarbeiders. De wettelijke arbeidsvoorwaarden zijn in het algemeen verbeterd, voor de ziektekostenverzekering bijvoorbeeld. In 2006 bracht het Pekings Dagblad, een zeer conservatieve krant, een verhaal onder de titel ‘Democratie is goed’. Senior-partijlid Yu Keping schreef over de problemen van de democratie, maar ook alle goede kanten ervan. In 2007 schreef de 85-jarige communistische veteraan Xie Tao dat alleen een democratisch socialisme naar Scandinavisch model China kan redden. Het was een verrassing voor me – vooral dat ik het in die krant las.’ Liu moest even lachen. ‘Het zou natuurlijk heel anders zijn gegaan als ik de auteur was geweest.’

Aandringen van onderaf

Toen we later dineerden in een zaal waar de ronddraaiende tafels telkens zicht boden op nieuwe gerechten, belde Liu Xiaobo’s vrouw, Liu Xia, meerdere keren op. Hij was een halfuur te laat en ze was zenuwachtig. Liu zocht naar een afronding van ons gesprek. ‘Historisch gesproken kun je vaststellen dat wanneer de Communistische Partij veranderde, dat gebeurde als gevolg van ontevredenheid onder de massa’s die zich door het regime niet serieus genomen voelden. Na protesten van boeren zijn agrarische belastingen afgeschaft. Er wordt meer gedaan aan corruptiebestrijding. Dat komt door aandringen van onderaf, de leiders initiëren dit niet zelf.’

Hij vervolgt: ‘Wat er in 1989 gebeurde, had twee belangrijke consequenties. De eerste is dat de Communistische Partij, nu ze geweld heeft gebruikt tegen haar eigen volk, grote schade heeft opgelopen. Er is veel minder vertrouwen in die partij. De partij leed gezichtsverlies – diu lian. De tweede consequentie is dat het nu veel meer opvalt, zelfs hier in China, als iemand wordt gestraft voor zijn inzet voor de vrijheid van meningsuiting. Vóór 1989 zou het onopgemerkt blijven dat iemand zestien jaar in de gevangenis kwam, nu niet meer. Bijgevolg zijn er veel meer Chinezen die zich inzetten voor mensenrechten en persoonlijke vrijheid.’

Vertaling uit het Deens: Daan Bronkhorst

Lees ook deze interviews met winnaars van de Nobelprijs voor de Vrede: