De Congolese arts, activist en Nobelprijswinnaar Denis Mukwege herstelt al bijna drie decennia de fysieke wonden van overlevers van seksueel geweld. Zij zijn degenen die hem hoop geven. In zijn pas verschenen boek De kracht van vrouwen staan zij centraal.
Lichtpuntjes zien in het net verschenen boek van de Congolese arts, activist en Nobelprijswinnaar Denis Mukwege (66) valt niet mee. Het grenzeloze geweld, de uitzichtloze oorlog en zijn uitputtende strijd hiertegen, maken moedeloos. Toch spreekt er hoop uit het boek De kracht van vrouwen.
Het boek droeg hij op aan de vrouwen die hij al bijna drie decennia ‘repareert’, zo vertelt Mukwege in het Ambassade Hotel aan de Amsterdamse Herengracht. ‘Deze vrouwen worden kapotgemaakt, onderdrukt en uitgebuit. Maar ze hebben een enorme kracht om hun leven en dat van hun kinderen weer op te pakken.’
Begonnen als arts ontwikkelde Mukwege zich steeds meer tot activist. ‘Ik opereer nog steeds. Als arts behandel ik de gevolgen en als activist probeer ik de oorzaken van seksueel geweld te bestrijden.’
Gevlucht in een kofferbak
Mukweges strijd begint al bij zijn eigen geboorte in 1955 in Bukavu. Als baby overleeft hij een bloedvergiftiging. Zijn beide oma’s stierven vlak na hun bevalling. Als basisarts in een plattelandsziekenhuis in Oost-Congo ziet hij dagelijks vrouwen sterven in het kraambed. ‘Ze kwamen van ver, binnengedragen op brancards’, herinnert hij zich. ‘Heel schokkend en een groot onrecht, sterven terwijl je het leven schenkt. Kraamsterfte kan bovendien overwonnen worden.’
Na zijn studie verloskunde en gynaecologie in Frankrijk keert Mukwege terug naar Congo, inmiddels verwikkeld in een complexe burgeroorlog. Bij een aanval op het ziekenhuis in Lemera in 1996, waar Mukwege als directeur werkt, worden meer dan dertig patiënten en drie verpleegkundigen vermoord door rebellen. Hijzelf vlucht in de kofferbak van een auto.
Toch keert hij terug, en bouwt met steun uit binnen- en buitenland het inmiddels welbekende Panzi Ziekenhuis in de gelijknamige voorstad van Bukavu. Jaarlijks worden daar zo’n drieduizend vrouwen en meisjes behandeld. Het topje van de ijsberg. In Congo worden naar schatting jaarlijks meer dan 400 duizend vrouwen verkracht.
‘Zij is een heldin’
De vrouwen die hij behandelt, krijgen in zijn boek een gezicht. Zoals het tienermeisje Wamuzila, dat seksslavin was van rebellen en maanden in het ziekenhuis behandeld moest worden. ‘Zij is een heldin’, vertelt Mukwege. ‘Ze zei: “Kijk eens papa hoe mooi ik ben”.’ In haar dorp begon ze opnieuw, met de verkoop van zeep. Mukwege zag haar jaren later terug, opnieuw verkracht en nu besmet met hiv. ‘Dat was heel zwaar.’
Wamuzila sterft aan aids, maar haar geschiedenis doet Mukwege beseffen dat slachtoffers van seksueel geweld behalve medische hulp, ook psychische en sociaaleconomische steun nodig hebben. En dus bouwen hij en zijn team City of Joy in 2011, een opvangplek voor verkrachte vrouwen, waar ze bescherming en scholing krijgen. In 2018 verschijnt er een gelijknamige documentaire over.
Huist er iets inherent gewelddadigs of misogyns in Congolese mannen? Die vraag krijgt Mukwege vaak. ‘Seksueel geweld is niet alleen een probleem van Congo, maar van de hele wereld. In Congo speelt alleen veel meer’, zegt hij. ‘Wanbestuur, de afwezigheid van de rechtsstaat, erosie van sociale structuren en decennia van conflict zijn de oorzaak van de ellende die vrouwen moeten doorstaan.’
Giftige mannelijkheid
Het heeft daarom geen zin de daders als monster te zien, vindt hij. ‘De oorlog tegen het lichaam van de vrouwen in Congo wordt niet gevoerd door legers of psychopaten die door de bossen zwierven en hun perverse seksuele fantasieën uitleven. Het is een bewuste oorlogsstrategie. Alleen als we begrijpen hoe en waarom dit geweld plaatsvindt, kunnen we proberen een antwoord te vinden’, schrijft hij in zijn boek. Zo komt Mukwege in zijn ziekenhuis oog in oog te staan met een jonge dader, die hem vertelt hoe hij als kindsoldaat werd geronseld, zijn eigen moeder moest verminken en daarna verslaafd raakte aan het rebellenleven. Gedrogeerd en gehersenspoeld mocht hij volgens zijn leider met de vrouwen doen wat hij wilde. Mukwege kan de jongen nauwelijks aankijken, maar luistert toch.
Mukwege: ‘De wet wordt niet gehandhaafd. In Congo mag je geen seks hebben met minderjarige meisjes, maar 30 procent van de vrouwen in de kraamklinieken is minderjarig’, weet Mukwege. ‘We hebben gerechtigheid, maar ook onderwijs nodig. Mensen die hun rechten niet kennen, eisen die ook niet op.’ Ook mannen moeten anders worden opgevoed, benadrukt hij. ‘Er verandert weinig zolang zij zichzelf blijven zien als superieure wezens. Giftige mannelijkheid heet dat.’ Die voor een deel ligt in de opvoeding, zegt hij. Toch ziet hij lichtpuntjes. ‘De #MeToo-beweging heeft – ook in Congo – mensen aangespoord zich uit te spreken. Het bewustzijn onder mannen groeit.’
Maar de oorlog floreert op de oude ideeën en wetteloosheid. Congo’s rijkdommen, zoals koper, uranium, lithium, diamanten en hout, worden via rebellen die banden hebben met hoge functionarissen het land uit geloodst, schrijft de arts. En verkrachting en plundering gaan vaak samen, aldus Mukwege. Uit onderzoek kwam naar voren dat driekwart van de slachtoffers in zijn ziekenhuis komt uit mijngebieden.
Multinationals vechten ervoor
‘De oorlog in Congo is geen interetnische, maar een internationale oorlog die gaat om de controle over grondstoffen. Negen legers vechten op ons grondgebied. Rijkdommen worden geplunderd. Waren het gisteren Rwandezen, Burundi’s en Oegandezen, vandaag zijn het Chinezen.’ Mukwege knikt naar onze telefoons. ‘Er is geen apparaat dat geen coltan (een erts, red.) bevat en multinationals vechten ervoor. Congo heeft bijna 70 procent van de mondiale voorraad en het zit in bijna elk apparaat. Maar we profiteren er niet van.’
Mukwege: ‘We kunnen die oorlog stoppen, maar dan moeten we werken met alle politieke en religieuze leiders en iedereen die macht en invloed heeft. Ik heb onze president vaak opgeroepen om waarheidsvinding en veroordeling van oorlogsmisdaden in gang te zetten, via de Veiligheidsraad. Maar tot nu toe zonder resultaat.’
Hij doet een oproep aan de internationale gemeenschap. ‘Het Internationaal Strafhof is de enige manier om gerechtigheid te krijgen.’ Mukwege verwijst naar het lijvige VN-rapport uit 2010 waarin 617 mensenrechtenschendingen tussen 1993 en 2003 zijn opgetekend. ‘Waarom is er niets mee gebeurd?’, vraagt Mukwege zich af. ‘Kinderen worden voor ieders ogen misbruikt, maar Afrika is een ver-van-ons-bed gebeuren. En dat terwijl er zoveel belangen spelen. We willen onze rijkdommen best delen maar wel met respect voor de mensenrechten.’