Muammar Kadhafi
Kadhafi is dood en zal dus niet worden berecht. ‘Mooi’, zeggen veel mensen in Libië: ‘Wij hebben daar geen behoefte aan, onze blik is gericht op de toekomst, we moeten ons land gaan opbouwen, geen tijd voor een rechtszaak’. ‘Jammer’, vinden de juristen die zich bezig houden met het internationale strafrecht. ‘Want de fundamenten van een nieuwe democratische samenleving rusten op een zorgvuldige afhandeling van het verleden en die kans is nu verkeken’. Regeringsleiders – de Venezuelaan daargelaten – lijken tevreden met Kadhafi’s dood. Ze hebben er aan meegewerkt. Hun doel is bereikt, de man is weg. Het komt de wereldleiders misschien wel heel goed uit dat er geen proces komt. Ik vind het jammer. Het verhaal van de ontwikkeling van een interessant nationaal experiment naar een wrede dictatuur wordt nu niet meer verteld ten overstaan van internationale rechters en in de schijnwerpers van de internationale media.
Het is niet alleen het verhaal van Libië. De gevaarlijke gek die Kadhafi werd, opereerde ook daarbuiten, hielp andere dictators en werd op zijn beurt weer door ons, het Westen, ondersteund. De feiten van dat grote verhaal hebben wij als wereldburgers nodig om onze gemeenschappelijke toekomst op te bouwen. Jammer dus.