Monster – column van Arnon Grunberg
Hoewel het begrip ‘linkse kerk’ hier en daar nog valt‚ minder dan vroeger overigens‚ is er een consensus op gang gekomen dat links en rechts niet meer zoveel betekenen. Of beter gezegd‚ iets anders zijn gaan betekenen.
Een paar weken geleden schreef Thomas B. Edsall in The New York Times – hij citeert overigens twee Nederlanders‚ Ewald Engelen en Koen Damhuis – dat rechts en links niets meer te maken hebben met economische wetenschap. Rechts is niet vóór het kapitalisme‚ links is er niet tegen‚ veeleer gaat het om nationalisme versus globalisering‚ om angst voor de vreemdeling versus acceptatie van de vreemdeling. Al eerder noemde ik in mijn column in de Volkskrant het nieuwe rechts vulgair-marxistisch nationalisme; ook protectionistisch socialisme is een adequate term.
Ian Buruma greep in een artikel terug op de Dreyfus-affaire. Links en rechts in het huidige Europa zou je kunnen begrijpen als een vervolg op de Dreyfusaffaire‚ de Dreyfusards versus de anti-Dreyfusards‚ waarbij de anti-Dreyfusards toen het virulente katholicisme‚ het nationalisme en uiteraard ook het antisemitisme vertegenwoordigden. En nu de angst voor de vreemdeling‚ het verlangen naar een geromantiseerd verleden‚ weerzin tegen de moderniteit.
De Dreyfus-affaire ging om de vraag van wie Frankrijk is‚ en was in zekere zin een poging om bepaalde effecten van de Franse revolutie terug te draaien. De extreemrechtse revolutie of populistische revolutie van nu‚ die even lijkt te haperen‚ doet een poging de verworvenheden van de naoorlogse liberale wereldorde terug te draaien. Van wie is Europa? Van wie is Amerika?
Tot 1968 stond links voor de revolutie. Tegenwoordig staat links voor behoud van de status quo
Tot pakweg 1968 stond links voor de revolutie – of het nou de gematigde burgerlijke omwenteling was die de sociaaldemocratie voorstond of de wat snellere omwenteling die radicaal-links voorstond. Tegenwoordig staat links veeleer voor behoud van de status quo‚ voor bescherming van de verzorgingsstaat die inherent kapitalistisch is‚ iets wat in de gauwigheid dreigt te worden vergeten. Er is nog een links dat zich keert tegen de status quo en een andere economische politiek lijkt voor te staan. Het links van Corbyn bijvoorbeeld‚ maar in hoeverre dat meer is dan retoriek valt te bezien.
Het elan van de revolutie ligt bij het nieuwe rechts. Een groot deel van de kiezers let meer‚ moet je concluderen‚ op emotionele dan op economische belangen. Hij kiest tegen zijn portemonnee en voor zijn emotie. Begrijpelijk‚ de mens drijft op zijn emoties. Waar komt de emotie van die kiezer vandaan? Het gevoel dat hem onrecht is aangedaan. De woede die hoort bij bittere teleurstelling‚ de angst niet voor vol te worden aangezien.
Bestaat een maatschappij waarin niemand meer teleurgesteld is‚ waarin niemand meer meent dat hem onrecht is aangedaan? Volgens mij niet. Het monster van de anti-Dreyfusards‚ van haat tegen moderniteit en de vreemdeling‚ zal altijd weer de kop opsteken. Het monster kan verslagen worden‚ maar alleen tijdelijk.
Wordt Vervolgd, augustus/september 2017