Waarom we (geen) grenzen moeten stellen aan rijkdom
De rijkste persoon op aarde heeft een vermogen van meer dan 200 miljard dollar. Dat is meer geld dan als je 250 duizend dollar per dag had verdiend sinds het begin van onze jaartelling. Is dit soort extreme rijkdom wel te rechtvaardigen? Of is het na de armoedegrens nu tijd voor een rijkdomsgrens?
VOOR: Dick Timmer
Het probleem van extreme rijkdom
‘Er zijn goede redenen om mensen ongelijk te belonen. Maar daar zijn grenzen aan, want er komt een punt dat dat grotere vermogen niet meer wordt verklaard door een verschil in bijvoorbeeld talent of inzet. Bovendien zet extreme rijkdom politieke en sociale gelijkheid op het spel. Mensen met meer vermogen en meer sociaal kapitaal hebben ook meer politieke invloed en meer kansen. We moeten voorkomen dat de ongelijkheid van generatie op generatie doorgegeven wordt.’
Niet fout of goed
‘Waar bij armoede een veel grotere urgentie bestaat om dat aan te pakken, is het niet intrinsiek fout of goed om extreem rijk te zijn. Maar in de maatschappij waarin we leven, met zoveel armoede en uitdagingen als klimaat, past die extreme rijkdom niet.’
De vervuiler betaalt
‘Welvaart kun je waardevoller inzetten door te herverdelen, met name naar huishoudens en individuen die onder de armoedegrens leven. Bovendien zijn er allerlei grote maatschappelijke uitdagingen, zoals de aanpak van klimaatverandering, waar veel kapitaal voor nodig is. De sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen. Bovendien bewijzen studies keer op keer dat superrijken een veel grotere voetafdruk hebben; dat rechtvaardigt het principe dat de vervuiler betaalt. Het vermogen boven die rijkdomsgrens kunnen we herverdelen zonder dat het de superrijken veel pijn doet.’
Kwaliteit van leven
‘In een onderzoek onder de Nederlandse bevolking zegt een meerderheid van de respondenten dat boven de 2,2 miljoen euro nog meer vermogen niets toevoegt aan de kwaliteit van leven. Maar het is moeilijk om zomaar een getal op de rijkdomsgrens te plakken. Het bepalen van de rijkdomsgrens is een politieke keuze.’
Niet de oplossing voor alles
‘Het stellen van een rijkdomsgrens is echter niet de oplossing voor alles. Met een rijkdomsgrens komt niet meteen een einde aan armoede en politieke ongelijkheid, maar er zijn wel goede ethische redenen voor.’
TEGEN: Marcel Tak
Ontwijkgedrag
‘Een rijkdomsgrens gaat veel regelgeving met zich meebrengen, en zal bovendien leiden tot ontwijkgedrag. Daarom haalt zo’n plafond weinig uit. Integendeel: waar de belastinginkomsten in eerste instantie zullen stijgen, gaan ze als gevolg van dat ontwijkgedrag op een zeker punt weer naar beneden. Dat is het principe van de Laffercurve.’
Meer consumptie
‘Bovendien zal een plafond leiden tot meer consumptie. Enerzijds bij de rijken, die hun vermogen dan liever zelf besteden of in de familie gaan verdelen. Anderzijds bij de mensen die door de herverdeling rijker gaan worden. En dan is de vraag, kan de aarde dat wel aan?’
Extreem rijken zijn ook early adopters
‘Dat stukje extreme rijkdom is ook geen werkloos kapitaal. Met dat geld zijn de rijken bereid om meer risico te nemen. Onder hen bevinden zich ook de early adopters van nieuwe technologie. Dat is belangrijk voor de economische groei.’
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Regelgeving voor de markten
‘Natuurlijk zijn de honderden miljarden die tech-miljardairs met name in de Verenigde Staten bezitten, bizar. Maar in Europa en Nederland is dat probleem minder groot. Wel hebben we de morele plicht om te zorgen dat mensen een goed bestaansminimum hebben. Maar we moeten geen geld gaan overhevelen. Ongelijkheid houd je altijd. In een goed werkende economie zou die ongelijkheid oplopen en weer terugvallen. Maar de markten functioneren niet goed. Ik ben niet voor veel overheidsinvloed, maar ze moet wel een goede marktmeester zijn.’
Structuren veranderen
‘We moeten structuren veranderen. Die enorme vermogensopstapeling heeft met economische en politieke machtsstructuur te maken. Dat moet je aanpakken. Niet het gevolg daarvan, die rijkdom. Een alleenstaande moeder met vijf kinderen schiet ook niets op met een inkomensplafond. Wel met een economie die groeit, waar zij van kan profiteren. Dat is tegenwoordig een gewaagde uitspraak. Maar meer groei betekent meer belastinginkomsten.’