Roos Ykema: ‘Ik zie het bieden van hulp als een vorm van verzet’
In deze rubriek portretteert Fotograaf des Vaderlands Marwan Magroun bevlogen Nederlanders. Dit keer: Roos Ykema (28), de oprichter van Migreat, een organisatie die strijdt voor migratie als mensenrecht en noodhulp biedt aan de Europese grenzen en in Ter Apel.
Motivatie
‘Mijn grootste privilege is mijn nationaliteit. Dat merkte ik pas toen ik zag hoe mensen van andere nationaliteiten worden behandeld. Toen ik in Bosnië werkte, zag ik mensen zwaargewond terugkomen van de grenzen. De grensbewakers deden dingen die als marteling kunnen tellen. Dan voelt het heel gek om ze alleen een dekentje en warme maaltijd te kunnen geven. We zagen dat het meer een politiek en juridisch probleem was dan alleen een situatie van zielige mensen die niet voor zichzelf kunnen zorgen. Uiteindelijk zijn we Bosnië uitgezet omdat men bang was dat vluchtelingen door onze hulp zouden blijven. Als hulpverleners werden we gecriminaliseerd. Toen zijn we begonnen met ons activisme.’
Het systeem
‘Wij vinden dat ieder mens vrij moet zijn om te bewegen dus we willen eigenlijk het hele migratiesysteem omgooien. In de tussentijd zitten we wel in de realiteit waarbij mensen hulp nodig hebben aan de grenzen en dus ook in Ter Apel. Wat ons betreft is de oplossing niet iets meer opvang, iets meer leefgeld, of iets sneller aan het werk, maar gewoon het hele principe van andere regels voor andere nationaliteiten afschaffen.’
Het dilemma
‘Soms zijn we bang dat we het de overheid juist makkelijker maken om niets te doen. Zolang die ons tegenwerkt is het voor mij een teken dat we het goede doen. Alsnog maken we het de autoriteiten misschien makkelijk doordat ze weten dat wij nog wel dekens hebben liggen. Maar je kan ook niet niks doen als je weet dat mensen hulp nodig hebben. De overheid kan dat blijkbaar wel, maar ik niet.’