Dan maar pleisters plakken. Hoe straatarts Michelle van Tongerloo omgaat met falend beleid
Straatarts Michelle van Tongerloo ziet steeds weer nieuwe groepen mensen op haar spreekuur, die na beleidsveranderingen hun huis verloren. Hoe komt het dat goede gezondheidszorg niet voor iedereen toegankelijk is?
Henk drinkt nogal veel. Hij vergeet zijn medicijnen te slikken, raakt zijn spullen steeds kwijt en plast op de vloer in de eetzaal van de daklozenopvang. Straatarts en huisarts Michelle van Tongerloo vermoedt dat hij het syndroom van Korsakov heeft: een hersenziekte die het gevolg is van overmatig alcoholgebruik. Ze treft Henk een keer huilend en doorweekt aan op straat, en dan herkent hij haar niet. Ze probeert hem bij meerdere ggz-instellingen onder te brengen, maar wordt van het kastje naar de muur gestuurd, terwijl Henk meerdere malen met wonden op de eerste hulp belandt. Na de behandeling wordt hij dan weer teruggebracht naar de bomvolle opvang.
Voor Van Tongerloo, die sinds 2016 in Rotterdam-Zuid werkt, is het gekmakend, maar niets nieuws. Als ze het ziekenhuis belt om een onverzekerde patiënt door te verwijzen, hoort ze geregeld: ‘Ah nee hè? Weer een dakloze!’ Dat er een potje is waaruit de zorg voor onverzekerde mensen vergoed wordt, weten heel veel zorgmedewerkers nog altijd niet. Mensen krijgen daardoor vaak te laat zorg en worden steeds zieker. Een vleesboom kan dan leiden tot hartfalen, een tekenbeet tot een spoedoperatie aan een volledig ontstoken arm. Het leed is groot, de kosten zijn hoog.
De patiënt heeft niet de hoofdrol in het zorgsysteem
In haar boek Komt een land bij de dokter onderzoekt Van Tongerloo hoe het komt dat al deze mensen geen toegang krijgen tot goede zorg – een mensenrecht dat niet afhankelijk is van een verblijfsvergunning of zorgverzekering. Hoe kan het dat we mensen in de meest kwetsbare posities zo slecht beschermen? Ze vertelt niet alleen vanuit ervaringen uit de spreekkamer: ze geeft mensen haar telefoonnummer of gaat bij hen langs, als het moet ook ’s avonds. Om de mens achter de patiënt te zien heb je geen professionele afstand, maar professionele nabijheid nodig.
Lees ook: Portret van Michelle van Tongerloo en mede-Amnesty-vrijwilliger AlaattinDakloze jongeren, moeders en kinderen
In de loop der jaren ziet Van Tongerloo de patiënten veranderen. Aanvankelijk behandelt ze vrijwel alleen maar ongedocumenteerde mensen, later arbeidsmigranten, mensen met (ernstige) psychiatrische ziektebeelden en door het falende woonbeleid ook steeds vaker economisch dakloze jongeren, moeders en kinderen: mensen met wie niets aan de hand is, behalve dat ze hun huis niet meer kunnen betalen. Beleid creëert steeds nieuwe groepen mensen op straat, en een leven op straat is een aanslag op de gezondheid. Maar verbetering brengen, een beroep doen op regelingen waar iemand recht op heeft, of het wantrouwen ombuigen in vertrouwen: het duurt allemaal jaren. De patiënt, concludeert ze, speelt geen hoofdrol in het zorgsysteem.
Van Tongerloo gooit het over een andere boeg. Soms betaalt ze gewoon zelf. Voor kinderopvang, zodat een jonge moeder weer naar school kan. Ze lost een schuld van een paar duizend euro af, om te zorgen dat iemand weer voor andere hulp in aanmerking kan komen. Ze brengt iemand die uitgeput is van het dakloze bestaan even onder in een hotel. Via oproepjes op sociale media is het geld vaak in een mum van tijd gedoneerd. Dat werkt soms beter dan een pijnstiller. Het is een pleister op falend beleid, die moet voorkomen dat de wond gaat etteren.