‘Mauritanië kent nog altijd een middeleeuwse vorm van slavernij’
Weekblad Time riep Biram Dah Abeid uit Mauritanië in april uit tot één van de honderd invloedrijkste mensen ter wereld. Hij is het gezicht van de Mauritaanse antislavernijbeweging. ‘In Mauritanië zitten slavernijbestrijders vast en gaan slavenhouders vrijuit.’ Over twee jaar doet Abeid mee aan de presidentsverkiezingen.
Het is eindelijk gelukt om contact te krijgen met mensenrechtenactivist Biram Dah Abeid (51). Hij is thuis, bij zijn gezin in Nouakchott, de hoofdstad van Mauritanië, waar de politie hem dag en nacht in de gaten houdt. Bellen gaat niet. Het gesprek verloopt via ingesproken whatsapp-berichten. Zijn stem klinkt helder en kalm als hij vertelt over het laatste gewelddadige optreden waarmee de autoriteiten zijn antislavernijbeweging IRA l’Initiative de Résurgence du Mouvement Abolitionniste (IRA) onderdrukken.
Een week eerder wilde Abeid naar huis terugkeren, na een reis langs diverse westerse landen. In een houten bootje stak hij de zuidelijke grensrivier over, die Senegal en Mauritanië scheidt. Toen hij de oever bereikte, werd hij opgewacht door een leger gewapende politieagenten, gendarmes en nationale garde. Abeid: ‘Ze waren in gevechtstenue met helmen op. Alsof ze zich moesten verweren tegen uiterst gevaarlijke demonstranten.’
De autoriteiten hadden alles uit de kast getrokken om te verhinderen dat IRA-leden en sympathisanten hem zouden kunnen ontmoeten. De geplande rondreis door Mauritanië die Abeid meteen na aankomst wilde beginnen om de noden van de bevolking te horen, werd verboden. In dorpen en steden die hij zou aandoen, waren de veiligheidsdiensten gemobiliseerd en massaal uitgerukt om aanhangers van Abeid tegen te houden en te verdrijven. Tientallen IRA-activisten werden opgepakt en mishandeld. ‘Ze moesten zich uitkleden en werden met wapenstokken geslagen’, vertelt Abeid in de whatsapp-berichten.
De autoriteiten eisten dat hij met een politie-escorte naar Nouakchott zou vertrekken. Niet om hem te beschermen, maar om hem te isoleren van zijn aanhang. Abeid: ‘Ondanks dreigementen dat mensen gevangenisstraf krijgen als ze mij bezoeken, komen hier thuis in Nouakchott de hele dag kleine delegaties langs.’
De meester heeft recht op seks met zijn slavinnen, of het nou meisjes van 7 zijn of oudere vrouwen
Wat een contrast met een paar weken eerder, als Abeid in Leiden een lezing geeft en zich een dag later laat interviewen in het Gelderse plaatsje Westervoort, waar de Nederlandse IRA-afdeling is gevestigd. Zijn telefoon rinkelt onophoudelijk.
‘Het is voor buitenlanders altijd moeilijk te begrijpen, maar Mauritanië kent nog altijd een middeleeuwse vorm van slavernij’, zegt Abeid. Zijn mensenrechtenorganisatie IRA, die hij in 2008 oprichtte, voert een vreedzame strijd voor de uitbanning van dit eeuwenoude misbruik via demonstraties, rechtszaken, bevrijdingsacties en bewustwordingscampagnes. Formeel schafte Mauritanië in 1981 de slavernij af, als allerlaatste land ter wereld. Maar pas sinds 2007 is het strafbaar slaven te houden en in 2015 werd het een misdrijf tegen de menselijkheid.
‘Het zijn dode letters’, oordeelt Abeid over die wetten. De regering heeft zijn organisatie, die in Mauritanië tienduizenden leden telt en in zo’n elf landen afdelingen heeft, verboden. Op lidmaatschap staan gevangenisstraffen. ‘We krijgen regelmatig doodsbedreigingen. Er zijn drie gerichte moordaanslagen tegen mij gepleegd.’ De politie liet de aanslagplegers vrij of was zelf betrokken.
Bodyguards
De Mauritaniër sluit zijn ogen en denkt na over de vraag of er een slavernij-zaak is die het meest indruk op hem heeft gemaakt. ‘Elke keer dat we slaven vrij krijgen, is bijzonder’, zegt Abeid. Nu draagt hij een pak en stropdas, maar thuis gaat hij gekleed in een Afrikaans gewaad. Na enig aandringen geeft hij toch een antwoord. Het was april 2011. Abeid was met zijn vrouw en bodyguards voor een bezoek aan vrienden in het zuiden van Mauritanië, toen een lokale IRA-activist hem voorstelde aan de 10-jarige Said. ‘Hij was mager, ondervoed en heel bang.’ Het jongetje was een slaaf van een rijke familie, die hem dwong in de woestijn hun kudde kamelen te hoeden. De familieleden mishandelden hem. Said mocht niet naar school. Hij kon niet lezen of schrijven. Bij een waterbron hadden veehoeders tegen Said gezegd: ‘Als je de kans hebt, moet je die Biram ontmoeten. Hij kan je bevrijden.’ Said wist zijn angst te overwinnen en vluchtte naar zijn tante, die in een woestijndorpje in de buurt woonde. Zij bracht hem naar een IRA-lid. En zo stond Said op die gedenkwaardige dag voor Abeid. Meteen deed hij aangifte tegen de slavenhouders, maar de politie weigerde. Pas na dagenlange protesten voor het politiebureau waren de agenten bereid de aangifte op te nemen en werden Saids slavenhouders gearresteerd: vijf broers, onder wie een politieman en een leraar, een zus en hun moeder.
Gebruikt, verkocht en verhuurd
De schattingen van het aantal slaven in Mauritanië lopen flink uiteen. Abeid stelt dat 20 procent van de bevolking (zo’n 4 miljoen mensen) als slaaf leeft. De Global Slavery Index kwam in 2014 uit op 4 procent, ofwel 155.600 mensen. Maar vorig jaar stelde de index de aantallen plots naar beneden bij: 43 duizend slaven. ‘De index geeft een veel te mooi beeld, maar wij weten wat er werkelijk aan de hand is’, aldus Abeid.
Slavernij wordt doorgegeven via de moeder: een kind van een slavin wordt automatisch als slaaf geboren. Eigenaren zien hun slaven als bezit, dat gebruikt, verkocht en verhuurd kan worden. Kinderen en vrouwen moeten het huishouden doen en vee hoeden. Mannen doen het zware werk. Ze worden mentaal, fysiek, religieus, sociaal en financieel volkomen afhankelijk gemaakt.
De slavenhouder heeft recht op seks met zijn slavinnen ‘Meisjes en vrouwen worden niet alleen door hun maître verkracht, maar ook door zijn zonen, neven, vrienden en soms passanten. Vaak weten vrouwen niet wie de verwekker van hun kind is. Als slaven te oud zijn, worden ze gedumpt in de woestijn, waar ze een vreselijke dood sterven. Het is een gewelddadig apartheidssysteem dat is gebaseerd op racisme en dominantie’, stelt Abeid.
Slavenhouders behoren tot de blanke Arabische Berber-minderheid, die het in de regering en staatsinstellingen voor het zeggen heeft. Het verklaart de enorme machtsstrijd die rondom de strijd tegen slavernij woedt. ‘Niet alleen de president, maar ook vele ministers, hoge functionarissen, militairen en rechters hebben zelf slaven’, stelt Abeid. Slaven behoren tot de etnische Haratine, een kaste waartoe de helft van de Mauritaniërs behoort.
Als slaven te oud zijn, worden ze gedumpt in de woestijn, waar ze een vreselijke dood sterven
Ook Abeid is een Haratine. Hij vertelt hoe hij op zijn 10de getuige was van een incident dat zijn leven zou bepalen. ‘Mohamed, een slaaf van de buren, kwam bij ons langs. Omdat hij honger had gaf mijn moeder hem te eten. Maar toen kwam zijn maître hem halen. Deze slavenhouder, een fragiele man, ranselde Mohammed met een stok af. Hoewel hij veel sterker was, verweerde Mohammed zich niet. Gedwee volgde hij zijn meester naar huis.’
Verbijsterd vroeg Abeid zijn moeder waarom Mohamed zich liet slaan. ‘Ze zei dat hij met ketenen vastzit. Geen echte ketenen, maar ideologische en religieuze. Slaven durven hun meester niet te verlaten uit angst voor de maatschappij en voor Allah die hen eeuwig in het vagevuur zou laten branden. In Mauritanië worden nog altijd islamitische codes en boeken aangevoerd als rechtvaardiging voor slavernij.’
Die dag kreeg hij ook zijn tragische familiegeschiedenis te horen. Abeids oma was een slavin. Ook bleek zijn vader eerder getrouwd te zijn geweest met een slavin. ‘Maar na een conflict verkocht de slavenhouder de eerste vrouw van mijn vader en hun twee kinderen’, vertelt Abeid, die zelf een kind uit het tweede huwelijk is. Van zijn vader kreeg Abeid een opdracht mee: ik stuur je naar school en hoop dat je alle kennis tot je neemt om sterker te staan in de strijd tegen de slavernij. Abeid studeerde geschiedenis en rechten, maar door geldgebrek kon hij die studies niet voltooien. Hij werd griffier bij de rechtbank en later juridisch adviseur van de voorzitter van de Nationale Commissie voor de Mensenrechten.
Uitgescholden
In 2010 werd hij echter ontslagen vanwege zijn activisme tegen de slavernij. Datzelfde jaar hield IRA voor het eerst een demonstratie. ‘We hadden gehoord dat een directrice van de nationale bank twee meisjes als huwelijkscadeau had gekregen’, vertelt Abeid. Met een kerngroep van veertig IRA-leden ging hij de straat op. De autoriteiten reageerden met grof geweld. Abeid werd opgepakt en veroordeeld tot een jaar celstraf. ‘In de gevangenis werd ik gemarteld. Ik werd verschrikkelijk afgetuigd. Met dunne kleren zat ik in de winterkou in een cel.’ Na drie maanden werd hij vrijgelaten, na internationale druk en binnenlandse protesten.
De bankdirectrice werd veroordeeld tot zes maanden cel. ‘Het was ons eerste succes voor de rechtbank. Hoewel ze al na negen dagen vrijkwam, was de impact enorm. Uit angst voor arrestatie lieten slavenhouders duizenden slaven vrij.’
Na de eerste arrestatie werd Abeid nog twee keer vastgezet. Net na zijn vrijlating vorig jaar werden dertien IRA-leden opgepakt en gemarteld. Twee van hen zitten nog vast. ‘Het is de omgekeerde wereld in Mauritanië. Het zijn de antislavernij-activisten die in de gevangenis zitten, maar de slavenhouders, de werkelijke criminelen, gaan vrijuit.’
Tegenover de repressie in eigen land staat de internationale lof. Het Amerikaanse magazine Time riep Abeid uit tot een van de honderd invloedrijkste personen ter wereld van 2017. Vrijwel elke maand krijgt zijn antislavernijbeweging wel ergens een onderscheiding. In 2013 ontving hij de VN-Mensenrechtenprijs en de Front Line Defenders Award. Twee jaar later kreeg zijn organisatie de Mensenrechtentulp van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. ‘Die onderscheiding was heel waardevol, omdat ik toen gevangen zat.’
Geen formele partij
‘Echte verandering is pas mogelijk als er een einde komt aan het apartheidsbewind in Mauritanië’, zegt Abeid. Bij de verkiezingen van 2014 gold hij als de uitdager van de zittende president Mohamed Ould Abdel Aziz, een generaal die in 2008 via een coup aan de macht was gekomen. Abeid werd tweede, met 9 procent van de stemmen. Hij groeide uit tot de belangrijkste oppositieleider van het land en zal deelnemen aan de presidentsverkiezingen van 2019. Abeid: ‘We zijn geen formele partij, maar we hebben enorme steun onder de bevolking. Daarom zijn de machthebbers zo bang, want als er een daadwerkelijk einde aan de slavernij komt, zullen enorme groepen vrijgelaten slaven papieren en rechten krijgen, waardoor ze kunnen stemmen. Dat zal het einde betekenen van het huidige minderheidsregime.’
Said, de jonge slaaf die door zijn tante met Abeid in contact kwam, woont bij de IRA-leider in Nouakchott. Net als zijn jongere broertje Yarg en tientallen andere ex-slaven, die de beweging vrij wist te krijgen. De twee jongens gaan naar school, vertelt Abeid. ‘Ze zijn uitstekende leerlingen en hebben grote plannen voor hun toekomst.’
Biografie
NAAM Biram Dah Abeid
GEBOREN in 1965 in Jidrel Mohguen, Zuid-Mauritanië
RICHTTE in 2008 de antislavernijbeweging IRA op
ZAT drie keer in de gevangenis
KREEG vele onderscheidingen waaronder de Mensenrechtentulp van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken
UITGEROEPEN door Time tot een van de honderd meest invloedrijkste mensen ter wereld van 2017
PRESIDENTSKANDIDAAT voor de Mauritaanse verkiezingen van 2019