
‘De meeste mensen staan positief tegenover mensenrechten, maar zijn sceptisch over de effectiviteit ervan’, zegt Kenneth Roth (69). ‘Ik wil laten zien dat dat beeld niet klopt. Dat mensenrechtenbewegingen hardball spelen.’
Roth was drie decennia lang hét gezicht van Human Rights Watch (HRW) – die andere grote mensenrechtenorganisatie, die net als Amnesty International wereldwijd opereert. Het leverde hem de bijnaam ‘The Godfather of Human Rights’ op. Eind 2022 trok hij zich terug als directeur van de organisatie, die onder hem groeide van zo’n zestig medewerkers naar meer dan 550, met een budget van meer dan 100 miljoen dollar per jaar. Ter vergelijking: Amnesty International heeft een budget van bijna 400 miljoen euro en heeft zo’n 2.500 medewerkers wereldwijd.
Een groot verschil
Eind februari verscheen Roths boek Righting Wrongs over ruim dertig jaar strijd tegen autoritaire regimes. In het boek geeft hij tientallen voorbeelden van de impact die zijn werk heeft gehad. ‘Ik denk niet dat je het kunt lezen zonder te beseffen dat de mensenrechtenbeweging een groot verschil maakt’, vertelt hij in een Zoom-gesprek. ‘Soms win je, soms verlies je en soms is het beste wat je kunt doen voorkomen dat dingen erger worden. Maar ik ben ervan overtuigd dat de wereld er een stuk slechter voor zou staan als de mensenrechtenbeweging er niet zou zijn.’
Wie is?
UitklappenNaam
Kenneth Roth
Geboren
23 september 1955 in Elmhurst, Illinois (VS). Zijn Joodse vader, gevlucht uit nazi-Duitsland, vertelde hem al vroeg over ‘het kwaad waar regeringen toe in staat zijn’.
Getrouwd
met Annie Sparrow, een (kinder)arts die in gevaarlijke oorlogsgebieden werkte.
Studeerde
Geschiedenis aan Brown en Rechten aan Yale.
Werkte
als federaal aanklager in New York en was van 1993 t/m 2022 directeur van Human Rights Watch. Nu senior fellow aan de Harvard Kennedy School’s Carr Center for Human Rights Policy en gastdocent aan Princeton.
Schreef
Righting Wrongs: Three Decades on the Front Lines Battling Abusive Governments (2025)
Human Rights Watch werd in 1988 opgericht en heeft inmiddels kantoren in bijna twintig (voornamelijk westerse) landen. Het hoofdkantoor zit in New York. De organisatie publiceert rapporten over meer dan honderd landen en brengt jaarlijks een ‘World Report’ uit over de staat van mensenrechten wereldwijd.
Anders dan Amnesty, heeft HRW geen grote achterban van actieve leden. Terwijl Amnesty naast onderzoek en lobbywerk ook campagnes voert, vrijwilligers inzet en acties organiseert, focust HRW zich voornamelijk op onderzoek, druk uitoefenen via de media en lobbywerk. Beide organisaties zijn niet afhankelijk van overheidsgeld. Amnesty leunt financieel vooral op zijn miljoenen leden, HRW hoofdzakelijk op grote donoren.
‘We proberen de kosten-batenanalyse van repressie te veranderen’
‘Veel van ons werk’, legt Roth uit, ‘bestaat uit het documenteren van mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden. Vervolgens vragen we regeringen om hun invloed te gebruiken om die schendingen te stoppen. Willen ze militaire hulp, wapenverkoop of handelsvoordelen aan een repressieve regering intrekken? Zo proberen we de kosten-batenanalyse van repressie te veranderen.’
Wat hij ziet als zijn grootste succes? ‘Human Rights Watch kreeg in 1997 de Nobelprijs voor de Vrede voor het verdrag om landmijnen te verbieden. En we stonden aan de basis van de verdragen om clustermunitie en kindsoldaten te verbieden. We speelden ook een centrale rol in de oprichting van het Internationaal Strafhof in Den Haag. Dat zijn allemaal grote dingen, maar ik hecht nog meer waarde aan de impact die we hebben gehad in bepaalde landen zelf.’
Geen lineair proces
Hij geeft een voorbeeld. ‘In Oost-Congo documenteerde Human Rights Watch in 2012 hoe de Rwandese regering een vreselijk gewelddadige rebellengroep genaamd M23 steunde. Paul Kagame, de Rwandese president, ontkende dat. Pas toen het derde rapport uitkwam, kregen we de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry en de Britse minister van Buitenlandse Zaken William Hague zover dat ze Kagame persoonlijk belden en zeiden: als je niet stopt, zetten we de ontwikkelingshulp stop.’
Kagame stopte meteen en binnen een paar dagen stortte M23 in. ‘Dat was dus een grote overwinning. Er volgde acht jaar van relatieve vrede in Oost-Congo. Maar tegenwoordig steunt Kagame M23 weer. Westerse regeringen veroordelen hem, maar ze straffen hem niet, dus komt hij er voorlopig mee weg. Het laat zien dat de strijd voor mensenrechten geen lineair proces is.’
Op het moment dat uw boek verschijnt lijkt de wereld er niet per se goed voor te staan. Autocratieën zijn in opmars.
‘Ik denk dat daar twee kanten aan zitten. Als je kijkt naar mensen die onder autocratische regeringen leven of die met die dreiging worden geconfronteerd, dan maken ze bijna universeel duidelijk dat ze democratie willen. Overal zijn mensen die de straat op gaan om democratie te eisen of verdedigen. Van Hongkong en Zuid-Korea tot Bangladesh en Nicaragua.’
Waar zit de grootste uitdaging?
‘In gevestigde democratieën, zoals Nederland of de VS, waar sommige mensen het gevoel hebben dat ze niet bediend worden door democratie. Een grote rol daarin speelt migratie, wat populisten heel gemakkelijk misbruiken door daar alle problemen aan toe te schrijven. Maar ook inflatie en de stagnerende economie voor de werkende klasse zijn belangrijk.
Grote delen van de bevolking hebben het gevoel dat ze niet gehoord worden door de overheid. Dit zijn de mensen die bereid zijn om niet-democratische alternatieven te overwegen. Dus ik denk dat de echte uitdaging in westerse democratieën is om beter te voldoen aan de behoeften van gewone mensen.
Lees ook:
In de VS heeft Donald Trump een aantal rampzalige stappen gezet. Zijn topprioriteit is deportatie. Hij stuurt mensen naar Mexico zonder proces, gooit mensen in Guantánamo. En zijn idee om 2 miljoen Palestijnen uit Gaza te verdrijven is een regelrechte oorlogsmisdaad. Het laat Trumps onverschilligheid voor mensenrechten zien.
Toch denk ik dat we ook met hem kunnen samenwerken. Hij ziet zichzelf als een meester in het maken van deals en hij wil een Nobelprijs voor de Vrede. Dus misschien is hij toch gevoelig voor bepaalde druk. Als Trump ervan overtuigd kan worden dat bijvoorbeeld het gebruik van Oeigoerse dwangarbeid in China een niet-competitieve handelspraktijk is, een manier om arbeidskosten te verlagen, dan kan hij deze zeer ernstige mensenrechtenschending misschien aanpakken.’
In eigen land is hij bezig de rechtsstaat omver te werpen. Bent u bang dat hij ook HRW het zwijgen zal opleggen?
‘Nee, dat kan hij niet. De onafhankelijke media in de VS zijn sterk. Het maatschappelijk middenveld is sterk. Hij kan proberen wraak te nemen op groepen, maar ik denk niet dat dat heel succesvol zal zijn. Maar dat Trump probeert de checks and balances op zijn gezag te ondermijnen, is een echt gevaar.’
Trump en Elon Musk hebben de Amerikaanse ontwikkelingshulp USAID bevroren. Wat betekent dit voor de mensenrechten wereldwijd?
‘USAID komt direct tegemoet aan de economische en sociale rechten van mensen. De organisatie betaalt voor onderwijs, huisvesting, sanitaire voorzieningen, heel basale dingen. Dat gaat nu allemaal stoppen. Daarnaast financiert USAID ook mensenrechtenverdedigers die democratie promoten. Onafhankelijke journalisten, ngo’s, alle dingen die autocraten haten. Door deze onafhankelijke stemmen het zwijgen op te leggen, geeft Trump een enorm geschenk aan alle autocraten van de wereld.’
Trump legde ook sancties op aan Karim Khan, aanklager van het Internationaal Strafhof in Den Haag. Vanwege de aanklacht tegen de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en de voormalige defensieminister Yoav Gallant.
‘Ronduit schandalig… Ik denk dat hier een grens moet worden getrokken! Als je kijkt naar artikel 70 van het Statuut van Rome, dan is dat regelrechte inmenging in een onafhankelijke instelling van justitie. Het zou me daarom helemaal niet verbazen als Khan Trump aanklaagt voor het belemmeren van de rechtsgang.’
Wat zou dat betekenen?
‘We moeten niet naïef zijn en denken dat Trump dan de volgende dag in de boeien wordt geslagen. Maar wel zouden 125 lidstaten dan verplicht zijn hem te arresteren als hij zou opdagen. Net als met Vladimir Poetin. Poetin zal niet meteen morgen gearresteerd worden, maar hij kan niet ver komen. Hij kon niet naar de BRICS-top in Zuid-Afrika omdat hij daar gearresteerd had moeten worden. Dus de wereld zal een stuk kleiner worden voor Trump als deze aanklachten er komen.’
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Israël speelt een belangrijke rol in uw boek. U schrijft dat u elk rapport over Israël voor publicatie persoonlijk beoordeelde. Kunt u uitleggen waarom?
‘Omdat ik wist dat we er kritiek op zouden krijgen. Israël heeft een georganiseerde gemeenschap sympathisanten. Dus als hoofd van de organisatie wilde ik ervoor zorgen dat ik achter elk woord kon staan.
Het rapport over de apartheid van Israël in de bezette gebieden heb ik drie keer in detail doorgenomen om te zorgen dat het bulletproof was. Dat werkte, want toen het uitkwam, wist de Israëlische regering niet wat ze ermee aan moesten. Het waren 213 pagina’s vol met onweerlegbare feiten en onweerlegbare juridische analyses. Dus gingen Israël-supporters over op de gebruikelijke scheldpartijen. We zijn bevooroordeeld, antisemitisch… Maar iedereen kijkt daardoorheen.’
Wat vond u van het HRW-rapport over de genocide in Gaza?
‘Ik denk dat er geen twijfel over bestaat dat er genocide plaatsvindt in Gaza. Als je alleen al naar het aantal doden kijkt, dan zijn dit er veel meer dan bijvoorbeeld in Srebrenica. Maar het gaat bij genocide ook om het creëren van omstandigheden die onleefbaar zijn, en dat is wat Israëls strategie van hongersnood en ontbering heel bewust probeert te doen.’
Toen u afscheid nam van HRW kreeg u een fellowship aangeboden bij de Harvard Kennedy School…
‘Ik had alleen de goedkeuring nog nodig van de decaan. En aan het einde van een prettig Zoom-gesprek vroeg hij plotseling: heb je vijanden? Ik zei: dat is het risico van het vak. China en Rusland hebben sancties tegen mij afgekondigd, de Rwandezen haten me, de Saudi’s… En – ik wist natuurlijk wel waar hij op doelde – de Israëlische regering is ook niet zo dol op me. Twee weken later belden ze me om te zeggen dat het niet doorging.
Na veel media-aandacht kreeg ik de aanstelling alsnog. Nu heb ik aan Harvard en de Kennedy School gevraagd om een verklaring naar buiten te brengen dat Israël bekritiseren onderdeel is van de academische vrijheid. Geen van beide wilde dat doen. Dat is hoe we er nu voor staan.’
Wat zegt dat over de academische vrijheid in de VS?
‘Het is en blijft moeilijk om Israël te bekritiseren, omdat zoveel donoren bereid zijn hun economische invloed te gebruiken om kritiek tegen te houden. Dat is een probleem dat we nu bij een groot aantal universiteiten zien.’
U kreeg daar ook mee te maken bij Human Rights Watch.
‘Zeker, als we rapporten uitbrachten over Israël, dan verloren we soms een donor. Dat was dan maar zo. We gaan echt niet onze kernprincipes veranderen vanwege dreigementen. Dat heb ik ook tegen Harvard gezegd: als ik dat kon, waarom doen jullie dat dan niet? Waarom zijn jullie niet bereid de academische vrijheid te verdedigen?’