Nauwelijks hebben we elkaar in de aankomsthal van het station Holland Spoor de hand geschud of Laila Ait Baali pakt de vrouw naast haar bij de schouder en zegt met hoorbare trots: ‘Dit is degene bij wie het bij mij allemaal vandaan komt.’ Het is haar moeder.
Daarover vertellen ze bij een cappuccino samen verder, voordat Ait Baali haar eigen carrière als activiste voor vrouwenrechten en gendergelijkheid uit de doeken doet. De dochter levendig en met nadruk, de moeder meer terloops, met een schouderophalen en een bescheiden glimlach.
Draai vinden
Ait Baali’s moeder Rakia Jakani was 19 toen ze in 1977 Marokko verruilde voor Heerenveen, waar haar echtgenoot enkele jaren eerder na werk in Libië en Frankrijk een baan had gevonden in de fietsenfabriek van Batavus. Meteen na aankomst gaf haar echtgenoot haar een rondleiding in hun nieuwe leven. Waar zich de bank bevond, de huisarts, de winkels, de politie. In de volgende winter, toen de Friezen hun auto’s uit de sneeuw groeven en er een ijzige wind raasde, dacht ze weleens: waar ben ik beland?, maar ze vond haar draai. Ze leerde fietsen en autorijden en toen er kinderen kwamen, verscheen ze op school om de zwemlessen en andere activiteiten te volgen. ‘Ze was een actieve, aanwezige moeder’, zegt Ait Baali (36) als haar moeder, die vanwege hun latere afspraak meegekomen is, zich met haar telefoon op haar eigen bezigheden richt.
‘Je kunt bereiken wat je wilt, leerde mijn vader me. Als het niet linksom lukt, dan rechtsom. Doorgaan’
Pas toen Ait Baali zelf verhuisde van haar vertrouwde Heerenveen naar haar nieuwe werkplek in Den Haag, besefte ze hoe ver de reis was die haar moeder had gemaakt. Ze kijkt met genegenheid opzij en zegt: ‘Als ik al moeite had met de nieuwe omgeving terwijl ik in Nederland ben opgegroeid en de taal spreek, hoe moet het dan wel niet voor haar zijn geweest?’
Haar vader was een overtuigd sociaaldemocraat. ‘Hij vond: als je het goed hebt, gebruik je dat om anderen te helpen.’ Op vakantie naar Marokko zat het busje steevast vol met kleding en schoolspullen voor daar. Hij steunde families die het niet breed hadden en stimuleerde de ouders hun kinderen naar school te laten gaan – ook meisjes. En hij leerde haar in zichzelf te geloven. ‘Je kunt bereiken wat je wilt. Als het niet linksom lukt, dan rechtsom. Doorgaan.’
Later kwam de inspiratie ook van beroemde voorbeelden als Rosa Parks, die in 1955 als zwarte vrouw weigerde op te staan voor een witte passagier. En van Suze Groeneweg, die in 1918 als eerste vrouw haar zetel in de Tweede Kamer innam.
Gelijke machtsverhoudingen
Via een studie Internationaal en Europees Recht, en banen bij ministeries en Mama Cash, ging Ait Baali eerst als vrijwilligster en sinds 2015 als vaste kracht aan de slag bij WO=MEN (spreek uit: women equals men). Een platform dat zich in Nederland en de rest van de wereld inzet voor gelijke machtsverhoudingen tussen vrouwen en mannen. De ongeveer vijftig organisaties en 125 professionals die aan WO=MEN verbonden zijn, vormen een bont gezelschap van ontwikkelings- en vredesorganisaties als Amref Flying Doctors, vrouwen- en genderrechten-organisaties als Women on Waves, vakbonden, voormalig politiefunctionarissen, journalisten, kennisinstituten, academici, oud-militairen, ondernemers, studenten en opiniemakers. Het platform draait grotendeels op contributies van de aangesloten leden en op financiering van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Als programmamanager politieke lobby spant ze zich in om vrouwenrechten en gendergelijkheid op de politieke agenda te zetten. Ze spreekt met ministers van Buitenlandse Zaken en Onderwijs, en met Tweede Kamerleden. Ze is er trots op dat door samenwerking met bijna alle politieke partijen vrouwenrechten en gendergelijkheid inmiddels continue aandacht krijgen. Mede dankzij het werk van WO=MEN staan gendergelijkheid en vrouwenrechten als een van de kernpunten in de beleidsnota van minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Sigrid Kaag.
‘Minister-president Rutte krijgt van mij een vijf voor zijn houding ten aanzien van gendergelijkheid’
De gedreven lobbyiste formuleert makkelijk en zorgvuldig. En met een opmerkelijk vermogen om beladen onderwerpen met kennis en visie aan de orde te stellen, zonder olie op het vuur te gooien. ‘Het is onzin om te denken dat ongelijkheid van vrouwen alleen in landen als Saudi-Arabië speelt. Het is ook dichter bij huis aan de orde. In Oost-Europa. Ook in Nederland is de strijd nog niet gestreden – al ligt de ongelijkheid hier vaak meer onder de oppervlakte.’ Ze wil de jongere generatie met concrete voorbeelden doen beseffen dat vrouwenrechten en gendergelijkheid ook over hen gaan. Als mensen bijvoorbeeld willen weten of het niet slecht is voor de kinderen dat ze naar de kinderopvang gaan omdat hun moeder werkt, terwijl de vader die vraag niet krijgt. ‘Dat gebeurt nog steeds!’
Gekleurd en polariserend
Minister-president Rutte krijgt een onvoldoende voor zijn houding ten aanzien van gendergelijkheid. Toen hem vorig jaar bij de benoeming van vertrouweling Stef Blok als minister van Buitenlandse Zaken werd gevraagd waarom er niet voor een vrouw gekozen was, antwoordde hij dat hij voor kwaliteit ging. ‘Zo geeft hij het signaal af dat hij kwaliteit aan man-zijn koppelt.’ Ze lacht en oordeelt: ‘Als rapportcijfer krijgt hij van mij een vijf.’
Op een gemiddelde dag gaat om zeven uur de wekker bij Ait Baali. Om 8.15 uur worden de drie zoons van 2, 4 en 8 naar school en de kinderopvang gebracht. In de tram naar kantoor leest ze het nieuws via kranten en andere media; ze checkt Twitter en Facebook. Dan begint de input bij organisaties, het netwerken, de lobby. Soms wordt het nachtwerk, soms kruipt ze eerder in bed om bij te tanken. ‘Maar niet zonder Pauw te kijken.’ Ze vindt de vragen in praatprogramma’s vaak gekleurd en polariserend. Toch zou ze waarschijnlijk aanschuiven als er een uitnodiging komt. ‘Ik wil alleen niet in een hokje of een frame worden geduwd. Vaak wordt immers maar een deel van je identiteit uitgelicht.’
‘Vragen en nieuwsgierigheid zijn me liever dan onverschilligheid’
Als vrouw met een niet-Nederlandse achternaam en een hoofddoek, heeft ze daar de nodige ervaring mee. ‘Het schept verwarring: vrouwenrechten en een hoofddoek die voor veel mensen juist het symbool van onderdrukking is. ‘Hé, jij bent toch van de vrouwenrechten? Waarom dan die hoofddoek?’ Ze glimlacht even voordat ze vertelt hoe ze daarop reageert. ‘Vragen en nieuwsgierigheid zijn me liever dan onverschilligheid. Dus leg ik uit dat mijn hoofddoek een eigen, vrijwillige keuze is. Het is een uitdrukking van mijn devotie, van mijn relatie tot God. Zoals gelovige joden een keppeltje dragen.’ Een wet die vrouwen in welke samenleving dan ook voorschrijft hoe ze zich dienen te kleden, zal ze dan ook nooit steunen. Daarom ook voert ze actie voor de vrijlating van de Iraanse mensenrechtenadvocate Nasrin Sotoudeh die in maart van dit jaar tot 38 jaar gevangenisstraf en 148 zweepslagen werd veroordeeld omdat ze tegen de hoofddoek protesteerde.
Ait Baali is net terug van een werkbezoek aan Marokko. De reis echoot nog na. Ze is er zich weer extra van bewust hoezeer het ruimte creëren voor geluiden die tegen machtsstructuren aan botsen, de essentie van haar werk is. Hoe ook de overheid daar vrouwen in diskrediet brengt.
Haar boodschap aan haar seksegenoten in die situatie: ‘Zie de tegenwerking niet als een persoonlijke aanval. Het zijn symptomen van starre patriarchale structuren die vrouwen klein willen houden.’ Die dynamiek op een abstracter niveau beschouwen, is een les die ze zelf gaandeweg geleerd heeft. Met milde spot haalt ze Johan Cruyff aan: je gaat het pas zien als je het doorhebt. Zo koud terug uit Marokko is ze extra blij met Nederland.
Ontnuchterend
Daar dacht ze in het verleden anders over. Nadat op 11 september 2001 de vliegtuigen in de Twin Towers vlogen, veranderden de school waar ze zich thuis voelde en de klas waarvan ze vanzelfsprekend deel uitmaakte in een plek waar ze zich moest verantwoorden. Waar sta jij? Wat vinden je ouders? ‘Ik was opeens de enige moslim, terwijl dat nooit een rol speelde.’ Ze schrok, was in de war en beducht om in gesprekken olie op het vuur te gooien. ‘Ik wilde normaal doen, de draad oppakken, maar juist dat bewust normaal doen voelde niet normaal.’ De hitte trok weer uit de lucht doordat leraren de spanningen bespreekbaar maakten en de polarisatie die in de samenleving was ontstaan wisten te weren. ‘Maar mijn onbevangenheid was ik kwijt.’
Het werden lastige jaren. De moord op Pim Fortuyn, de moord op Theo van Gogh. ‘Nederland voelde niet meer als mijn land. Ik herkende het hier niet meer.’ Ze vertrok naar Marokko waar ze het in de vakanties zo naar haar zin had gehad. Maar de dagelijkse realiteit werkte ontnuchterend. In de acht maanden dat ze in 2007 en 2008 als stagiair sociale zaken op de Nederlandse ambassade in Rabat werkte, maakte ze kennis met een samenleving waar het er keihard aan toeging. Ze leerde er Nederland weer om waarderen.
‘Ik de politiek in? lk kan nu meer betekenen dan wanneer ik binnen een politieke partij moet opereren. Maar zeg nooit nee’
Het gesprek komt op de politiek anno 2019 in Nederland en Europa. Op de invloed van de extreemrechtse partijen die het afschaffen van artikel 1 (gelijke behandeling en discriminatieverbod) bepleiten en de onafhankelijke rechterlijke macht ondermijnen. ‘Natuurlijk is dat verontrustend en reden om alert te zijn. Maar deze groepen zullen er altijd zijn. Ik ben niet naïef, maar wil evenmin doorslaan naar pessimisme.’
Ook haar kinderen zullen te maken krijgen met opmerkingen over hun achtergrond. Ze praat er nuchter en realistisch over. ‘Dit gebeurt. Dus wil ik ze weerbaarheid meegeven, zonder hun onbevangenheid af te nemen.’ Ze herhaalt de levenslessen van thuis: ‘Geloof in jezelf en laat je niet uit het veld slaan.’
Weg vrijgemaakt
Alles bij elkaar is ze hoopvol. ‘De generatie van mijn ouders was vooral arbeider. Het merendeel van mijn leeftijdgenoten doet het goed. Hoe solliciteer je, hoe bouw je netwerken op; dat leerde ik thuis niet. Ik kan mijn kinderen een vollediger pakket meegeven. Zij en ook mijn kleinkinderen en achterkleinkinderen gaan profiteren van de weg die wij hebben vrijgemaakt.’
Terug naar de positie van vrouwenrechten. Bij de vraag naar een concreet doel over tien jaar veert ze rechtop: ‘Een vrouwelijke minister-president.’ Of ze ergens in die toekomst zelf de politiek in zou willen? ‘lk kan nu meer betekenen. Vanuit het maatschappelijk middenveld ben ik vrijer om te spreken en heb ik meer bewegingsruimte dan wanneer ik binnen een politieke partij zou moeten opereren. Maar zeg nooit nee.’
Haar moeder kijkt op van haar mobiele telefoon. Die brengt het goede nieuws dat er mede dankzij haar geld gevonden is om een kind mee op schoolreisje te laten gaan. Maar bij de woorden van haar dochter schudt ze bedenkelijk het hoofd. Ze heeft weinig vertrouwen in politici. Ze trekt nog even een gezicht, maar besluit met: ‘Het is haar keuze.’
Een idealist zonder illusies, met die woorden van John F. Kennedy omschrijft ze zichzelf het liefst. Terugslagen in de ontwikkeling van vrouwenrechten zoals elders in de wereld bekijkt ze relativerend en met een langetermijnvisie. ‘Die horen erbij. Ze zijn een teken dat de machtsstructuren worden uitgedaagd. Dan zijn we juist op de goede weg. De ongelijkheid is niet in één generatie opgelost.’
Laila Ait Baali
UitklappenGeboren 29 april 1983 te Heerenveen
Werk Lobbyiste, activiste voor vrouwenrechten en gendergelijkheid bij platform WO=MEN. Huidige functie: programmamanager politieke lobby. Voert campagne en lobbyt voor de gelijkwaardige positie van vrouwen in Nederland en internationaal.
Studie Internationaal en Europees Recht aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Vrijwilligerswerk vanaf 2003 Taalcursussen aan migrantenvrouwen, ondersteuning van de lobby van migrantenvrouwen voor participatie in de lokale politiek.
Voorbeelden anno 2019 Sigrid Kaag, minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en Khadija Arib, voorzitter van de Tweede Kamer.