Iven Cudogham: ‘Wij zijn negen druppels op een gloeiende plaat’
Vijf gewetensvragen aan Iven Cudogham (46), programmamaker en auteur van kinderboeken over Anansi de spin. Cudogham is vader van zeven kinderen, was te zien in televisieprogramma Een huis vol en schreef het boek Papa!, over het vaderschap in een groot gezin. Hij ziet humor als zijn grote kracht.
Moet je wel zeven kinderen op deze wereld zetten?
‘Mensen zijn de grootste vervuilers, daar zijn we ons als groot gezin van bewust. Ik probeer dat ook aan de kinderen door te geven. Met zijn allen zijn wij negen druppels op een gloeiende plaat, die hopelijk allemaal weer een paar mensen kunnen beïnvloeden. Ik vind het dus te beperkt om alleen naar onze voetafdruk te kijken. Zo’n groot gezin moet je ook in een breder verband zien: wij zijn elkaars vangnet. Wij gaan niet eenzaam worden, we zullen misschien langer thuis kunnen wonen en zo besparen we de maatschappij ook veel kosten. We zorgen voor elkaar. Een individu is onderdeel van een groter systeem, daar probeer ik altijd naar te kijken.’
Ben jij geprivilegieerd?
‘Ik weet dat ik tot de happy few behoor: ik heb gestudeerd, ik ben gezond, we hebben het goed. Dat is me allemaal niet komen aanwaaien, maar het is wel hoe het is. Ik ben me ervan bewust dat niet iedereen in de wereld zich in die positie bevindt. Maar ik vind dat wij allemaal moeten doen wat we kunnen. Wij eten vegetarisch, we gaan niet vaak vliegen, we doen bijna alles op de fiets en we proberen onze kinderen op te voeden tot bewuste mensen.’
Zouden jullie op vakantie gaan naar een land waar mensen onderdrukt worden?
‘Poeh. Het eerlijke antwoord is denk ik toch wel: ja. Ook hierbij denk ik: dit moet je in een breder verband bekijken. Uitbuiting en onderdrukking zijn verschrikkelijk, maar ik denk dat we er ook hier allemaal schuldig aan zijn. En als je denkt van niet, ga dan maar eens na wie jouw kleding en spullen heeft gemaakt. Het zou best wel hypocriet zijn als ik zou zeggen dat ik principieel niet naar een land ga waar mensen onderdrukt worden, terwijl wij die toestand vanaf hier mede mogelijk maken.’
Wanneer kom jij in verzet?
‘Ik ben een Amsterdammer, hè. Ik roep op straat weleens “pannenkoek!” als iemand iets doet waar ik het niet mee eens ben. Dat klinkt braaf, en dat ben ik eigenlijk ook. Maar nu ik erover nadenk: ik vind dat je je mag verzetten als je vrijheid je ontnomen wordt. De kartrekkers van Kick Out Zwarte Piet zijn voor mij echt helden. Ze werden bespuugd en geslagen, maar ze hebben een revolutie op gang gebracht waardoor onze kinderen en kleinkinderen het beter gaan hebben. Chapeau. Soms is burgerlijke ongehoorzaamheid echt nodig om verandering tot stand te brengen. Want wie zegt dat de overheid altijd gelijk heeft?’
Is humor effectiever dan activisme?
‘Ik ben altijd klein van stuk geweest, maar ik was goedgebekt en met mijn humor kreeg ik een hoop voor elkaar. De schreeuwers krijgen in onze maatschappij vaak de aandacht, in de politiek, op de werkvloer en zelfs op het schoolplein. Dat wil niet altijd zeggen dat ze gelijk hebben. Ik vind niet dat we elkaar met fluwelen handschoentjes moeten aanpakken, hoor. Van mij mag je alles zeggen, maar ik vind wel dat je jezelf soms de vraag moet stellen: is het wel nodig om alles maar de wereld in te slingeren? Je kwetst anderen en je lost er niks mee op. Ik meen dat serieus: hou eens wat vaker je mond en luister naar de ander.’
In juni verschijnt het nieuwste deel in de prentenboekenreeks van Iven Cudogham over Anansi: Anansi de spin laat Aap weer lachen.