Ismail Ferdous (1989) is een internationaal befaamde fotograaf uit Bangladesh. Uit zijn foto’s spreekt altijd een diep medeleven met en tegelijkertijd groot respect voor de mensen die hij vastlegt: de verschopten van de wereld. Hij komt ze op allerlei plekken tegen, als onder meer vluchtelingen, asielzoekers, oorlogsslachtoffers, en zieken en gehandicapten zonder geld of professionele hulp.
Afkomstig uit een van de armste landen ter wereld, heeft hij ook veel van de rampen die Bangladesh geregeld overkomen gefotografeerd. Een van zijn bekendste series gaat over de instorting van het Rana Plaza-gebouw in 2013, waar textielmerken als Benetton en Primark ultragoedkoop hun kleren lieten fabriceren door uitgebuite arbeiders. Hij fotografeerde – toen nog maar 24 jaar oud – de wanhopige zoektocht naar overlevenden. Enkele jaren later maakte Ferdous een vervolgserie (overigens in samenwerking met de Nederlandse ambassade) over
de overlevenden en nabestaanden, om aandacht te blijven vragen voor de erbarmelijke omstandigheden waaronder veel Bengaalse textielarbeiders nog altijd moeten werken.
De tekst loopt door rondom de afbeeldingen.
Het langste strand ter wereld
Intussen staat het dichtbevolkte Bangladesh, in feite één uitgestrekte rivierdelta, natuurlijk bekend om de vele overstromingen tijdens de jaarlijkse moesson en de desastreuze gevolgen van de klimaatcrisis. Onlangs nog was in het nieuws dat het land in juni de ergste overstromingen in een eeuw had meegemaakt. Als de gemiddelde temperatuur op de wereld met 2 graden Celsius stijgt, zo wordt gezegd, dan zullen de overstromingen zelfs met 24 procent toenemen. De armen zullen daarvan de grootste slachtoffers zijn.
Oók een onderwerp voor Ismail Ferdous om vast te leggen, zou je zeggen. En dat heeft hij zeker gedaan. Maar voor de serie op deze pagina’s heeft hij voor een keer een andere kant van zijn land willen laten zien, bij het plaatsje Cox’s Bazar in het zuiden. Bangladesh heeft namelijk ook het langste natuurlijke strand ter wereld, van wel 120 kilometer. Daar gaan veel Bengalezen op vakantie. Ook Ferdous kwam er in zijn jeugd vaak; hij heeft er veel goede herinneringen aan.
Deze serie is daarom een ode aan zijn eigen kindertijd, maar ook, zo zegt hij zelf, een viering van de bijzondere cultuur op deze plek. De mensen hier komen uit alle lagen van de samenleving en ze gaan hier op hun paasbest gekleed naar het strand. Ze lopen voorzichtig en vol eerbied naar het water, gaan op de kustlijn staan, ‘als pelgrims aan het einde van een reis’, en genieten van het water op hun voeten en van de zon. De luidruchtigheid van populaire stranden in de buurlanden Thailand en India ontbreekt hier; er heerst een haast serene rust.
Stiekem, zo lijkt het, wil de inmiddels in New York wonende Ferdous zo de beeldvorming rond Bangladesh bijsturen. Want geef toe, wanneer heb je voor het laatst iemand uit Bangladesh zo blij, ontspannen en waardig op de foto gezien?