Een herder met een blauwe bal om zijn hoofd, een stel in sm-uitrusting, twee mannen in een rood shirt bij een vliegtuigwrak: wat is hier aan de hand? De foto’s van de Jordaans-Amerikaanse fotograaf Tanya Habjouqa zijn mooi, kleurrijk en opvallend, op zichzelf staande kunstwerkjes, maar hun verhaal is niet makkelijk te begrijpen. Hoe hangen ze samen?
De verbindende factor is de plek waar ze zijn genomen: de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever, en Palestijnse vluchtelingenkampen in Jordanië. We zien Joodse kolonisten en vooral Palestijnen, mensen die hier recht tegenover elkaar staan. Zo worden ze vaak ook in de media afgebeeld: als figuranten in een lange strijd van arme boeren tegen welvarende kolonisten, stenengooiers tegen soldaten.
Habjouqa probeert verder te gaan, te ontsnappen aan deze stereotypering, het beeld uit te breiden. In haar soms bijna surrealistische foto’s – onderdelen van een bijzondere multimediale serie die ze maakte voor BredaPhoto: The Sacred Space Oddity – legt ze de verborgen dromen en verlangens vast van de inwoners, vooral de Palestijnen. Ze keert hen binnenstebuiten: we kijken in hun innerlijke levens.
Zoals dat sm-stel: niet bezig met een intifada, maar met een gezamenlijke liefhebberij, in het geheim genieten van seks. De mannen in het rood staan bij de restanten van een pretpark dat ze wilden bouwen – wat ze vanwege de onlusten nog niet is gelukt. Op een andere foto zie je dat een vader een kleine Sixtijnse kapel in zijn woonkamer heeft geschilderd – in een huis dat voor de tweede keer gesloopt gaat worden door de Israëli’s. En wat je van de ‘psychedelische space herder’, zoals Habjouqa hem noemt, moet denken mag je zelf weten, maar hij lijkt een boel kleurige gedachten te hebben.
Misschien wel omdat hij op weg is naar het Poerimfeest, een soort joods carnaval, dat gevierd wordt in de Israëlische kolonie. Deze trekt volgens veel jongeren uit de stad vanwege de hippe en authentieke levensstijl.
(Tekst gaat door onder de foto’s.)
En zo benadrukt Habjouqa eigenlijk ook nog steeds de enorme kloof tussen beide partijen: de settlers kunnen vrij hun dromen najagen, tot aan het bouwen van schietbanen met kleurige ballonnetjes om op te mikken aan toe. Maar ze leven in het land van mensen voor wie die dromen daardoor vrijwel nooit werkelijkheid zullen worden. Mensen wier dromen elke dag breken.
Zij zullen genoegen moeten nemen met een heel klein hoekje voor henzelf, ingeperkt in ruimte en tijd, zoals de meisjes die spelen in het kleine stukje struikgewas ergens tussen school en huis.