‘In 2015 gaan we voor het klassieke Amnesty-werk’
Als directeur van Amnesty International heeft Eduard Nazarski vele voormalige politieke gevangenen gesproken. Allemaal hadden ze een aangrijpend verhaal. Maar de ontmoeting met Abdullah al-Mansouri afgelopen september was wel heel bijzonder. In de jaren tachtig was Al-Mansouri bij verstek ter dood veroordeeld omdat hij opkwam voor de rechten van de Ahwazi‚ een Arabische minderheid in Iran. Hij wist het land te ontvluchten‚ naar Nederland. In 2006 werd hij bij een bezoek aan de Syrische hoofdstad Damascus gearresteerd en uitgeleverd aan Iran. Zijn situatie leek hopeloos. Sindsdien voerde Nazarski met Amnesty actie voor Al-Mansouri. ‘Ik heb zijn familie en vrienden goed leren kennen. Dan krijgt zo’n zaak toch een andere lading. Ik had nooit durven dromen dat ik hem nog eens in levende lijve zou ontmoeten. Toen ik hoorde van zijn vrijlating‚ kon ik dat haast niet geloven.’ Al-Mansouri vertelde Nazarski wat hij heeft moeten doorstaan in die acht jaar gevangenschap. Nazarski wil daar echter niets over kwijt. ‘Dat zal Al-Mansouri zelf publiek maken als hij er klaar voor is.’
De ontmoeting met Al-Mansouri viel in de spannendste weken van het jaar voor Amnesty Nederland. In 2013 bleek dat de inkomsten van de organisatie dusdanig waren gedaald dat de organisatie drastisch moest inkrimpen (van 103 naar 76 voltijdbanen). Begin oktober viel het definitieve besluit wie kon blijven en wie niet. Hoewel veel medewerkers vrijwillig van een vertrekregeling gebruikmaakten‚ waren achttien gedwongen ontslagen onvermijdelijk. Inmiddels kijkt hij weer met vertrouwen naar de toekomst. ‘Het aantal leden is dit jaar minder gedaald dan we hadden gevreesd. De teller voor Amnesty Nederland staat nu op 250 duizend. De begroting voor 2015 is sluitend‚ de organisatie is weer gezond.’
Wel zal Amnesty’s agenda beperkter zijn dan voorheen. In 2015 zal de organisatie zich volgens Nazarski richten op onder meer discriminatie door de Nederlandse politie. Ook gaat Amnesty in gesprek met een aantal internationale sportbonden. ‘Landen die het WK voetbal of de Olympische Spelen mogen organiseren‚ moeten aan strengere voorwaarden voldoen. Denk aan arbeidsomstandigheden bij de bouw van stadions‚ zoals in Qatar‚ of aan het recht te demonstreren tijdens het evenement zelf. Begin dit jaar was ik namens Amnesty bij de Winterspelen in het Russische Sotsji. Tijdens het evenement werden enkele vreedzame activisten gearresteerd. Dat was pijnlijk‚ en de IOC-leden zouden dat in gedachten moeten houden als ze komende zomer beslissen waar de Winterspelen van 2022 worden gehouden. Alleen het Chinese Peking en Alma-Ata, Kazachstan, zijn nog in de race. Beide landen staan niet bekend als heel mensenrechtenlievend.’
In 2015 zal Amnesty zich blijven richten op acties voor individuen. Nazarski: ‘Dat is het klassieke Amnesty-werk: ons hardmaken voor bijvoorbeeld een gewetensgevangene die gemarteld wordt.’ Als voorbeeld noemt hij Raif Badawi‚ de Saudische blogger voor wie Amnesty sinds september iedere vrijdag demonstreert bij de ambassade van Saudi- Arabië in Den Haag. Voor zijn blogs werd hij veroordeeld tot tien jaar gevangenisstraf en duizend zweepslagen‚ verdeeld over twintig weken‚ in series van vijftig slagen. Nazarski: ‘Het is bizar dat Nederland excuses aanbiedt voor de anti-islamstickers van Geert Wilders‚ terwijl Den Haag het Saudische regime nauwelijks aanspreekt op de barbaarse straffen die het uitdeelt. De handelsbetrekkingen die we met het land hebben zijn kennelijk belangrijker.’
Maar is het schrijven van brieven naar dictatoriale regimes nog wel een effectief actiemiddel? Nazarski vindt van wel: ‘Met een brief kun je nog altijd echt iets concreets voor iemand doen. Ook dit jaar werden tientallen gevangenen vrijgelaten voor wie we actievoerden – al weet je nooit zeker of dat door onze brieven kwam. De gevangenen en hun omgeving waarderen het in elk geval zeer als ze brieven ontvangen.’ Ontroerend vond Nazarski de tekening die het 11-jarige zoontje van Raif Badawi‚ Tirad‚ naar Amnesty stuurde. ‘Ik hou van jullie omdat jullie mijn vader helpen’‚ schreef hij erbij.