Het vernieuwende van de Armeense genocide
1. Alles wordt openbaar
De genocide op de Armeniërs heeft geleerd dat je grootschalige gruweldaden niet voor de wereld verborgen kunt houden. Dat was natuurlijk wel de bedoeling van de autoriteiten van het Ottomaanse rijk‚ zoals Turkije toen heette. In de jaren 1894-1896 hadden ze al zeker honderdduizend etnische Armeniërs gedood‚ omdat ze hen zagen als gevaar voor de Turkse natie. Daarover was in internationale‚ vooral Amerikaanse‚ media grote verontwaardiging geuit. Toen de autoriteiten in 1915 begonnen met een veel systematischer vernietiging van Armeense levens en cultureel erfgoed‚ volgden allerlei media de gebeurtenissen intensief. Nooit eerder kreeg een internationaal publiek bijna per direct informatie over een massamoord. De stilte over de geheime operaties‚ vooral de deportaties naar de woestijn in wat nu Syrië heet‚ werd elke dag doorbroken in Amerikaanse kranten. Alleen al in 1915 wijdde The New York Times 124 artikelen aan het lot van de Armeniërs‚ waaronder stukken van vier hele krantenpagina’s lang. Ook in Nederlandse kranten vonden de lezers elke week wel een verhaal. De telegrafie speelde daarbij een belangrijke rol: via kabels op de bodem van de Atlantische Oceaan konden inmiddels 120 woorden per minuut worden verzonden. Correspondenten‚ maar vooral ambassadepersoneel en missionarissen‚ stuurden uit alle delen van het Ottomaanse rijk een stroom van berichten over de wreedheden.
2. Internationale solidariteit
Nooit eerder hebben gruweldaden ver weg zo veel mensen aangezet tot hulp en actie. Vooral in de VS en in Groot-Brittannië ontstond na de eerste berichten over de massamoorden een snel groeiende beweging van betrokken mensen. Ze verzamelden informatie en stonden in contact met de consulaten en missieposten ter plaatse. Ook onderhielden ze het contact met Armeniërs die aan de moorden wisten te ontsnappen en gingen ze soms zelf naar het gebied. De Near East Relief‚ een Amerikaans hulpinstituut‚ kon beschikken over het ongekende bedrag van 120 miljoen dollar‚ wat naar huidige maatstaven zou neerkomen op 2‚8 miljard dollar. Er waren ook gepassioneerde oproepen tot militaire interventie in onder meer het Brits parlement – die er niet zou komen. De solidariteit was er deels omdat de Armeniërs christenen waren‚ net als de Assyriërs en de Grieks-orthodoxen‚ die ook op grote schaal door de Turken werden vermoord. Daarnaast speelde mee dat de Turken zich in de Eerste Wereldoorlog sinds 1914 aan de zijde van de Duitse keizer Wilhelm II hadden geschaard en dus vijanden waren van de geallieerden.
3. Feiten zijn feiten
Terwijl de genocide gaande was‚ werden de feiten buiten Turkije alom erkend. Dat gebeurde ook door de nieuwe regering in Turkije. De peetvader van de moderne Turkse staat‚ Kemal Atatürk‚ zei in 1926 in een interview dat ‘de Jonge Turken zich moeten verantwoorden voor de levens van miljoenen van onze christelijke onderdanen die meedogenloos en massaal werden verdreven en vermoord’. Pas daarna trad geleidelijk de officiële Turkse ontkenning in – om het nationalisme van de nieuwe republiek te verstevigen. Inmiddels was echter enorm veel bewijsmateriaal gepubliceerd. Ooggetuigen als de Amerikaanse ambassadeur Henry Morgenthau en de Duitse hospik-fotograaf Armin Wegner waren daarbij als moderne mensenrechtenonderzoekers te werk gegaan‚ waardoor de Armeense massamoord de eerste gedetailleerd gedocumenteerde genocide werd.
4. Genocide
De Turkse overheid ontkent dat er een ‘genocide’ plaatshad in 1915‚ maar juist de Armeense massamoorden riepen dat woord in het leven. De term is in 1944 bedacht door de Pools-Joodse jurist Raphael Lemkin (1900-1959)‚ de geestelijk vader van het VN-genocideverdrag‚ die sinds de jaren twintig onderzoek deed naar de massamoorden op de Armeniërs. De innovaties van die massamoorden typeren deze als de eerste in de reeks van genocides van de twintigste eeuw. Nieuw waren bijvoorbeeld de centrale instructies tot vernietiging‚ het massavervoer van slachtoffers in treinen‚ de inzet van uitroeiingscommando’s‚ de propaganda om het te verhullen. Een andere nieuwe term waartoe de Armeense gruwelen aanleiding gaven‚ was ‘misdrijven tegen de menselijkheid’. In een gezamenlijke verklaring over de Armeense massamoorden van Groot-Brittannië‚ Frankrijk en Rusland‚ op 24 mei 1915‚ werd die term voor het eerst gebruikt. In de processen van Neurenberg‚ na de Tweede Wereldoorlog‚ kregen die misdrijven een status in het internationaal recht.
5. De eerste internationale berechting
Er waren eerder in de geschiedenis aanzetten geweest tot internationale berechting‚ onder meer van Napoleon‚ door de geallieerden. Maar de Armeense gruwelen leidden ertoe dat zo’n berechting serieus bestaansrecht kreeg. Het internationale tribunaal tegen Turkse oorlogsmisdadigers in Malta (1920- 1922) resulteerde amper in veroordelingen‚ vanwege politieke spanningen tussen de geallieerden. Er was echter wel een precedent geschapen waarop het tribunaal van Neurenberg in 1945 kon terugvallen. Het mislukken van de tribunalen noopte de Volkenbond‚ de voorganger van de VN‚ wel tot verdragen om minderheden te beschermen.
6. Twijfel zaaien
De Armeense genocide geeft al bijna negentig jaar (niet in de eerste jaren na de gebeurtenissen) aanleiding tot ontkenning. De motor van die ontkenning is de Turkse overheid. De ontkenning was indertijd een betrekkelijk nieuw fenomeen. In de geschiedenis hebben regeringen hun wreedheden juist vaak van de daken geschreeuwd‚ om de vijand angst aan te jagen. De paradox van de twintigste eeuw is dat juist de overstelpende hoeveelheid bewijsmateriaal bij genocides telkens weer bleek te prikkelen tot zoeken naar bewijzen van het tegendeel. Er is één vervalst telegram gevonden over een Turkse opdracht tot massamoord op Armeniërs‚ dus moet alle documentatie in twijfel worden getrokken‚ is dan de redenatie. Op die manier ontkennen holocaustontkenners het bestaan van gaskamers omdat sommige verhalen over de concentratiekampen niet geheel zouden kloppen. De twijfel is ook het uitgangspunt van de zesdelige tv-serie Bloedbroeders die BNN-VARA sinds 22 maart wekelijks uitzendt. Daarin wordt een poging gedaan de ‘visies’ op de gebeurtenissen tot elkaar te brengen. Tevoren spraken een Turk en een Armeniër af de geschiedenis te onderzoeken en de waarheid te accepteren‚ hoe die ook zal uitpakken. Maar welke waarheid kunnen de hoofdpersonen nog ontdekken? De Armeense genocide is uitentreuren gedocumenteerd en de ‘Turkse visie’ is een bizar verzinsel. Wie zou vandaag de dag op het idee komen om op de televisie een ‘Duitse’ en ‘Joodse’ visie op de holocaust tot elkaar te brengen? Bloedbroeders legt indringend bloot hoe pijnlijk de kloof tussen de Turkse en Armeense visie na honderd jaar nog is.
7. Genocidekunst
De Armeense genocide is inmiddels al honderd jaar een bron van inspiratie voor kunstenaars. Al in 1915 werd een penning uitgebracht in St. Petersburg. Franz Werfel‚ de beroemdste Duitse schrijver van zijn tijd‚ publiceerde in 1933 een bestseller over de genocide. Later volgden schrijvers als Kurt Vonnegut en Louis de Bernières‚ filmmakers als Atom Egoyan en de gebroeders Taviani. Tientallen composities en muziekalbums zijn aan de genocide gewijd. Een recent artistiek voorbeeld is het gedicht (zie pagina 17) van Michael Minassian‚ universitair docent in Florida‚ wiens grootvader de genocide overleefde.
De genocide in cijfers
1894-1896 De eerste massamoorden op Armeniërs in Turkije. Zo worden op 28 december 1895 in de stad Urfa drieduizend Armeniërs in een kathedraal doodgeschoten of verbrand. De Britse consul schrijft: ‘Urenlang hing de misselijkmakende geur van geroosterd vlees in de stad en vandaag nog‚ tweeënhalve maand later‚ is de stank van rottende menselijke resten in de kerk onverdraaglijk.’ In totaal worden honderd- tot driehonderd duizend Armeniërs vermoord.
1909 In de stad Adana worden dertigduizend Armeniërs vermoord.
25 februari 1915 Alle Armeense soldaten worden ontwapend.
24 april 1915 In Istanbul worden 154 Armeense intellectuelen gedeporteerd en vermoord.
mei 1915 De Turkse regering beveelt alle Armeniërs te deporteren.
1915-1917 Armeense mannen worden massaal geëxecuteerd. Vrouwen en kinderen worden gedwongen tot marsen naar de woestijnen van Noord-Syrië. Maanden later is de weg bezaaid met lijken. Mogelijk zeshonderdduizend Armeniërs stierven tijdens die deportatie‚ nog eens zeshonderdduizend in de deportatieoorden.
1918-1919 In de winter eten een half miljoen Armeense vluchtelingen gras om te overleven.
1919-1922 Tribunaal tegen Turkse oorlogsmisdadigers in Malta‚ op initiatief van de geallieerden.
1986 Het Europees Parlement noemt de Armeense verschrikkingen ‘genocide’.
1989 De Turkse regering kondigt aan haar archieven inzake Armenië open te stellen voor ‘historisch onderzoek’‚ maar ontkent nog altijd wat er heeft plaatsgevonden.