een gebombardeerde straat in Noord-Aleppo‚ half maart
© Getty

Het hart van Aleppo klopt nog

Boven Aleppo‚ de eeuwenoude stad in Noord-Syrië die deels in handen is van rebellen‚ gooit het Syrische leger bijna dagelijks vaatbommen uit. Een oorlogsmisdaad. Minka Nijhuis slaagde erin de belegerde stad te bereiken. ‘Leven en dood zijn voor ons hetzelfde geworden.’

Aleppo – Langs de kronkelwegen in het voorjaarsgroene landschap van de provincie Aleppo posten plukjes strijders bij wachtposten van enkele stoelen of een oliedrum met een vlag. Na weken van gevechten met de Islamitische Staat in Irak en Syrië (ISIS) hebben plaatselijke rebellengroepen een deel van het platteland weer onder controle. Ze laten een auto zonder problemen passeren met lokale chauffeur en vrouwen op de achterbank‚ die hoofd en lichaam hebben bedekt met hijab en abaya.

In de dorpen is het leven weer op gang gekomen. Voor hun zandkleurige huizen laten groepjes mannen met een glas thee zich koesteren door de zon. Herders leiden kuddes schapen door de velden. Stalletjes die wortels‚ spinazie en sinaasappels verkopen‚ geven kleur aan de omgeving.

‘Papa vliegtuig?’

Maar de pastorale taferelen zijn bedrieglijk. Het gebied ligt binnen het bereik van de vliegtuigen en raketten van het regerings-leger. Geen dag gaat voorbij of er wordt wel een dorp geraakt. In een kantoortje met twee bureaus en een verzameling plastic stoelen vertelt Ahmad Hussam hoe zijn dochtertje‚ die nog maar nauwelijks heeft leren praten‚ ‘Papa vliegtuig?’ roept‚ elke keer als in huis een deur dichtslaat.

In het centrum demonstreren de stadsbewoners nog elke vrijdag tegen het regime

Met een team van veertien andere professionals en bescheiden steun van hulporganisaties probeert de ingenieur van eind dertig zijn gehavende samenleving weer op te lappen. Hussam doet een greep uit wat is bereikt. Duizenden huishoudens hebben in de avonduren weer elektriciteit. Voor families van oorlogsslachtoffers is voedseldistributie opgezet. Het mobiele telefoonnetwerk fungeert gedeeltelijk. Maar na de opsomming van activiteiten volgt een bittere klacht. ‘Waar blijft de no fly zone? We staan machteloos tegenover de vliegtuigen die onze kinderen doden en onze huizen vernietigen.’

Gevaarlijk

In een dorp dichter bij de frontlinie zit de 27-jarige Wais de gesprekken af te luisteren tussen de piloten van het Syrische leger en de verkeerstoren‚ in een geïmproviseerd communicatiecentrum. In zijn kamer staan tafels met computers en liggen matrassen op de grond. Sommige ramen hebben kogelgaten. Een fraai bewerkt plafond en een balkon met een ruim uitzicht over het glooiende landschap herinneren aan de welstand van de vroegere bewoners. In een van de kamers kraakt een radio.

‘Het moeilijkst van mijn werk is de piloot te horen zeggen: “Ik bevind me in het gebied van de operatie”’‚ zegt Wais‚ die is afgestudeerd in de Engelse letterkunde. ‘Dan weet ik dat er burgers zullen worden getroffen.’ Wais verliet Aleppo ruim twee jaar geleden‚ toen het dagelijks leven voor zijn familie met jonge broers te gevaarlijk werd. Nu werkt hij‚ net als veel andere jonge mannen‚ voor de gewapende oppositie.

Shakespeare

Eenmaal thuis bladert hij met melancholische blik door Shakespeares De Koopman van Venetië en Becketts Wachten op Godot. Hij kan zich niet heugen wanneer hij voor het laatst de rust had om te lezen. ‘Leven en dood zijn voor ons hetzelfde geworden.’

Naast hem op de kussens op de grond helpen zijn moeder en schoonzus de twee jongste broertjes van het gezin met hun huiswerk. Met drukke stemmen en een frons van concentratie doen ze hun invuloefeningen. Alleen als het raam trilt van een inslag in de verte valt er even een stilte. ‘Niemand weet waar het heen gaat met Syrië’‚ zegt de jongere broer van Wais‚ die in een eenheid van het Vrije Syrische Leger vecht. De indringende blik in zijn donkere ogen maken hem ouder dan zijn 25 jaar. Zijn verschijning is een mengeling van strijdlust en vermoeide desillusie.

Schaakbord

De vreedzame opstand die ruim drie jaar geleden in het zuiden van het land begon‚ is ontaard in een uitzichtloze burgeroorlog. Na de gewelddadige reactie van het regime op de eerste protesten‚ grepen Syrische soennitische rebellen de wapens. Vervolgens mengden buitenlandse extremistische strijders zich in de strijd en raakten de honderden rebellengroepen hopeloos verdeeld. Rivaliserende machten in de regio – Turkije‚ Qatar‚ Saudi-Arabië‚ Iran – gooien olie op het vuur met hun steun aan verschillende Syrische partijen. Syrië is een schaakbord geworden waarop anderen hun oorlog uitvechten‚ vinden veel Syriërs.

Hoe dichter je de stad nadert‚ hoe nadrukkelijker de oorlog zich opdringt

De stad Aleppo‚ die van strategisch belang is voor controle over het noorden‚ is sinds juli 2012 deels in handen van rebellen. Het leger van president Bashar al-Assad profiteerde echter van de gevechten tussen de gewapende oppositiegroepen van het eerste uur en ISIS‚ begin dit jaar. Inmiddels hebben regeringstroepen het rebellengebied van Aleppo nagenoeg omsingeld. Om de gewapende oppositie en de bevolking verder murw te maken‚ wordt het oostelijk deel al maandenlang gebombardeerd. In januari verhevigden de luchtaanvallen.

Spoor van destructie

Hoe dichter je de stad nadert‚ hoe nadrukkelijker de oorlog zich opdringt. Gevluchte gezinnen bivakkeren in tentjes in de velden of in door de oorspronkelijke bewoners verlaten huizen. Auto’s hoog opgetast met matrassen‚ stoelen en koelkasten laveren over het wegdek met diepe gaten. Donkere rookpluimen stijgen op uit de buitenwijken in de verte. Eenmaal ter plekke begint een kilometerslang spoor van destructie. Plafonds en vloeren puilen uit flatgebouwen. In vrijwel elke straat liggen karkassen van uitgebrande auto’s. Een eenzame vrouw in zwarte abaya‚ die papieren zakdoekjes tracht te verkopen aan bestuurders van de schaarse passerende auto’s‚ vormt een onwerkelijk teken van leven tussen de brokken puin en opengereten gevels.

Lokale beroemdheid

De meesten van de honderdduizenden bewoners in Oost-Aleppo zijn de afgelopen maanden gevlucht. In het oude centrum‚ waar de nauwe straten nog enige beschutting tegen luchtaanvallen bieden‚ is het echter ineens bedrijvig.

Uit de Badr-moskee in de wijk Bustan al Qasr klinkt als vanouds het gebed. Op de stoep buiten buigt een rij mannen zich devoot naar de grond. Na afloop van de dienst verzamelen zich op straat tientallen mannen en jongens. Grotendeels vergeten door de wereld‚ demonstreren deze buurtbewoners ruim drie jaar nadat de Syrische opstand in het zuiden begon‚ nog elke vrijdag tegen het regime. ‘We zijn het vierde jaar van de revolutie in gegaan en we vechten door. Ook al gebruiken ze chemische wapens‚ vaatbommen‚ clusterbommen of nucleaire wapens’‚ zegt een bord boven de hoofden. Een jochie sjouwt met de tekst: ‘De kinderen van Syrië roepen: ben ik een terrorist?’ Een jongensstem zingt: ‘Syrië‚ een revolutie voor vrijheid en waardigheid.’

Lokale beroemdheid

Boven op een blauwe vuilniswagen leidt een tengere jongen het protest met een megafoon in de kleuren van de vlag van het vrije Syrië. Zijn gezicht oogt ouwelijk bleek onder de zwarte muts. Het is de 14-jarige zanger Aboude Kashoosh. Al sinds het begin van de protesten treedt hij op; inmiddels is hij een lokale beroemdheid. Zijn faam als mascotte van de opstand biedt hem een uitweg naar het buitenland‚ maar zoals andere achterblijvers in de wijk weigert hij Aleppo te verlaten‚ vertelt Kashoosh na afloop van het protest. Zijn hele leven draait om de revolutie en een kind voelt hij zich allang niet meer. ‘Mijn moeder vond al een grijze haar’‚ zegt hij grappend.

Koelkast met kogelgaten

Oost-Aleppo is nagenoeg weerloos tegen de aanvallen vanuit de lucht. In een handjevol pick-ups patrouilleren strijders met zelfgemaakt afweergeschut in de laadbak. Medische hulp is er nauwelijks meer voor de overgebleven burgers. Volgens hulporganisaties zijn er van de ooit duizenden artsen nog enkele tientallen over. Ziekenhuizen zijn voortdurend een doelwit.

Ook de twee bovenste verdiepingen van een hospitaal bij de zwaar getroffen wijk Masaken Hanano werden onlangs beschadigd door een bom. Twee patiënten kwamen om en al het personeel raakte gewond. De ramen zijn opgevuld met zandzakken. De koelkast heeft kogelgaten. Sluipschutters bevinden zich slechts een kilometer verderop.

Als ik vertrek‚ wie moet er dan opereren?

‘De helft van het personeel is gevlucht’‚ zegt Wais‚ een vijfdejaars student medicijnen die met een studiegenoot doet wat hij kan. Hij slaapt net als de meeste anderen al wekenlang in het ziekenhuis. De chirurg heeft een dienst van 24 uur achter de rug. ‘Als ik vertrek‚ wie moet er dan opereren?’ zegt hij‚ zichtbaar vechtend tegen de vermoeidheid. Onder een deken ligt de nieuwste patiënt‚ een man die twee uur eerder bij een beschieting gewond raakte aan zijn hoofd. Buiten op een tafel naast de ingang ligt zijn vrouw in een witte lijkwade.

Vaatbommen

Het regeringsleger laat een scala aan bommen en raketten regenen op de stad. Maar vooral vaatbommen‚ die vanuit helikopters willekeurig boven woonwijken worden uitgeworpen‚ maken slachtoffers. In augustus 2012 kwamen er voor het eerst berichten over het gebruik hiervan naar buiten. Tussen november 2013 en 20 februari zijn ten minste 340 locaties getroffen door vaatbommen‚ volgens een rapport van Human Rights Watch dat eind maart verscheen.

Een vaatbom kan gemaakt zijn van een oliedrum‚ maar ook van een container of een stel buizen. Gevuld met dynamiet‚ metaalscherven of spijkers en brandstof is het een goedkope manier om lukraak en op grote schaal schade aan te richten. Het kan gebouwen van vijf à zes verdiepingen wegvagen. Mensenrechtenorganisaties zien het gebruik van de explosieven als een oorlogsmisdaad.

Primitieve wapens

Bij de VN-Veiligheidsraad lag een ontwerp-resolutie klaar waarin president Bashar al-Assad werd veroordeeld voor deze aanvallen op burgerwijken‚ maar Rusland hield deze tegen. Waarom het Syrische bewind de primitieve wapens inzet‚ is deels een mysterie. Het leger is‚ vooral dankzij Rusland‚ ruim voorzien van modern oorlogsmaterieel. Volgens deskundigen is het gebruik ervan een eenvoudige en goedkope manier om reguliere troepen te sparen.

Sommige experts denken dat bommen vooral een middel vormen om de bevolking te demoraliseren en zo veel mogelijk paniek te veroorzaken. Dat is gelukt. Er is inmiddels waarschijnlijk geen Syriër die het woord barmiel – Arabisch voor vaatbom – niet kent. Rebellengroepen hebben ook burgerdoden op hun geweten‚ maar dit aantal haalt het niet bij de massa’s slachtoffers die het leger van Al-Assad maakt. De Syrische autoriteiten ontkennen dat de bommen op burgerwijken worden afgeworpen: die zouden slechts ‘terroristen’ treffen.

In zijn flat zegt de 24-jarige Anas al-Basha terwijl hij onder het dreunen van bommen aan de ochtendkoffie zit: ‘Al-Assad doodt ons vanwege één woord: vrijheid.’ Niet lang na die woorden kondigt gefluit de komst van een raket aan. Een snelle sprint naar de deur redt hem het leven.

Wordt Vervolgd, mei 2014