
Sednaya en Damascus, Syrië – Op nog geen dertig kilometer van Damascus staat het Klooster van Onze-Lieve-Vrouwe van Sednaya. De gelijknamige stad is een beroemd bedevaartsoord voor christenen en moslims vanwege de vermeende aanwezigheid van een door de evangelist Lucas geschilderde icoon van Maria, de Moeder Gods. Even buiten Sednaya staat wat tot voor kort een van de meest gruwelijke plekken in Syrië was. ‘Het menselijk slachthuis’ staat boven op een heuvel, op een met drie hekken omheind terrein.
Nadat de oppositiecoalitie onder leiding van rebellengroep Hayat Tahrir al-Sham (HTS) eind november een bliksemoffensief begon en het regime uit steeds meer delen van Syrië verdreef, werden hier op 8 december 2024 duizenden – voornamelijk politieke – gevangenen vrijgelaten. Syriërs trokken de dagen erna in alle staten naar de gevangenis om, meestal tevergeefs, iets te weten te komen over hun vermiste geliefden.
Het veiligstellen van documenten en informatie is cruciaal voor verzoening en de toekomst van Syrië
Een maand later is die chaos weggeëbd. HTS-soldaten bewaken de ingang van het terrein, maar de gevangenis is nog open voor bezoek. Familieleden van vermiste gevangenen die in december nog de wacht hielden voor de toegangspoort, hebben plaatsgemaakt voor affiches en foto’s op het metalen hekwerk. Op enkele plekken in en rond het cellencomplex tekenen gaten in muren en vloeren de wanhopige pogingen van zoekenden en reddingswerkers om mogelijk verborgen ruimtes bloot te leggen.
Kunstbeen
Binnen ligt alles er nog bij zoals het in december is achtergelaten. In de ruimte waar nieuwe gevangenen aankwamen en in kooien werden gestopt, ligt een kunstbeen op de grond. Andere kamers huizen stapels kledingstukken. De cellen in de drie vleugels van het gebouw staan open, de vloeren bezaaid met kleding, stukken stof, rottend eten, een doosje medicijnen. Kamers waar de cipiers verbleven en sliepen, zijn overhoopgehaald.
Deze dagen komen Syriërs hier, soms zelfs met hun kinderen, naar de plek kijken waar hun vrienden of familie zoveel jaren hebben vastgezeten en geleden. Walid, een jonge Syriër, is hier uit nieuwsgierigheid. ‘Ik ken meerdere mensen die hier zaten. Voor zover ik weet is daar één iemand levend uitgekomen.’
De beruchte gevangenis is vooralsnog open voor publiek, maar het gebouw waar de kantoren zich bevonden is afgesloten. Gevangenissen zoals die in Sednaya en kantoren van de autoriteiten werden overlopen door duizenden mensen – voornamelijk Syriërs en journalisten – op zoek naar wat voor informatie dan ook: namen van werknemers bij gevangenissen en veiligheidsdiensten, namenlijsten van gevangenen, documenten uit militaire tribunalen, arrestatielijsten, wie er wanneer overleden of geëxecuteerd was.
In die anarchie zijn veel documenten beschadigd en kwijtgeraakt. Bovendien lijkt het er sterk op dat werknemers van de veiligheidsdiensten en de gevangenissen opzettelijk documenten vernietigden vlak voor ze zelf op de vlucht sloegen.
Elke minuut telt
‘Onze collega’s hebben zo’n 120 duizend pagina’s weten te redden uit verschillende kantoren’, vertelt Mohammad al Abdallah, oprichter van het Syrian Justice and Accountability Center (SJAC) aan de telefoon. ‘Maar veel mensen hebben documenten meegenomen, en sommige gebouwen zijn in brand gestoken. We vermoeden dat het om miljoenen documenten gaat.’
Lees ook:
Ook teams van Amnesty International, Human Rights Watch, en de Association of Detainees and the Missing in Sednaya Prison (ADMSP) haastten zich na 8 december naar Syrië om onderzoek te doen. Deze en andere organisaties riepen de nieuwe autoriteiten op om er alles aan te doen dit soort locaties, net als de gevonden massagraven, te beveiligen. ‘Elke extra minuut van inactiviteit vergroot het risico dat een familie nooit het lot van hun vermiste geliefde zal ontdekken, en dat een ambtenaar die verantwoordelijk is voor afschuwelijke misdaden nooit voor de rechter zal worden gebracht.’
De beveiliging van deze locaties is in de loop van januari opgeschroefd, hoewel het nog steeds fout gaat. Zo kon een video van een groep jongeren die in een van de detentiecentra een hele muur met opschriften van gevangenen oververfden, op veel woede en verontwaardiging rekenen.
Een immense taak
Het veiligstellen van deze locaties en documenten is cruciaal voor verzoening en de toekomst van Syrië. Miljoenen mensen zoeken nog steeds naar het lot van hun geliefden en eisen gerechtigheid voor de talloze oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid. Met zoveel betrokken partijen is dit een immense taak. Hoewel veruit het meeste geweld werd gepleegd door de voormalige autoriteiten en regime-gelieerde milities zoals de shabiha, vochten ook Russische, Iraanse, Iraakse en Libanese groepen, waaronder Hezbollah, mee. Daarnaast droegen Islamitische Staat, de door het Westen gesteunde Koerdische SDF en oppositiegroepen zoals HTS en Jabhat al-Nusra bij aan het geweld.
‘Voor elk slachtoffer of vermiste persoon, verzamelen we zo veel mogelijk informatie’
Tientallen organisaties, nieuwsmedia en andere initiatieven houden zich hier echter al sinds het begin van de oorlog mee bezig. Een van de grootste spelers is het Syrian Network for Human Rights (SNHR), opgericht en geleid door Fadel Abdelghany. ‘Toen ik hiermee begon in 2011, verwachtte ik dat dit misschien twee of drie jaar zou duren’, vertelt hij begin januari in het Sheraton Hotel in Damascus. ‘Ik hield rekening met arrestaties en martelingen, maar dat het zo zou escaleren en het regime chemische wapens en grootschalige bombardementen tegen zijn eigen burgers zou inzetten, had ik niet voorzien.’
Bijna veertien jaar later heeft het SNHR ten minste 202 duizend burgerdoden, bijna 100 duizend vermissingen, en ruim 15 duizend doden als gevolg van marteling zorgvuldig onderbouwd toegeschreven aan het Assad-regime. Dit gaat dus om zaken waarbij het mogelijk was de slachtoffers te identificeren en omstandigheden zijn vastgesteld – bij nog meer zaken is dit niet mogelijk.
Caesar-files
SNHR begon met een handjevol vrijwilligers en getuigen die vanuit Syrië incidenten rapporteerden, met alle risico’s van dien. Inmiddels heeft de organisatie een uitgebreid netwerk van onderzoekers en experts die bewijsstukken nauwkeurig onderzoeken, archiveren en trainingen geven, en een grote groep rapporteurs in heel het land. ‘Voor elk slachtoffer of vermiste persoon, verzamelen we zo veel mogelijk informatie: wanneer de persoon voor het laatst gezien is, daders, data, locaties, de aard van het misdrijf, beeldmateriaal. Deze informatie verkregen we ook uit overheidsdocumenten die het land uit waren gesmokkeld, of die de oppositie ons gaf wanneer zij gebied innamen. Ook nu krijgen we nog veel documenten opgestuurd.’
Dat het regime zijn eigen misdaden zo nauwkeurig vastlegde, klinkt tegenstrijdig. Toch kon een dergelijk sadistisch systeem blijven bestaan juist vanwege het feit dat de arrestaties, martelingen en executies geld, promoties of andere voordelen opleverden voor de verantwoordelijke ambtenaren of militieleden, zegt Jaber Baker, onderzoeker en oud-gevangene van Sednaya. Na zijn vrijlating kwam hij in Europa terecht en publiceerde samen met Uğur Ümit Üngör, professor Holocaust- en Genocidestudies aan de Universiteit van Amsterdam De Syrische Goelag (2022) over het Syrische gevangenissysteem.
‘Het verzamelen van bewijsstukken is één ding. Maar er moet ook een eerlijk rechtssysteem komen’
De afgelopen jaren leverde het werk van SNHR tientallen rapporten op, waaronder een uit 2019 waarin SNHR 72 martelmethoden van het regime in gevangenissen en militaire ziekenhuizen documenteerde. Hierbij werd ook beeldmateriaal gebruikt uit de Caesar-files: foto’s van slachtoffers, gemaakt door een gedeserteerde militair met de schuilnaam Caesar, die ze in 2013 het land uit smokkelde. Het begin 2014 gepubliceerde Caesar-rapport was het eerste document dat de systematische marteling en executie van duizenden Syriërs aantoonde. SNHR identificeerde hiermee zo’n achthonderd slachtoffers uit de Caesar-files.
Half miljoen pagina’s
Ook het SJAC verzamelt al jarenlang informatie over het conflict, zoals getuigenissen, gelekte overheidsdocumenten, documenten van IS, satellietdata, en video’s op sociale media. ‘Wij hebben zo veel mogelijk materiaal gearchiveerd dat door daders op sociale media is gepost’, vertelt Al Abdallah. ‘Daarnaast hebben we een half miljoen pagina’s aan inlichtingenkabels van het Syrische regime. Zo konden we bijvoorbeeld aantonen dat de inlichtingendienst voorstelde om een ziekenhuis in Homs te bombarderen en dat de luchtmacht dit bevestigde, waarna we de aanval met satellietfoto’s en beelden op de grond konden staven.’
Zo zijn er nog meer organisaties, zoals het Syrische Violations Documentation Center, The Syrian Observatory For Human Rights en de Witte Helmen die zich hebben beziggehouden met de documentatie van het conflict, het identificeren van vermiste personen en het bijstaan van familieleden die op zoek zijn naar (informatie over) hun geliefden.
Op weg naar een democratie?
Uitklappen- De Syrische interim-president Ahmed al-Sharaa heeft een tijdelijke grondwet getekend die voor een periode van vijf jaar van kracht is. Daarna worden er vrije verkiezingen gehouden, zo is het plan.
- Al-Sharaa, voormalig leider van een radicaal islamitische militie, heeft veel macht binnen de nieuwe grondwet. Hoewel vrijheid van geloof zou worden gewaarborgd, is islamitische wetgeving de belangrijkste bron van het document. Religieuze en etnische minderheden zijn er daarom sceptisch over.
- Toch lijkt er veel te veranderen ten opzichte van het regime van Assad. Zo bevat het nieuwe document bepalingen die de vrijheid van meningsuiting, persvrijheid en de politieke rechten van vrouwen verankeren.
- Volgens Al-Sharaa is dit een eerste stap richting een nieuw democratisch Syrië. De vraag blijft of de nieuwe grondwet en de vrijheden die daarbij horen gehandhaafd worden. Ook is nog onduidelijk hoe de nieuwe regering om zal gaan met het berechten van misdaden die zijn gepleegd onder het regime van Assad.
Veel van de verzamelde informatie van deze organisaties wordt bovendien gedeeld met speciaal voor Syrië opgezette VN-mechanismen, zoals de Independent Institution on Missing Persons in the Syrian Arab Republic (IIMP), twee jaar geleden opgericht met als mandaat om het lot van vermiste personen boven tafel te krijgen en families te ondersteunen. Of met de Commission of Inquiry on Syria (COI), dat al jarenlang openbare rapporten schrijft over vermeende mensenrechtenschendingen.
Lees ook:
Ervaringen uit Joegoslavië
Het verzamelen van miljoenen bewijsstukken is één ding. Tegelijkertijd is het ook zaak om een eerlijk rechtssysteem op te zetten, zegt Adam Coogle, adjunct-directeur van het Midden-Oosten- en Noord-Afrika-programma van Human Rights Watch. ‘Dit droeg bij aan het mislukken van een soortgelijk proces in Irak. Er was veel bewijs verzameld en massagraven waren blootgelegd. Maar de rechtszaken die volgden waren oneerlijk, bekentenissen waren verkregen onder marteling. Je moet dus naar het grotere plaatje kijken, alle documentatie moet wel een doel hebben.’
Hoe het rechtssysteem en de berechting van de hoofdverantwoordelijken in Syrië eruit zullen zien, is nog onzeker. Het is de vraag in hoeverre de nieuwe autoriteiten serieuze pogingen zullen doen om belangrijke daders te vervolgen, en wat gedaan gaat worden met het feit dat ook leden van de rebellengroepen die Assad hebben verjaagd zich schuldig hebben gemaakt aan misdaden.
Maar mocht het zover zijn, dan kan gebruik worden gemaakt van het voorbereidende werk van het International, Impartial and Independent Mechanism (IIIM), opgericht door de VN in 2016. Hoewel het IIIM zelf geen vervolgingen kan instellen, heeft het op basis van aangeleverde informatie juridische dossiers samengesteld die bruikbaar zijn voor rechtbanken.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Abdelghany denkt bijvoorbeeld dat een combinatie van een Syrische rechtbank met internationale experts een goede vorm zou zijn om de zaken uit de oorlog te berechten. Hij wijst op samenwerkingen met de in Den Haag gevestigde Internationale Commissie voor Vermiste Personen en haar ervaringen uit de Joegoslavië-oorlog.
Nationaal monument
Hoewel het Assad-regime ten einde is, is Baker van plan om het gevangenissysteem te blijven bestuderen. Goed documenteren dient namelijk nog meer doelen. ‘We moeten doorgaan mensen hun verhaal te laten vertellen door middel onderzoek, boeken, podcasts, evenementen – niet zozeer over de martelingen zelf, maar ook over hoe gevangenen betekenis vonden ondanks het lijden.’ Dit is volgens hem cruciaal voor de vorming van een gedeelde nationale geschiedenis en hij juicht ideeën over het omvormen van de Sednaya-gevangenis tot een museum en nationale gedenkplek toe.
Vijf obstakels
UitklappenDe vijf grootste obstakels voor een democratisch Syrië volgens Ali Aljasem, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht, gespecialiseerd in paramilitaire groeperingen in Syrië:
- Gewapende groeperingen, Assad-aanhangers en extremistische groepen zoals IS, bemoeilijken stabiel bestuur.
- Rusland, Iran, Turkije en de VS steunen tegengestelde groepen en ondermijnen zo een verenigd Syrië.
- Israëlische aanvallen destabiliseren de regio en de bezetting van de Golanhoogten ondermijnt de Syrische soevereiniteit.
- Economische sancties, met name westerse, hebben de economie van Syrië aan de grond gebracht.
- De wederopbouw van infrastructuur, huizen en instellingen zal miljarden dollars en gecoördineerde steun vergen.
Baker wil de komende jaren betrokken blijven bij het lot van oud-gevangenen, vooral gezien de grote hoeveelheid psychologische zorg die de vele duizenden zwaar getraumatiseerde slachtoffers nu nodig hebben. Hij hoopt dat hiervoor internationale hulp op gang komt.
Ondanks alle uitdagingen die Syrië nog te wachten staan, is Baker voorzichtig optimistisch over de toekomst. Het ergste is in elk geval achter de rug: Assad en zijn sadistische gevangenissysteem zijn weg. ‘Dit was de pilaar van het regime, het stond centraal in de relatie tussen het regime en het volk. Ik heb altijd gezegd: als we dit systeem breken, dan kunnen we het regime vernietigen.’