Het allereerste proces tegen Al-Assad

Vier jaar geleden deed de legendarische Amerikaans-Britse journaliste Marie Colvin verslag vanuit het Syrische Homs. Het leger van president Bashar al- Assad bombardeerde op dat moment burgerdoelen in de stad. ‘Waar blijft de wereld?’‚ vroeg ze‚ terwijl CNN beelden uitzond van de stervende kinderen om haar heen. Nog geen 24 uur later kwamen Colvin en haar Franse cameraman om het leven toen de bommen van Al-Assad hun perscentrum raakten. Vorige maand klaagde Colvins familie de Syrische staat aan bij een Amerikaanse rechtbank. Het is ’s werelds eerste rechtszaak tegen het regime.

Tentakels IS

En dat werd hoog tijd. In het Westen zijn we allemaal‚ de media voorop‚ geobsedeerd geraakt door IS. Dat is begrijpelijk‚ want de tentakels van deze beweging reiken tot in onze voortuin. In het Syrische conflict heeft IS echter maar een klein aandeel in het geweld. Zo wezen Syrische vluchtelingen in Nederland me onlangs op de website www.whoiskillingciviliansinsyria.org‚ waaruit blijkt dat het overgrote deel van het geweld tegen burgers voor rekening van het leger van Al-Assad komt. Dit geldt voor maar liefst 95 procent van het aantal burgerdoden en voor 99 procent van alle (gerapporteerde) martelingen. Het regime is bovendien schuldig aan de dood van 700 van de in totaal 750 omgekomen artsen.

Met de moord op Colvin verloor de wereld een geloofwaardige ooggetuige ter plaatse en een belangrijke bron van informatie voor haar collega-journalisten. In alle berichten over de bommenregen op Syrische steden komt het perspectief van getuigen en slachtoffers zelden nog aan bod. Bijna niemand durft nog verslag te doen vanuit wat inmiddels het gevaarlijkste land ter wereld is voor journalisten.

Geringe aandacht

Ondertussen verbazen Syrische vluchtelingen in Nederland zich over de geringe aandacht die er is voor hun oorlogservaringen en hun inzichten in het verloop van de oorlog. Dit voorjaar richtten Syrische juristen met behulp van Amsterdamse collega’s het Syria Legal Network-NL op. Dit platform assisteert bij de registratie en het documenteren van getuigenissen van het conflict‚ in de hoop dat die een weg zullen vinden naar rechtbanken‚ onderzoeksinstituten en media. Het netwerk‚ dat opereert vanuit de Universiteit van Amsterdam‚ staat inmiddels in contact met de adviseurs van Colvins familie.

Syrische juristen vermoeden dat er enkele honderden oorlogsmisdadigers uit Syrië in de Europese asielzoekerscentra verblijven. Hoewel dat vooralsnog lastig te bewijzen valt‚ zou een met de zaak-Colvin vergelijkbare rechtszaak in Europa meer dan welkom zijn. Alleen al om ons scheefgetrokken beeld van het Syrische conflict te corrigeren.