In Islamabad is een ‘afwijkende geaardheid’ strafbaar
Groeten uit Islamabad (Pakistan), waar een stilzwijgende afspraak tussen moeder en haar queer zoon tot een grootscheepse bruiloft leidt.
Dr. Fadhi’s moeder vindt het welletjes geweest met het vrijgezellenbestaan van haar zoon. Het wordt tijd voor een huwelijk. Volgens de Pakistaanse traditie regelen de ouders de bruid, die vervolgens na de feestelijkheden intrekt bij haar schoonfamilie. Op een bijeenkomst van de ondergrondse regenboogcommunity in Islamabad vertelt Fadhi dat zijn ouders niets van zijn geaardheid afweten – of hun ogen liever sluiten. ‘Mijn moeder zou doodgaan van schaamte’, zegt hij. ‘Onze familie zou worden verstoten.’
Want in het oerconservatieve patriarchaat is homoseksualiteit strafbaar. Volgens de sharia, de islamitische wet, staat op sodomie levenslange gevangenisstraf en zweepslagen. Nog geen 2 procent van de Pakistaanse bevolking zegt seks tussen twee mannen te accepteren. En met een strenger wordende islam neemt begrip voor lhbtqia+ eerder af dan toe. Ook veel westers opgeleide Pakistanen gruwelen bij het woord ‘homoseksualiteit’. Binnen de islam draait het om de voortplanting, zo leggen ze hun afkeur uit voor deze ‘afwijkende geaardheid’.
Regenboogavonden
Ook Noman, beleidsmedewerker bij een internationale ngo, die al jarenlang een innige relatie onderhoudt met een man, zwichtte voor de druk van zijn moeder. ‘Ze koos een simpel dorpsmeisje als schoondochter uit, met wie ze heel gelukkig is. In ruil daarvoor zijn de vrijdagavond en de hele zaterdag voor mij. Niemand vraagt mij waar ik die dagen uithang. Dat is een stilzwijgende afspraak.’
Op een dag ligt er een trouwkaart van Fadhi op de deurmat. In een van de sjieke trouwzalen van de stad wordt drie dagen lang feestgevierd. Fadhi en zijn moeder stralen. Zijn bruid zit er wat verloren bij.
Na twee maanden afwezigheid is Fadhi in zijn excentrieke outfit als vanouds weer van de partij op de regenboogavonden. ‘Mijn vrouw is zwanger. Ik heb mijn taak volbracht.’