‘Hoeveel kaffers* het jy geskiet?’
‘Hoeveel kaffers heb je doodgeschoten?’ Dat was de eerste vraag die de opa van de Zuid-Afrikaanse fotograaf Jansen van Staden stelde toen zijn zoon terugkwam van zijn diensttijd aan het front. De vader van Jansen had in de Zuid-Afrikaanse Grensoorlog gevochten, een bloedige strijd in de jaren zeventig en tachtig op de grens tussen het huidige Namibië, destijds door Zuid-Afrika bezet, en Angola. Hij had er vooral strijd geleverd met de SWAPO, het Namibische bevrijdingsleger, en gruwelijke dingen meegemaakt.
Op het moment dat hij daar voor de deur van zijn ouderlijk huis stond en die vraag hoorde, besloot hij met zijn familie te breken. Hij vertrok onmiddellijk en kwam niet meer terug. Jansen van Staden wist hier allemaal maar weinig van toen zijn vader in 2011 overleed bij een crash met een lichtgewicht vliegtuigje. Die man was de goedheid zelve geweest, jarenlang had hij overal in Afrika het management getraind van grote duurzaamheidsprojecten. Maar toen Van Staden bij het opruimen van zijn vaders spullen een brief tegenkwam aan diens psychotherapeut, wachtte hem een schok: ‘…ze stelde dat ik in het leger was gegaan en deed wat ik heb gedaan omdat ik mensen wilde doden. Dat is méér dan waar.’
Van Staden besloot in het verleden van zijn getroebleerde vader te duiken. Hoezeer werd zijn vader, een nazaat van de Boeren die ook al veel slag leverden met de inheemse bevolking, gedreven door het racistische gedachtegoed van het apartheidsregime uit die tijd? Hoezeer heeft dat doorgewerkt in zijn familie? In zijn zoon?
Het resultaat is het prachtige Microlight, een fotografisch project dat binnenkort een boek zal worden. Met behulp van archiefmateriaal en geënsceneerde beelden zet Van Staden een scherp licht op anekdotes uit het leven van zijn vader, om zo een gefragmenteerd en indringend portret te schetsen van een leven vol tegenstrijdigheden en contrasten: de liefhebbende vader en de sympathieke ontwikkelingswerker versus de jonge soldaat; een huiskamer met een mitrailleur, als metafoor voor het verleden dat die vader altijd met zich meedroeg (het is precies het soort wapen dat zijn vader gebruikte); de trainingsschietschijven uit die tijd versus de technieken om je oren te beschermen tegen explosielawaai; de door Van Stadens voorouders buitgemaakte Afrikaanse speer naast het antieke uniform van de Voortrekkers, een groep koloniserende Boeren waartoe de Van Stadens behoorden; een granaat van het type dat ontplofte tijdens een foltering door de Zuid-Afrikaanse soldaten naast het plaatje dat de vader eindeloos draaide toen hij nadien met shellshock thuis zat.
En dan is er nog Van Stadens fotocamera, waarin hij onderdelen verwerkte van zijn vaders camera die na de crash werd aangetroffen. De betekenis daarvan mag je zelf invullen.
Microlight stelt via deze microgeschiedenis actuele, sober stemmende vragen over de toekomst van heel Zuid-Afrika. Zal dat ooit in het reine komen met het verleden?
*Het woord ‘kaffer’ werd vroeger in Zuid-Afrika gebruikt als neerbuigende term voor zwarte Afrikanen. Tegenwoordig wordt het beschouwd als discriminerend scheldwoord en gebruikt men K-woord om het te omschrijven, vergelijkbaar met het N-woord.