Irak wordt vaak geassocieerd met eindeloze, droge woestijnen – denk aan de beelden van de Amerikaanse inval in dat Arabische land, waarop legervoertuigen zich over stoffige zandvlaktes haasten met op de achtergrond de apocalyptische rookpluimen van de brandende olie-velden. Maar er is ook een ander, veel minder bekend Irak: dat van uitgestrekte moeraslanden, bevolkt door boeren, herders en vissers. De vraag is: voor hoelang nog?
De Iraakse (en ook Iraanse) wetlands bevinden zich tussen de mythische rivieren Eufraat en Tigris, ongeveer op de plek van de eerste menselijke beschaving, Mesopotamië. En dat is niet toevallig, want elk jaar als die rivieren overstromen in het natte jaargetijde zetten ze, net als de Nijl in Egypte, al millennialang genoeg vruchtbare aarde af om hele volkeren duurzaam van te laten profiteren. De eerste letters werden geschreven op klei uit dit gebied, het eerste graan werd hier verbouwd. Inmiddels vormen de moerassen Unesco Werelderfgoed.
Dat heeft echter niet kunnen voorkomen dat hun toestand dramatisch achteruitgaat. De laatste decennia is het totale natte gebied met de helft gekrompen en zijn vele boeren en vissers weggetrokken naar de omringende steden. De mens is natuurlijk weer de hoofdschuldige. Eerst bouwde de Iraakse dictator Saddam Hussein stroomopwaarts dammen die de watertoevoer afknepen. Toen hij was verdreven werden die deels verwijderd. Inmiddels bouwt Turkije verder stroomopwaarts grote dammen – het groeiende watertekort treft het hele gebied.
Precies: het grootste probleem is de klimaatcrisis. Op de lijst van landen die daar volgens de VN de grootste problemen mee krijgen, staat Irak op de vijfde plaats. Droogte en hitte teisteren de natte gronden inmiddels al een tijd, met grote gevolgen: minder regen in de bergen heeft tot gevolg dat de toevoer aan water uit de rivieren niet meer genoeg is om de moerassen in stand te houden. Bovendien stroomt daardoor ook zout water vanuit de Perzische Golf naar binnen en zo sterven vissen en wordt het overgebleven water ook nog eens ondrinkbaar voor de waterbuffels waar veel Moeras-arabieren van en mee leven. En door de extreme warmte worden de vlaktes sowieso onleefbaar.
Wie hier allemaal nog eens extra het slachtoffer van zijn, zijn de vrouwen. Zij werkten vaak buiten in het moerasgebied: als herders voor de waterbuffels, verzamelaars van riet, verkopers op de markt. Voor hen is er inmiddels nauwelijks werk buitenshuis.
De eerste beschavingen bloeiden hier op. Maar als het zo doorgaat wordt dit ook een van de eerste plekken op aarde waar ze weer verpieteren en wegwaaien in een wolk van stof.