De omstanders juichen. Op een kruispunt in Asmara, de hoofdstad van Eritrea, laten vijf wielrenners zich fotograferen met een levensgrote afbeelding van president Isaias Afewerki. Schoolkinderen, gekleed in roze overhemden, houden hun fietsen vast. Samen met heel veel andere Eritreeërs doen de wielrenners, die deel uitmaken van de nationale selectie, mee aan een parade ter ere van 32 jaar onafhankelijkheid. Lachend kijken ze in de camera, achter hen wapperen Eritrese vlaggen.
‘Het Noord-Korea van Afrika’, is de bijnaam van Eritrea. Niet alleen is het een van de meest repressieve landen ter wereld, met duizenden politieke gevangenen en extreem weinig vrijheid, ook geldt voor vrijwel alle burgers een soms levenslange dienstplicht. Na de middelbare school moeten zowel jongens als meisjes anderhalf jaar lang een militaire training volgen in een kamp in de woestijn. Daarna bepaalt de overheid hoe je de rest van je leven een bijdrage gaat leveren aan de maatschappij. Zelf een baan kiezen is er zelden bij. De Verenigde Naties spreken in een recent rapport over grootschalige dwangarbeid.
Undercover
UitklappenEritrea verstrekt zelden visa aan journalisten. Wie wel een visum krijgt, wordt scherp in de gaten gehouden en krijgt vaak een begeleider mee. Voor toeristen gelden deze beperkingen niet. Daarom reisde Gerbert van der Aa op een toeristenvisum naar Eritrea en gaf hij als beroep historicus op. Hij kon zich vrij bewegen en werd, voor zover hij kon zien, niet in de gaten gehouden door overheidsfunctionarissen. Sommige Eritreeërs waren bang om met Van der Aa te praten of zeiden dat ze in een ‘perfect land’ leefden: ‘Wij hebben geen verkiezingen nodig, onze president weet precies wat goed voor ons is.’ Maar heel wat anderen durfden wel kritiek te delen.
‘Wielrennen is mijn redding’, zegt Petros (22), een lid van de nationale ploeg. Het is de dag na de festiviteiten. In een restaurant in Asmara vertelt hij dat er tijdens de verplichte militaire training veel aandacht is voor sport en dat iedereen aan het eind een soort cito-toets moet maken. Wie bepaalde talenten heeft hoeft niet verder als soldaat, maar wordt geselecteerd voor een ander beroep. ‘Ze zagen in het leger dat ik heel hard kon fietsen. Toen kreeg ik het aanbod om beroepsrenner te worden.’ Dienstplichtigen die goed kunnen leren mogen naar de universiteit, voor een opleiding tot bestuurder of ingenieur.
Lees ook: Voor deze Palestijnen is hun thuis geen thuisGeluk gehad
Petros neemt een hap spaghetti. Net als bijna elke dag heeft hij vanochtend een trainingsrit gemaakt van zo’n honderd kilometer. ‘Vanmiddag volgt de massage.’ Zijn fiets, een modern carbonmodel van het Amerikaanse merk Trek, heeft hij gekregen van de nationale wielerbond. Ook zijn kleding en sportmaaltijden worden door de bond verzorgd. ‘Ik doe precies waar ik altijd van heb gedroomd’, zegt Petros, terwijl de serveerder een bananensmoothie komt brengen. Meerdere voormalige teamgenoten, zoals Biniam Girmay die vorig jaar als eerste Afrikaan de Belgische klassieker Gent-Wevelgem won, fietsen bij profploegen in Europa.
‘Als je pech hebt, zie je je vriendin maar twee of drie keer per jaar’
Als hij geen wielrenner was geworden, had zijn leven er heel anders uitgezien, beseft Petros. ‘Ik heb geluk gehad. Een schoolvriend sneuvelde nadat het leger hem drie jaar geleden naar Ethiopië stuurde.’ Eritrea steunt daar de regering in de oorlog tegen opstandelingen in de regio Tigray. Ook dienstplichtigen die een burgerfunctie vervullen, hebben het vaak zwaar. ‘Je kunt zomaar tien jaar lang te werk worden gesteld op een staatsboerderij in een uithoek van het land.’ Door de gebrekkige infrastructuur duurt reizen lang in Eritrea, waardoor je in het weekend niet even je familie kunt bezoeken. ‘Als je pech hebt, zie je je vriendin maar twee of drie keer per jaar.’
Al 32 jaar president
Eritrea, dat nog geen 4 miljoen inwoners heeft, scheidde zich in 1991 af van het grote buurland Ethiopië, dat ruim dertig keer zoveel inwoners telt. Vlak na zijn aantreden zei president Afewerki, die faam maakte als leider van de gewapende vrijheidsstrijd, dat Afrikaanse staatshoofden vaak veel te lang op het pluche blijven zitten. Inmiddels is hij zelf al meer dan 32 jaar lang leider van een van de akeligste politiestaten ter wereld. Eritrea heeft geen grondwet, geen parlement en publiceert geen begroting. Talloze critici, onder wie voormalige ministers die publiekelijk aandrongen op hervormingen, zitten gevangen zonder dat ze contact mogen hebben met hun familie. De patriarch van de orthodoxe kerk, de grootste geloofsgemeenschap in Eritrea, bracht de laatste vijftien jaar van zijn leven in gevangenschap door.
Eritrea heeft geen grondwet, geen parlement en geen mobiel dataverkeer
Op straat in Asmara, met veel indrukwekkende architectuur uit de Italiaanse koloniale tijd, heerst angst. De meeste inwoners durven geen kritiek te uiten, bang voor verklikkers. Alleen als Eritreeërs zeker weten dat niemand meeluistert, doen ze soms hun mond open. Overal staan gewapende soldaten. Telefoons worden afgeluisterd, internet is extreem langzaam en scherp gereguleerd. Eritrea is een van de weinige landen ter wereld waar mobiel dataverkeer niet beschikbaar is. E-mailen kan alleen in een hotel of internetcafé met een app van de overheid. Talloze websites, zoals Facebook, Twitter en YouTube, zijn geblokkeerd. WhatsApp werkt wel, maar of berichten effectief versleuteld worden, wagen experts te betwijfelen.
‘Coca-Cola-generatie’
‘Het idee achter de dienstplicht vind ik goed’, zegt Delina (25), ambtenaar op een ministerie in Asmara. ‘Maar in de praktijk is het systeem ontspoord.’ Op een plek waar niemand haar hoort, vertelt Delina dat vooral de onvoorspelbaarheid ondraaglijk is. Voor vrouwen eindigt de dienstplicht meestal als ze een kind krijgen, maar mannen weten nooit wanneer ze mogen afzwaaien. ‘Alleen met familie op invloedrijke posities valt er soms wat te regelen.’ En dan is er ook nog de karige betaling. Dienstplichtigen in Eritrea zeggen rond de 1.000 nakfa (ongeveer 60 euro) per maand te ontvangen. Soms iets meer, soms iets minder. ‘Daar valt bijna niet van te leven.’ Onderwijs en gezondheidszorg zijn gratis en volgens VN-gegevens redelijk op orde, maar wat betreft besteedbaar inkomen behoren de inwoners tot de armsten van Afrika.
Delina groeide op in Asmara. Na haar militaire training en universitaire opleiding stuurde het ministerie van Defensie, dat ook het civiele deel van de dienstplicht coördineert, haar als leraar naar een dorp in het zuidoosten van Eritrea. ‘Ik heb daar twee jaar gezeten. Het was heel zwaar, mede omdat ik er helemaal niemand kende. Vanuit Asmara was het een volle dag reizen.’ Het leger kon niet vertellen hoelang de aanstelling zou duren. ‘Als ik verlof wilde, was ik afhankelijk van de grillen van de plaatselijke commandant. In twee jaar tijd kreeg ik maar een paar keer toestemming om naar huis te gaan.’ Delina’s opluchting was groot toen ze zes maanden geleden een nieuwe baan kreeg in de hoofdstad.
President Afewerki ziet de dienstplicht als een noodzakelijk middel om jongeren te disciplineren. Met dedain sprak hij in het verleden over de ‘Coca-Cola-generatie’, die door grenzeloos materialisme verpest zou raken. Zelf staat de president bekend om zijn sobere leefstijl; van zijn landgenoten eist hij diezelfde instelling. ‘Mede om die reden is mobiel internet hier verboden’, stelt Delina. ‘Europa en Amerika dienen als afschrikwekkend voorbeeld. Door verslaving aan sociale media zijn jongeren daar extreem individualistisch en narcistisch, beweert de president.’ Geïnspireerd door het marxistisch-leninistisch gedachtegoed wil hij in Eritrea een ander soort burger creëren.
Gevaarlijke tocht
De dienstplicht vormt de belangrijkste oorzaak van de aanhoudende stroom vluchtelingen uit Eritrea. Zo’n 600 duizend Eritreeërs verblijven volgens de VN in het buitenland, wat neerkomt op zo’n 15 à 20 procent van de bevolking. Vooral jongeren verlaten het land, vaak vlak voordat ze in dienst moeten en nog minderjarig zijn. In tegenstelling tot de meeste andere Afrikaanse vluchtelingen hebben Eritreeërs in bijna alle Europese landen recht op asiel. Nederland nam de afgelopen jaren zo’n 25 duizend Eritrese asielzoekers op, waardoor zij op dit moment de grootste groep immigranten uit Afrika zijn.
Vrijwel alle Eritreeërs komen over land naar Europa. Omdat ze van hun eigen regering bijna nooit toestemming krijgen voor een internationale reis, steken de meesten illegaal de grens over naar de buurlanden Soedan of Ethiopië. Van daaruit reizen ze met hulp van mensensmokkelaars dwars door de Sahara naar Libië, waar ze op een boot naar Italië stappen. Duizenden Eritreeërs kwamen de afgelopen jaren om het leven tijdens deze gevaarlijke tocht. Criminelen in Libië persen vluchtelingen af, door ze te gijzelen en mishandelen. Filmpjes daarvan sturen ze naar familie in Eritrea of Europa, met de boodschap dat ze in ruil voor losgeld hun vrijheid terugkrijgen. Sommigen betaalden duizenden euro’s.
Diasporabelasting
‘Ik mis Eritrea’, zegt Habtom (24), een vluchteling die asiel kreeg in Duitsland en nu op vakantie is in zijn geboorteland. Het klinkt paradoxaal, maar jaarlijks zijn er duizenden Eritreeërs die uit vrije wil tijdelijk terugkeren naar het land dat ze nog maar kortgeleden ontvluchtten. De ambassades van Eritrea in het buitenland hebben daarvoor een speciale regeling getroffen. Iedere vluchteling die terugkeert moet in principe alsnog in dienst. ‘Maar je kunt als vakantieganger vrijstelling krijgen door jaarlijks een belasting van 2 procent van je inkomen te betalen’, vertelt Habtom. De enige andere voorwaarde is dat je niet publiekelijk kritiek levert op het regime of op een andere manier oppositie voert.
Gevluchte Eritreeërs die tijdelijk terugkeren voor familiebezoek, moeten jaarlijks 2 procent van hun inkomen afdragen
Habtom, gekleed in korte broek en T-shirt in de kleuren van de Eritrese vlag, drinkt koffie op een terras in Massawa. De tweede stad van het land ligt aan de Rode Zee, met resorts en stranden. ‘Ik ben zeven jaar geleden via Libië naar Europa gereisd’, vertelt Habtom. ‘Inmiddels werk ik als elektricien in Keulen.’ De Eritrese ambassade in Duitsland bepaalt de precieze hoogte van de belasting. ‘Ik moet 50 euro per maand overmaken.’ Volgens Habtom is er geen andere keus. ‘Als ik niet betaal, mag ik het land niet in. Dan kan ik mijn ouders nooit meer zien.’ Wie belasting betaalt, mag jaarlijks zo’n drie maanden in Eritrea verblijven. ‘Ik denk erover om hier een bedrijf te beginnen, en dan op neer te gaan reizen tussen Duitsland en Eritrea.’
De diasporabelasting veroorzaakt grote spanningen binnen de Eritrese gemeenschap in Europa. Sommige vluchtelingen weigeren principieel te betalen aan een regime dat op grote schaal mensenrechten schendt. Maar een aanzienlijk deel zwicht wel. ‘Eigenlijk komt het de regering wel goed uit dat zoveel mensen vluchten’, zegt Habtom. ‘Hoe meer Eritreeërs in het buitenland, hoe meer geld er binnenkomt. Het regime heeft er daardoor baat bij om dwangarbeid in stand te houden.’ Naar schatting leveren betalingen uit de diaspora jaarlijks minstens 100 miljoen euro op. Waar dat geld blijft is onduidelijk. ‘Ik hoop dat het gebruikt wordt voor armoedebestrijding’, zegt Habtom. ‘Maar zeker weet ik dat niet.’
Sterk leger
Zeker is dat veel geld naar Defensie gaat. Een sterk leger is essentieel voor Eritrea, dat door zijn eigengereide opstelling met veel landen in conflict is. Aan sociaal-economische ontwikkeling besteedt het regime veel minder geld en energie. Mede daardoor lijkt het alsof de tijd heeft stilgestaan. Ministeries huizen in dezelfde gebouwen van waaruit de Italianen ooit hun kolonie bestuurden. Waarschijnlijk is geen enkel Afrikaans land zo verkeersluw als Eritrea. Files en stoplichten kennen ze hier niet. En ook luchtvervuiling vormt geen probleem. Brommers op benzinemotoren zijn verboden. Voor veel inwoners is de fiets het belangrijkste vervoermiddel.
De bus terug naar Asmara slingert door de bergen. Voorzichtig stuurt de chauffeur door de haarspeldbochten, van zeeniveau stijgt de weg door een kaal rotsachtig landschap naar meer dan 2.300 meter. Bij een militaire wegversperring moeten alle passagiers hun reisvergunning laten zien, maar een jonge vrouw blijkt dat gele formulier niet te kunnen tonen. Nadat ze uit de bus is gehaald, gaat ze hysterisch huilend voor de beambte op de knieën. Dienstweigeraars verdwijnen in de gevangenis, weet iedereen. Maar de smeekbede is tevergeefs. Met een handgebaar krijgt de buschauffeur opdracht zonder de vrouw door te rijden. De andere passagiers laten het gelaten over zich heen komen. Niemand protesteert. ⓿
Vanwege veiligheidsredenen zijn de namen van de geïnterviewden in deze reportage gefingeerd. Hun echte namen zijn bij de redactie bekend.