Emile Schrijver: ‘Netanyahu zou ik niet uitgenodigd hebben’

Vijf gewetensvragen aan Emile Schrijver (62), directeur van het Joods Cultureel Kwartier (waaronder het Holocaustmuseum), bijzonder hoogleraar Geschiedenis van het Joodse boek (UvA) en auteur van twee thrillers.  

Emile Schrijver
© ANP/Hollandse Hoogte/ Patrick Post
Emile Schrijver: ‘Binnen een mensenrechtenorganisatie moet ruimte zijn voor tegenspraak en moet je mensen binnenhouden, niet uitsluiten.’ 

Antisemitisme én moslimhaat nemen toe in Nederland. Wat merkt u daarvan?

‘Aangewakkerd door dat conflict in het Midden-Oosten, is een antisemitische onderstroom weer naar boven gekomen. Die was er altijd al. Als Nederlander moet ik me nu verantwoorden voor een land waar ik het niet mee eens ben en waar ik geen stemrecht heb. Laatst had ik het daarover met Jerry Afriyie en hij zei: welcome to the club. Want dat is natuurlijk wat mensen van kleur en moslims ook ervaren.’  

Heeft u spijt van de uitnodiging aan de Israëlische president Herzog voor de opening van het Nationaal Holocaust-museum afgelopen jaar?

‘Ik sta daar nog steeds achter. Afgezien van het feit dat ik, formeel, niet degene ben die verantwoordelijkheid draagt, want dat is de minister-president. Netanyahu zou ik niet uitgenodigd hebben. Voor mij heeft een staatshoofd een andere rol dan een regeringsleider die een ultrarechtse regering leidt die zijn uiterste best doet om zo agressief mogelijk op te treden. Dat was ook al voor 7 oktober zo, toen liepen er ook al rechtszaken tegen Netanyahu. Ik heb zelf ook staan protesteren in Tel Aviv. Voorheen hebben we ook wel bezoeken gehad van Israëlische ministers. Nu zou ik dat in veel gevallen ingewikkelder vinden.’ 

Wat vond u van de actie van Amnesty die Herzog de weg wees naar het Internationaal Strafhof in Den Haag?

‘Ludiek en mooi. Ik ben blij dat ik in een land leef waarin zo gedemonstreerd mag worden. We hebben hier mensen werken met kinderen in het Israëlische leger en we hebben mensen die buiten stonden te protesteren tegen Herzog. Ik weiger om wie dan ook het recht tot het een of het ander te ontzeggen. Wat dat betreft ben ik van de radicale redelijkheid, het radicale midden. Een museum moet een veilige omgeving bieden waarin je ook over onveilige ideeën kan spreken.’  

Er is een genocide in Gaza, zegt onder andere Amnesty. Noemt u het genocide?

‘Nee. Ik vind dat het niet aan mensenrechtenorganisaties is om daar een finaal oordeel over uit te spreken, als het Internationaal Gerechtshof dat we daarvoor ingericht hebben, dat nog niet gedaan heeft. Ik vind dat er zo groot mogelijke druk uitgeoefend moet worden om geweld te voorkomen, zonder dat je er het stempel genocide op plakt. Ik stoor me aan de gretigheid waarmee zo’n juridisch complexe term gebruikt wordt. En, dat durf ik echt wel hardop te zeggen, ik vind het onbegrijpelijk dat je als mensenrechtenorganisatie je partner in Israël de mond snoert [Amnesty Israël is voor twee jaar geschorst, red.]. Binnen een mensenrechtenorganisatie moet ruimte zijn voor tegenspraak en moet je mensen binnenhouden, niet uitsluiten.’   

PVV-leider Geert Wilders presenteert zich als vriend van Israël en de Joodse gemeenschap in Nederland. Ziet u hem ook zo?  

‘Ik denk dat je je zorgen moet maken als je als Joodse gemeenschap alleen maar van de uiterst rechtse kant van het politieke spectrum steun krijgt. Ik vind dat het op links te stil is, dat er te weinig afkeuring is als het gaat over antisemitisme. En ik heb grote moeite met de manier waarop rechtse partijen de Maccabi-rellen in Amsterdam alleen maar framen als een integratieprobleem. Maar ik vind het ook verwerpelijk als we doen alsof er niets is gebeurd.’ 

Lees ook