Op zondag 8 december, om 4.00 uur ’s ochtends en na meer dan een halve eeuw heerschappij van de familie Assad, viel hun regime. Het was 2.00 uur ’s nachts in Frankrijk, waar ik woon, toen het nieuws binnenstroomde op mijn telefoon, op mijn laptop, op mijn iPad. Mijn hart bonsde, ik wist niet zeker wat er allemaal gebeurde. Al snel verkondigden oppositietroepen dat ze de beruchte militaire gevangenis van Sednaya hadden bestormd.
Op dat moment besloot ik mijn man Jaber wakker te maken. Want dat was de plaats waar hij, Jaber Bakr, van 2002 tot 2004 gevangenzat, en waar het Assad-regime veel van onze vrienden heeft gedood. De Sednaya-gevangenis was misschien wel de diepste afgrond in het gigantische netwerk van Assad-gevangenissen dat Jaber jarenlang bestudeerde voor zijn boek De Syrische goelag. Nog half slapend sprong hij uit bed en riep: ‘Assad is gevallen… Assad is gevallen!’
Ruggengraat van het regime
Waarom stort een regime, dat 54 jaar lang over een land heeft geregeerd, in op het moment dat de poorten van de gevangenissen worden geopend? Ik was bekend met het concept ‘gevangenisstaat’, maar dit was de eerste keer dat het tot leven kwam. Gevangenissen waren niet alleen instrumenten van onderdrukking, onderdrukking en controle, ze vormden ook de ruggengraat van het regime van Assad. Toen die ruggengraat eenmaal brak, brokkelde het regime af om niet meer te herrijzen.
Zoveel vreugde, vermengd met tranen. Of eigenlijk: zoveel tranen, vermengd met vreugde. Bij elk beeld dat uit die gevangenissen opdook, huilden we. We herdachten degenen die door marteling omkwamen en daarna verheugden we ons over degenen die het er levend vanaf brachten. We zaten aan onze schermen gekluisterd, kijkend naar Sednaya en talloze andere veiligheidsafdelingen en geheime detentiecentra in het hele land – diensten van een systeem dat zo complex is dat geen enkel verhaal volstaat om het uit te leggen.
Waar is de rest?
Beste lezer, inmiddels ben je misschien bekend met het gevangenisapparaat van het Assad-regime. Je hebt de beelden waarschijnlijk gezien. Toch blijft de realiteit veel gruwelijker dan wat schermen ooit kunnen overbrengen. Syrische en internationale mensenrechtenorganisaties schatten dat in de laatste jaren van de revolutie meer dan 200 duizend mensen zijn vastgehouden. Daarvan ging het bij ongeveer 150 duizend personen om gedwongen verdwijning.
Veel Syrische families bleven stikken in één vraag: waar zijn de meer dan 135 duizend vermiste gedetineerden?
Nu de gevangenissen waren geopend, konden de nabestaanden aan een slopende zoektocht beginnen. In de vroege ochtenduren arriveerden ze, waarna een stroom geruchten loskwam, verkeerde informatie en nog meer bloedige beelden. Duizenden gevangenen zijn bevrijd, maar veel Syrische families bleven stikken in één zware vraag: waar is de rest? Wat heeft Assad onze dierbaren aangedaan? Waar zijn de meer dan 135 duizend vermiste gedetineerden?
Verdriet en woede zetten velen ertoe aan de archieven te doorzoeken naar verdere aanwijzingen. Documenten raakten beschadigd en soms zelfs vernietigd. Maar ook doken duizenden documenten op: opdrachten om executies uit te voeren, richtlijnen, vermeldingen van het transport van lijken. De Syrische bureaucratie van de dood.
Geruchten als feiten
Ook mijn man en ik zochten naar namen van familieleden en vrienden op de lange lijsten die op onze mobiele telefoons binnenkwamen. Foto’s van voormalige gevangenen die hun verstand hadden verloren en hun namen waren vergeten kwamen voorbij, terwijl onze tranen de tijd leken te doen bevriezen.
Intussen verspreidden talloze Syrische, Arabische en internationale journalisten geruchten als feiten. ‘Onder het rode gevangenisgebouw bevinden zich zwaarbewaakte verdiepingen, met duizenden gedetineerden.’ ‘Er zijn tunnels en kelders die alleen toegankelijk zijn via geheime poorten.’ Dit alles was onjuist. Maar de dichtheid van de dood en het immense gewicht van de catastrofe die de Syriërs de afgelopen vijftig jaar had verpletterd, dreef ons ertoe om wat dan ook te geloven.
Ons alternatief voor ‘goedemorgen’
De legendarische status van Sednaya komt voort uit de enorme rol die het de afgelopen halve eeuw in de levens van de Syriërs speelde. Maar we mogen ook de andere gevangenissen niet vergeten. Voor Sednaya was er Tadmur in Palmyra, de woestijngevangenis waar in de jaren tachtig duizenden mensen omkwamen. Vóór Tadmur was er Mezzeh, waar politieke gevangenen vergeten werden, wachtend op vrijheid. En dan zijn er nog de gevangenissen van de Militaire Inlichtingendienst, van de Luchtmacht-inlichtingendienst, de Algemene Inlichtingendienst, het Directoraat Politieke Veiligheid, van de militaire politie, de Republikeinse Garde en van de Vierde Divisie.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief van Wordt Vervolgd:
De miljoenen documenten die hiervandaan komen, maken deel uit van het pad naar gerechtigheid, van onze zoektocht naar vrijheid. Aangevuld, hopelijk, met de getuigenissen van overlevenden. De ‘veiligheidsafdelingen’ zijn nu plaats delict geworden. We moeten ze bewaren als bewijs, voor toekomstige processen tegen Assad en zijn beulen. We moeten ze omvormen tot musea, om ons te herinneren aan de wreedheid van dit tijdperk en om herhaling te voorkomen. Dergelijke musea zullen de presidenten en het volk van Syrië herinneren aan de wreedheid van het Assad-regime. Zodat wat er is gebeurd zich niet zal herhalen, ook niet uit wraak.
Het is nu meer dan twee maanden geleden dat Assad vluchtte, en nog iedere ochtend herhaalt Jaber een zin die een alternatief is geworden voor ‘goedemorgen’: ‘Syrië zonder Assad’. Ik zeg het hem na. ‘Syrië zonder Assad.’ Alsof we het herhalen om het te geloven.