Liesbeth* was eind 30 en alleenstaand, en dat vond haar leidinggevende zo opmerkelijk dat hij er op de werkvloer voortdurend opmerkingen over maakte. Zou ze misschien op vrouwen vallen? Of op maandagochtend: ‘Ik hoef jou niet te vragen hoe je weekend was, jij praat toch alleen maar tegen je kamerplant.’
Eigenlijk had Liesbeth haar droombaan. Maar de leidinggevende werd een steeds groter blok aan haar been. Ze probeerde hem te ontwijken en zag als een berg op tegen een-op-een overleggen, waarin hij voortdurend ongemakkelijke toespelingen maakte. ‘Ik kwam daar op mijn werk. Wat doen mijn privéleven en mijn seksuele geaardheid er dan toe?’, vraagt ze zich nu hardop af, terugblikkend op die tijd.
Ze ervoer zijn gedrag als grensoverschrijdend, maar Liesbeths leidinggevende kon ook overgaan op directe bedreiging: als ze enige vorm van kritiek had, moest ze zich bij hem komen verantwoorden. Meerdere keren dreigde hij met een officiële waarschuwing – die ze overigens nooit kreeg – en zelfs met ontslag. Collega’s kwamen niet voor haar op. ‘Ik denk dat zij de intimidatie die van hem uitging ook voelden.’
‘Ik voel me heel beperkt doordat ik er niet over mag praten’
Liesbeth raakte overspannen en kwam thuis te zitten. ‘Ik dacht: als ik nu verder ga, dan ga ik écht richting een burn-out. Dat is het mij niet waard. Ik kies voor mijn eigen gezondheid en welzijn.’ Ze vroeg om een vaststellingsovereenkomst: een gebruikelijke stap als werkgever en werknemer besluiten om niet meer samen verder te gaan. Maar ze wist toen niet dat daar ook een geheimhoudingsclausule in zou staan. ‘Daarin stond dat ik op geen enkele wijze contact mocht hebben met andere mensen hierover, en dat ik ook op sociale media geen uitlatingen mocht doen over mijn tijd bij deze organisatie. Dat werd ook echt gecontroleerd door mensen van HR en mijn leidinggevende. Toen ik protesteerde, zei mijn advocaat: “Je kunt hier een heel ding van maken, maar persoonlijk zou ik denken: ik teken het en het is goed zo. Ik sluit het verder af.” Daar heb ik toen maar naar geluisterd.’
Zwijgcontract
Het gebeurt: mensen die het slachtoffer zijn van grensoverschrijdend gedrag, moeten bij het ontbinden van hun contract beloven dat ze niet zullen spreken over wat er op de werkvloer met hen is gebeurd. Ze krijgen een som geld mee en het dossier verdwijnt in de onderste la. Dat gebeurt in het buitenland, met de zaak van Harvey Weinstein – die ook #MeToo aan het rollen bracht – als misschien wel bekendste voorbeeld. In de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk is er ook veel politieke discussie over deze ‘geheimhoudingsclausules’, ook wel ‘zwijgbedingen’ genoemd, of in het Engels: non-disclosure agreements (NDA’s).
In Nederland is weinig aandacht voor zulke geheimhoudingsclausules, maar ze worden ook hier geregeld gebruikt. In een enquête van vakbond FNV uit 2023 gaf 57 procent van de ondervraagde vakbondsleden aan in het jaar daarvoor één of meerdere vormen van grensoverschrijdend gedrag te hebben meegemaakt. In 6 procent van de gevallen had een leidinggevende het slachtoffer gevraagd hierover te zwijgen. Arbeidsrechtadvocaten die we hierover spreken, vertellen dat dit zelfs voorkomt bij seksueel grensoverschrijdend gedrag, al is het moeilijk vast te stellen hoe vaak dat gebeurt. Schattingen lopen uiteen van enkele tientallen tot enkele honderden keren per jaar.
Aanvechten
FNV eiste in 2022 dat de toenmalige minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een verbod instelde – zo mogelijk met terugwerkende kracht – op deze geheimhoudingsclausules na (al dan niet seksueel) grensoverschrijdend gedrag. Dat gebeurde niet. Van Gennip reageerde in EenVandaag dat ze het onwenselijk vond dat slachtoffers op deze manier het zwijgen wordt opgelegd, maar dat mensen altijd nog naar de rechter kunnen gaan als ze het ‘zwijgbeding’ willen aanvechten. ‘Die kan de afweging maken: wat weegt zwaarder? De misstand of de geheimhoudingsverklaring?’
In theorie is het natuurlijk zo dat een slachtoffer altijd nog naar de rechter kan stappen. Meerdere advocaten vertellen ons dat een geheimhoudingsbeding voor de rechter waarschijnlijk geen stand houdt bij (seksueel) grensoverschrijdend gedrag. Maar in de praktijk gebeurt het zelden dat een slachtoffer probeert om het zwijgbeding door de rechter nietig te laten verklaren. Volgens de onderzoekers die we spraken gaat er zoveel intimidatie uit van een dergelijke clausule, en heeft het slachtoffer vaak al zoveel te verduren gehad, dat de stap naar de rechter simpelweg te groot is. Arbeidsrechtadvocaat Elise Bink noemt de vergoeding die ermee gepaard gaat dan ook ronduit ‘zwijggeld’. ‘Geheimhoudingsbedingen zijn volstrekt gebruikelijk, maar worden misbruikt als zwijgbeding. Ik zeg altijd: zwijgbedingen zijn voor de rechter niets waard. Maar slachtoffers zijn gemakkelijk te intimideren, dus die houden zich eraan.’ Wie de zaak verliest, draait bovendien op voor de kosten, en kan aangeklaagd worden voor smaad.
Verantwoording
UitklappenVoor dit artikel had Wordt Vervolgd contact met meer dan tien juristen en arbeidsrechtadvocaten, drie slachtoffers, drie onderzoekers, vijf maatschappelijke organisaties, het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap en de Regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. We namen rechtszaken door, Kamervragen, boeken, berichtgeving in de media en onderzoeksrapporten.
Opgelegde geheimhouding
Een ‘zwijgcontract’ komt in verschillende vormen voor, maar meestal is het een onderdeel van een vaststellingsovereenkomst (vso). Dat is een overeenkomst die werkgever en werknemer kunnen afsluiten als het contract wordt ontbonden. Dit voorkomt een ontslagprocedure bij de rechter of het UWV en het is belangrijk voor degene die zijn baan verliest: een vso geeft recht op een uitkering. Meestal staat er vagelijk in wat de reden van ontslag is, wanneer het ingaat en hoeveel geld de werknemer meekrijgt. Bijna standaard staat er dus ook een geheimhoudingsclausule in. Het doel daarvan is vooral om te zorgen dat er geen bedrijfsinformatie lekt en dat een persoon of organisatie geen schade oploopt. Het is daardoor ook moeilijk om zo’n clausule uit de overeenkomst te krijgen.
Maar slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag zitten vaak in een kwetsbare positie op het moment dat ze de vso ondertekenen. Ze willen de ellendige situatie afsluiten en hebben de puf niet om de strijd aan te gaan. Uiteindelijk dragen ze de consequenties daarvan wel persoonlijk. Geheimhouding staat een goed verwerkingsproces in de weg, vertellen de slachtoffers die we hebben gesproken. Dat geldt voor alle vormen van grensoverschrijdend gedrag, maar zeker voor seksuele intimidatie. ‘Geheimhouding opleggen is een kenmerk van seksueel misbruik’, zegt Iva Bicanic, klinisch psycholoog en directeur-bestuurder van het Centrum Seksueel Geweld. ‘Herhaling van die opgelegde geheimhouding kan de getroffen persoon opnieuw traumatiseren. Niet mogen spreken, daar gaat ook iets van uit alsof jij iets verkeerd hebt gedaan, of iets dreigends als je wel je mond zou opendoen.’
Dat beeld wordt bevestigd door topadvocaat Jennifer Robinson die veel grote zaken doet rond zwijgcontracten in het VK, de VS en Australië. In haar boek Silenced Women beschrijft ze hoe vrouwen vaak stelselmatig benadeeld worden door het recht. Een van de manieren waarop dat gebeurt, is met dit soort zwijgcontracten. ‘Zodra je zo’n contract tekent, geef je eigenlijk je recht op vrije meningsuiting op omdat je ervoor betaald bent’, vertelt ze in een gesprek met Wordt Vervolgd. ‘Maar als vrouwen niet over hun ervaringen kunnen vertellen, hoe kunnen we dan het probleem oplossen?’
Structureel
Tijdens het werk kwam Liesbeth er op een gegeven moment achter dat haar voorganger ook slachtoffer was geworden van het gedrag van diezelfde leidinggevende. Zo had de baas voortdurend ongewenste opmerkingen gemaakt, bijvoorbeeld over diens lichaam, seksuele geaardheid en gezinssituatie. ‘Hij kreeg veel te maken met intimidatie en pestgedrag. Hij heeft uiteindelijk suïcide gepleegd en ik denk dat dit mede de reden is geweest.’
‘Ik heb hele schokkende dingen gehoord en gezien over dat pestgedrag. Ik wist niet dat zulke dingen bestonden. Ik voel me heel beperkt doordat ik er niet over mag praten. Ik zie wat ik zie, andere mensen bevestigen mijn verhaal, maar ik kan het niet delen. Mensen die heel dicht bij me staan weten het wel, maar zelfs dat vind ik lastig: ik werkte in een sector waar iedereen elkaar kent. Ik ben altijd bang dat verhalen toch gaan rondzingen.’
‘Dat slachtoffers gedwongen worden een zwijgbeding te tekenen, gaat mijn voorstellingsvermogen ver te boven’
‘Ik zie dat slachtoffers de geheimhoudingsplicht vaak heel serieus nemen’, zegt Marijke Naezer, die in 2019 onderzoek deed naar grensoverschrijdend gedrag op de academische werkvloer. Daar deden 53 slachtoffers aan mee. ‘Veel van hen spreken er zelfs niet over met een psycholoog, en dat staat verwerking in de weg.’ Daarnaast benoemt Naezer ook een breder probleem dat met de geheimhoudingsplicht meekomt, namelijk het feit dat slachtoffers zich niet kunnen verenigen. Ze kunnen hun opvolger niet waarschuwen, ze kunnen niet voor elkaar getuigen en ze kunnen geen structurele misstanden aan de orde stellen. Denk aan de werkcultuur bij de NPO, de misstanden bij De Wereld Draait Door of The Voice. Hierdoor richt de aanpak zich altijd op een incident, ziet zelfs de werkgever uiteindelijk de patronen niet meer en blijven toxische werkculturen in stand. Met zo’n clausule zet je hekken om een individueel geval.
Lees ook: Waarom instemming bij seks zo belangrijk is‘Je ontneemt mensen meerdere rechten’, zegt strafrechtadvocaat Barbara van Straaten, die geregeld slachtoffers van gewelds- en zedenmisdrijven bijstaat. ‘Het recht op een effectief onderzoek, het recht op vrijheid van meningsuiting, het recht op een ongeschonden privéleven – artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Geheimhouding zit mensen dus in de weg om hun grondrechten uit te oefenen.’
Verbod
Voor Kitty Jong, vicevoorzitter van de FNV, zijn dat allemaal belangrijke redenen om te blijven pleiten voor een verbod. Ze vindt het ‘onbestaanbaar’ dat mensen het zwijgen wordt opgelegd als ze slachtoffer zijn van grensoverschrijdend gedrag of seksueel geweld. ‘Zij delven het onderspit. Dat is al schrijnend genoeg, maar dat ze ook nog gedwongen worden daarover een zwijgbeding te tekenen, gaat mijn voorstellingsvermogen ver te boven. Daarom pleiten wij ook voor het alsnog ongeldig verklaren van elk document dat mensen letterlijk het zwijgen oplegt.’
En dat kan. Zo’n verbod op geheimhoudingsclausules bestaat in de zorgsector al sinds juli 2023. Toenmalig SP-Kamerlid Peter Kwint diende een jaar eerder een motie in om ook in het onderwijs een verbod op zwijgbedingen in te voeren. Volgens het ministerie van OCW wordt op dit moment nog geïnventariseerd of dat noodzakelijk is. De Tweede Kamer zal daar begin volgend jaar over worden geïnformeerd, ruim een jaar later dan oorspronkelijk gepland.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid laat daarnaast weten dat de wenselijkheid en de juridische haalbaarheid van een verbod op zwijgbedingen na grensoverschrijdend gedrag besproken zijn met een vakbond. Verder zijn er geen stappen gezet.
Ook de Wet bescherming klokkenluiders (2023) biedt weinig soelaas: een slachtoffer kan wel terecht bij het Huis voor Klokkenluiders, maar een melding moet in de praktijk aan zoveel voorwaarden voldoen, dat maar weinig vermoedens aangemerkt kunnen worden als een ‘vermoede misstand’. Zo mag het niet gaan om een incident, een gebeurtenis van individuele aard of een gebeurtenis zonder duidelijk maatschappelijk belang.
‘Ik weet dat ze me nog steeds online in de gaten houden, en dat voelt heel intimiderend’
Regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld Mariëtte Hamer vindt het daarom belangrijk dat zwijgbedingen of geheimhoudingsclausules niet van toepassing kunnen zijn bij meldingen en situaties van seksueel grensoverschrijdend gedrag. ‘Dit is bijvoorbeeld al zo bij meldingen van misstanden volgens de Wet bescherming klokkenluiders, en zou ook voor seksueel grensoverschrijdend gedrag en mogelijk andere vormen van grensoverschrijdend gedrag moeten gelden. Hier zullen we extra aandacht aan besteden in de volgende versie van onze handreiking Cultuurverandering op de werkvloer. We zullen organisaties adviseren om af te zien van het inzetten van zwijgbedingen of geheimhoudingsclausules in situaties waarin sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Zo streven we naar een open en veilige werkcultuur, waarin meldingen bespreekbaar zijn en medewerkers zich ondersteund voelen.’
Mondige mensen
‘Tot een jaar of vijf geleden had ik nooit gehoord dat iemand de geheimhoudingsclausule uit een vso wilde halen’, zegt Marlet Bron, arbeidsrechtadvocaat die veel zaken over grensoverschrijdend of onwenselijk gedrag doet. ‘Het gebeurde echt nooit. Maar nu vallen mensen echt over die clausule.’ Ze vermoedt dat dat het gevolg is van #MeToo. ‘Mensen zijn mondiger geworden en ze worden ook serieuzer genomen.’
Bron steekt de hand ook in eigen boezem: ‘Wij advocaten zetten zo’n geheimhoudingsclausule vaak automatisch in een vso, terwijl het echt niet altijd nodig is.’ Advocaat Elise Bink sluit zich daarbij aan. ‘Het hoeft niet tot een zwijgbeding te komen als je een goede vertrouwenspersoon hebt. Iemand die niet vanuit wantrouwen reageert, maar die de partijen al in een eerder stadium tot rust weet te manen en de angel eruit weet te halen. En mocht het toch uit de hand lopen, zorg dan dat iemand toegang heeft tot goede rechtsbijstand.’
Blijf op de hoogte. Ontvang de Wordt Vervolgd Nieuwsbrief
‘Kijk, ik ben daarna gewoon verdergegaan met mijn leven’, zegt Liesbeth, ‘maar ik vind het heel belangrijk om dit verhaal te vertellen, ook vanwege het onrecht dat mijn voorganger is aangedaan. Het gaat nu goed met mij, ik heb een leuke nieuwe baan, waar ik me ook veel bezighoud met de sociale veiligheid op de werkvloer. Maar achteraf denk ik: dit verhaal heeft een onbevredigend einde gekregen.
‘Ze dreigden destijds met een rechtszaak als ik de geheimhoudingsplicht zou schenden. Dan zouden ze me aanklagen voor smaad. Ik weet dat ze me nog steeds online in de gaten houden, en dat voelt heel intimiderend. Ik heb er weleens over nagedacht om naar de rechter te gaan om die geheimhoudingsclausule eruit te krijgen, maar ik weet echt niet of dat een reële optie is. Je voelt je heel machteloos als je uit zo’n situatie van intimidatie komt. Natuurlijk, je kunt het altijd aanvechten, maar zij zijn groot en ik ben klein. En wat gebeurt er als ik verlies?’
*Liesbeth is een gefingeerde naam, haar echte naam is bij de redactie bekend. Vanwege de geheimhoudingsclausule vreest ze dat er een rechtszaak tegen haar begonnen wordt als ze zich in de media uitspreekt.
Praten over zelfdoding kan gratis, anoniem en 24/7 bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie: 0800-0113.