Een tribunaal voor Kosovo

Den Haag krijgt er een internationaal tribunaal bij. Het Kosovo-tribunaal zal vanaf volgend jaar strijders van het Kosovaarse Bevrijdingsleger (UÇK) gaan vervolgen die zich tijdens en vlak na de oorlog met Servië (1998-1999) schuldig maakten aan moord‚ marteling en verdwijningen van Servische inwoners van Kosovo.

De achtergrond: Servische troepen vielen in 1998 Kosovo binnen en verjoegen ruim 800 duizend Albanese Kosovaren‚ vernietigden hun identiteitspapieren en brandden hun dorpen plat. Duizenden werden gedood of verdwenen.

Massagraven

De NAVO maakte in 1999 een einde aan deze oorlog. Nog steeds vindt men massagraven‚ tot in Servië aan toe. Wat niet de bedoeling was van de daders: ‘No body‚ no crime’ had een hoge Servische militair geschreven in zijn logboek‚ dat onderzoekers van het Joegoslavië-tribunaal achterhaalden.

Het Joegoslavië-tribunaal heeft een paar hoge Servische politici en militairenberecht en klaagde ook verdachten aan Kosovaars-Albanese kant aan. Maar in Servië zelf is tot op heden niemand voor in Kosovo gepleegde wandaden gestraft.

Wraakacties

Het was een langgekoesterde wens van de voormalige aanklager van het Joegoslavië-tribunaal Carla del Ponte om de top van het UÇK te vervolgen voor de wraakacties tegen de Serviërs en voor de georganiseerde misdaad waarmee de strijders Kosovo tot lang na de oorlog in hun greep hielden. Het lukte haar niet de internationale gemeenschap mee te krijgen. Maar een rapport van 2010 van de Raad van Europa‚ met bloedige details van de UÇK-praktijken en met namen van de daders‚ bracht het plan voor een speciaal tribunaal dichterbij.

En nu is het zover. Het Kosovaarse parlement ging in juli schoorvoetend akkoord met het nieuwe tribunaal‚ onder druk van de EU‚ de VS én de eigen regering.

Raadselachtig

Verstandig om het eigen criminele verleden onder ogen te zien‚ zou je zeggen. Maar ook raadselachtig: de Kosovaarse regering en het parlement bestaan grotendeels uit oud UÇK-strijders die mogelijk zelf op de lijst van verdachten staan. De huidige minister van Buitenlandse Zaken Hashim Thaçi is volgens de Raad van Europa de ‘gevaarlijkste criminele baas binnen het UÇK’.

Uitgerekend hij toonde zich de afgelopen maanden een groot voorstander van het tribunaal. Thaçi gaat er blijkbaar van uit dat hij nog voldoende internationale steun geniet‚ net als tijdens de oorlog‚ toen westerse landen en de VS het UÇK van geld en wapens voorzagen en de ogen sloten voor de terreurdaden van de beweging. Ook wordt gesuggereerd dat Thaçi zich machtig genoeg voelt om het tribunaal te ontregelen‚ bijvoorbeeld door getuigen te intimideren en te voorkomen dat verdachten worden gearresteerd.

Kosovaren hopen dat het tribunaal ook oog zal hebben voor de brute rol van Servië tijdens de oorlog en voor de invloed van het Westen op het handelen van het UÇK. Gaat het hieraan voorbij‚ dan kan het tribunaal door gebrek aan medewerking met lege handen komen te staan.