Een draagmoeder inzetten wordt makkelijker. Maar is dat een goed idee?

Kun je voor een kind, dat zelf geen stem heeft, beslissen hoe het ter wereld komt? En waarom mag je eigenlijk geen nier verkopen maar in sommige landen wel een baarmoeder huren? Hebben we eigenlijk wel recht op een kind? Kinderrechtenjurist Laura Bosch is kritisch op de komende wet over draagmoederschap. ‘Dit gaat over de vraag wat het in de huidige tijd betekent mens te zijn.’ 

© Vijselaar & Sixma

Daar lagen ze dan, hun gezichtjes gekreukeld, de kleine handjes en voetjes zorgzaam in kleurrijke dekens gewikkeld. Naam en leeftijd op een post-it boven de wiegjes. De foto’s van achttien baby’s, geboren uit draagmoeders, gingen medio maart de hele wereld over. Ze werden in een Oekraïense schuilkelder door verpleegkundigen in leven werden gehouden. Met het losbarsten van de oorlog waren de pasgeborenen niet alleen in een frontlinie, maar ook in ouderlimbo beland. De baby’s konden nergens heen en hun overwegend Europese wensouders konden ze ook niet op komen halen.

De beelden uit Oekraïne, dat met zo’n 2.500 kinderen per jaar als de hotspot van Europa rond draagmoeders bekendstaat, deden denken aan twee jaar eerder. Met alle grenzen op slot zaten ook tijdens de Covid-lockdowns al honderden baby’s vast. Van Oekraïne tot in India en de Verenigde Staten moesten draagmoeders nog maandenlang voor het door hen gebaarde kind zorgen, eer het af te kunnen staan aan de betalende wensouders.

‘De gedachte is: draagmoederschap gebeurt, en het kan. Maar dat iets gebeurt, betekent nog niet dat we het juridisch ook mogelijk moeten maken’

Ik ben die zuurpruim

Nu zijn lockdowns en oorlogen uitzonderlijke situaties. Toch is het juist die hoogspanning die in één klap iets blootlegt, ziet kinderrechtenjurist en ethicus Laura Bosch: de kwetsbaarheid van het fenomeen internationaal draagmoederschap. Ze is actief betrokken bij consultatierondes rondom de nieuwe draagmoederwet die nu in de maak is. ‘Vandaag de dag kunnen we via het lichaam van iemand anders en over grote afstand een kind krijgen’, zegt Bosch. ‘In dit geval is bijvoorbeeld een ingevroren, bevruchte eicel naar Oekraïne gebracht en in oorlogsgebied terechtgekomen. Wat moeten we hier mee?’ Het is een vraag die Bosch bezighoudt, maar waar zij in de maatschappij of politiek nog geen bevredigend antwoord op heeft gezien.

Lees ook: In de maak: fairtrade draagmoederbaby Achtergrond 28 juni 2018

‘Als maatschappij gunnen wij iedereen een baby. Want een baby betekent liefde. Een foto zoals die uit Oekraïne, van lieve, kleine wezentjes, daar kan toch niets mis mee zijn? Maar achter dat mooie plaatje gaat een hele wereld schuil. Nou, en ik ben dus die criticus, die zuurpruim, die komt zeggen: weet je wel wat er allemaal misgaat in die draagmoederindustrie? Dat er soms sprake is van dwang van kwetsbare draagmoeders en enorme sommen geld? Dat kinderrechten in het geding komen? Natuurlijk is dat niet wat de mensen willen horen. Maar als je oog hebt voor mensenrechten, dan moet je verder kijken dan wat er in de etalage staat.’

Als kinderrechtenjurist en ethicus volgt Laura Bosch het draagmoederdebat op de voet. Vandaag de dag is ze programmamedewerker migratie en staatsrecht bij filantropische organisatie Porticus. Een internationale stichting (van de familie Brenninkmeijer) met projecten op het gebied van educatie, gemeenschap, geloof en klimaat. Al eerder, in haar vorige baan bij kinderrechtenorganisatie Defence for Children, werd haar interesse gewekt voor kinderzaken rondom adoptie en afstamming. De verhalen van kinderen met louche adoptiegeschiedenissen raakten haar. En inmiddels mengt ze zich met een uitgesproken visie in het debat dat rond de nieuwe conceptwet ‘Kind, draagmoederschap en afstamming’ gevoerd wordt.

Voor een kinderrechtenexpert en ethicus kan ik me voorstellen dat een thema als draagmoederschap tot de verbeelding spreekt.
‘Zeker. In het gesprek rondom draagmoeders komt alles samen; ethiek, moraal, technologie het recht… alles. Het raakt aan de vraag hoe we op al die verschillende vlakken nadenken over ons mens-zijn. Wat het betekent voor ons om een mens te zijn. Dat is zo’n moeilijke, maar ook fundamentele vraag. Die raakt ook aan de juridische benadering van dat mens-zijn. En aan technologische vooruitgang en hoe we dat met elkaar verbinden. De ontwikkelingen gaan snel. We zien dat vruchtbaarheidsproblemen groeien en dat daarmee de wereldwijde markt voor fertiliteitsbehandelingen en constructies als draagmoederschap toeneemt. Daarbij gaat het over belangrijke zaken, over mensen die graag een kindje willen. Over mensen van hetzelfde geslacht die voor een kind afhankelijk van draagmoeders zijn; dus die emancipatiestrijd komt ook nog om de hoek kijken.’

© Vijselaar & Sixma

Volgens u brengen al die aspecten van draagmoederschap fundamentele vragen mee?
‘Oneindig veel. Kun je voor een kind, dat zelf geen stem heeft, beslissen hoe het ter wereld komt? En waarom mag je eigenlijk geen nier verkopen maar in sommige landen wel tijdelijk een baarmoeder huren? Of neem nu twee mannen die samen een kind wensen; zouden die meer recht moeten hebben op het krijgen van een kind via een draagmoeder dan een heterostel dat onvruchtbaar is?’

Na een korte pauze: ‘Dat is de grote vraag: wanneer hebben we überhaupt recht op een kind? Nou, dat recht bestaat natuurlijk helemaal niet. Maar in onze maatschappij en in ons denken zie ik dat dat idee er wel een beetje is ingeslopen. Daar moeten we over nadenken.’

‘Ik maak me zorgen dat het uiteindelijk de allerarmste vrouwen zijn die de dupe worden’

Schimmige praktijken die we niet willen

Verhalen uit landen als India en Thailand waar draagmoeders zijn gedwongen een kind af te staan of niet betaald kregen voor hun diensten; wensouders die worden opgelicht door malafide bemiddelingsbureaus in Oost-Europa; kinderen die door verschillende juridische regels kans lopen om stateloos te raken of, zoals in Oekraïne in limbo te belanden.

In Nederland hebben misstanden rondom buitenlands draagmoederschap, waar vaak weinig toezicht is op het hele proces, ertoe geleid dat voormalig Minister van Justitie Sander Dekker (naar aanleiding van het Rapport van de Staatscommissie Herijking ouderschap) in 2019 beloofde om met een wet te komen die het gebruik maken van draagmoeders goed zou regelen. De wet moet het proces beter faciliteren. ‘Dus geen wantoestanden in verre landen met schimmige praktijken die we niet willen. Maar gewoon in Nederland op niet-commerciële basis’, zei de minister destijds bij Een Vandaag.

Nu, anno 2022 ligt er een conceptwetsvoorstel. Maar verschillende experts, waaronder de Raad van State en uzelf zijn kritisch.
‘Zeker. Voor de duidelijkheid, ik onderschrijf het idee van draagmoederschap op volledig vrijwillige en altruïstische basis. Mijn twijfel zit hem bij de vraag hoe verantwoord het draagmoederschap via deze nieuwe wet zal zijn.

Allereerst heb ik moeite met het narratief. De gedachte is: de inzet van draagmoeders gebeurt, het kan en dús moeten we het fixen. Laten we maar een wet maken om de problemen op te lossen. Maar daar heb ik als ethicus vragen bij. Want dat iets gebeurt, betekent nog niet dat we het juridisch ook moeten normeren, dat we het mogelijk moeten maken.

Over de conceptwet draagmoederschap

Uitklappen

Het wetsvoorstel Kind, draagmoederschap en afstamming in een notendop:

  • De wensouders (en niet de vrouw uit wie de baby is geboren, zoals Nederland aanhoudt) zijn vanaf de geboorte van het kind de juridische ouders
  • De rechter bekijkt vooraf of aan alle voorwaarden voor draagmoederschap is voldaan
  • Een landelijke draagmoederbank en afspraken over de vergoeding (onkosten) die een draagmoeder mag ontvangen moeten kinderkoop voorkomen
  • Ouderschapsverlof voor de wensouder
  • Mogelijkheden om in de toekomst in het buitenland tegen betaling een draagmoederkind te krijgen
  • Versterken van de rechten van het kind om te weten van wie het afstamt

Begin juni heeft de Raad van State een kritisch advies uitgebracht over het wetsvoorstel. Op dit moment verwerkt het Ministerie van Justitie en Veiligheid het advies. Het ministerie verwacht in januari 2023 een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer in te dienen.

Hoewel het niet mag, reisden er de afgelopen jaren toch naar het buitenland voor een draagmoederbaby. Eenmaal terug in Nederland lopen deze mensen tegen allerlei problemen aan, zoals het registreren van het kind en het juridisch ouderschap. Daarbij is de reactie vanuit de overheid veelal geweest: “Ach, het kindje is nu al hier. Er wordt van gehouden en voor gezorgd, laten we de papieren maar in orde brengen.” En nu gaan we dat proces formaliseren. Maar met welke reden?’

Kunt u vertellen hoe de conceptwet die normering oprekt, wat voor u de haken en ogen zijn?
‘Het opmerkelijkste aan dit wetsvoorstel is dat er met twee maten wordt gemeten. Hier in Nederland houden we eraan vast dat draagmoederschap alleen altruïstisch mag. Het verkopen van een zwangerschap wordt hier geen optie. Om te voldoen aan het Verdrag van de Rechten van het Kind zal ook kinderkoop expliciet strafbaar worden gesteld.

Maar tegelijkertijd zal met de wet commercieel draagmoederschap in het buitenland toch mogelijk worden gemaakt voor een lijstje specifieke landen. Landen waarvan Nederland denkt dat er geen misstanden plaats zullen vinden, waar afspraken mee gemaakt kunnen worden. Denk aan de VS, Canada en Zuid-Afrika. Mogelijk mag een wensouder daar straks wel betalen voor een draagmoederkind om het vervolgens mee naar Nederland te nemen. Onder de voorwaarde dat er in het desbetreffende land een rechter naar de zaak heeft gekeken. Uiterst complex en gevoelig dus .’

Velen zullen het toch als positief ervaren dat er in Nederland meer mogelijkheden komen?
‘Het idee om altruïstisch draagmoederschap iets gemakkelijker te maken, dat is geen gek idee. Maar als je tegelijkertijd ook die buitenlandroute openzet, dan kiezen vermogende mensen toch allemaal daarvoor? Ik bedoel, in Nederland is het moeilijk om (onbetaalde) draagmoeders te vinden. Terwijl je elders tegen betaling draagmoeders kunt krijgen. Van wie je vervolgens ook meer kunt eisen. Zoals wel of juist geen corona-vaccinatie, dieetwensen, noem maar op. De wereldwijde ongelijkheid trekt dit scheef. Ik maak me zorgen dat het uiteindelijk de allerarmste vrouwen zijn die de dupe worden.’

‘Een rechter die van tevoren toestemming gaat geven voor de geboorte van een kind: dat heb ik nog nooit gezien!’

Wat stoort u verder aan deze wet?
Er komt een toets door de rechter. Je moet je draagmoedertraject schetsen en de rechter zegt dan ja of nee. Maar een rechter die van tevoren toestemming moet geven voor de geboorte van een kind: dat heb ik nog nooit gezien!

Op een hoger niveau: het ethische standpunt van de regering is niet goed uitgewerkt. Hoe zien ze dit draagmoederschap nu? We willen de altruïstische opties beter faciliteren, maar waarom willen we dat? Dat gesprek mis ik. Terwijl het cruciaal is voor zo’n allesomvattend thema. We moeten een antwoord hebben op de grote vragen voordat draagmoederschapskinderen ze gaan stellen.’

In Nederland is degene die het kind baart, ook automatisch de juridische moeder. Voor draagmoederschap gaat dat volgens het wetsvoorstel veranderen zodat wensouders bij de geboorte al de wettelijke ouders kunnen zijn. Is dat geen logische stap voor u?
‘Ik zou willen vasthouden aan het systeem waarbij je het kind bent van diegene uit wie je geboren wordt. Daarbij zijn er nu al alternatieven: je kunt in het VUMC terecht voor hoogtechnologisch draagmoederschap (daar komt ivf aan te pas en worden de eicellen van de wensmoeder in het laboratorium bevrucht met het zaad van de wensvader, red.) In het VU is van alles geregeld, ook voor homostellen. Na de geboorte dient de draagmoeder het kind af te staan. Natuurlijk, je blijft met de moeilijke taak zitten om een altruïstische draagmoeder te vinden, dat is waar. Maar wat is de andere weg, een kind tegen betaling?’

Daar komen we weer bij die fundamentele beginvraag: wat betekent het vandaag de dag om mens te zijn?
‘De wereld verandert, zeker. En het is aan ons om na te denken over hoe we daarnaar kijken. Dat is mijn punt: die ethische discussie moet nu eerst eens op gang komen. Als er dan een meerderheid is die hier verder mee wil, dan is dat natuurlijk zo. Naar mijn idee zit voor dit wetsvoorstel dus nog een heel maatschappelijk debat, dat nu broodnodig moet worden gevoerd. Want wat zijn we hier nu precies aan het doen?!

Meer over dit onderwerp