Dictatorjager Reed Brody: ‘Verhalen van slachtoffers kunnen mensen in het hart raken’

De betrokkenheid van slachtoffers bij de vervolging van dictators is de sleutel tot succes, zegt advocaat Reed Brody. Het Internationaal Strafhof, dat dit jaar zijn twintigjarig bestaan vierde, kan er nog wat van opsteken. 

© Vicens Gimenez

Dit boek is anders dan de eerdere boeken die mensenrechtenadvocaat Reed Brody schreef. ‘In geen ander boek heb ik zoveel van mijzelf gelegd. Dit is niet alleen een politieke en juridische reis geweest, maar ook een hele persoonlijke.’

In november is zijn To catch a dictator uitgekomen. Het boek gaat over het jarenlange proces om de voormalige president van Tsjaad, dictator en oorlogsmisdadiger Hissène Habré, voor het gerecht te brengen. Onder diens bewind (1982-1990) kwamen volgens zijn opvolger Idriss Déby 40 duizend mensen om en werden nog eens 200 duizend mensen gemarteld, omdat ze als een bedreiging voor de macht werden gezien.  

Brody had eerder al een belangrijke rol gehad in de rechtszaak van de Chileense president Augusto Pinochet in 1998, en was begonnen met het vervolgen van Mengistu van Ethiopië, en Jean-Claude Duvalier en Raul Cédras van Haïti. Nu was de ‘Afrikaanse Pinochet’, zoals Habré werd genoemd, aan de beurt. 

Lees ook: Domme dingen die dictators doen #8: Bitcoin beach

Dictatorjagers 

Brody mag dan al vijftien jaar de bijnaam ‘dictatorjager’ dragen – sinds een documentaire uit 2007 over hem die titel droeg – zijn laatste boek laat zien hoe de jacht op Habré gedreven wordt door diens slachtoffers. ‘Zij zijn de hoofdpersoon geweest’, aldus Brody tijdens een online interview vanuit de Verenigde Staten. ‘We hebben een waar partnerschap opgebouwd.’ 

‘Habré is niet voor het gerecht gebracht omdat de huidige dictator van Tsjaad dat zo graag wilde of omdat een Amerikaanse advocaat genaamd Reed Brody vond dat dat moest’, zegt hij, ‘maar dankzij mensen als Souleymane Guengueng.’  

Guengueng zwoer in de kerkers van Habré dat hij, als hij zou overleven, zijn onderdrukkers voor het gerecht zou brengen. En dat lukte. Habré werd al binnen enkele maanden na het begin van de zaak in 1999 aangeklaagd. Daarna duurde het nog zestien jaar voordat hij voor een Senegalese rechtbank tot levenslang werd veroordeeld. De Tsjadiër was het eerste staatshoofd ter wereld dat in een ander land voor het gerecht is gebracht. Nota bene in Senegal, het eerste land ter wereld dat het oprichtingsverdrag van het Internationaal Strafhof had geratificeerd.  

In het hart raken 

Slachtoffers vooropstellen is niet zozeer politiek correct als wel veel effectiever, aldus Brody. ‘Ik mag dan de kennis van het recht, de contacten met fondsen en de pers inbrengen, mensen als Souleymane overtuigen.’ Alleen de verhalen van slachtoffers kunnen mensen in hun hart raken en steun mobiliseren, zo schrijft Brody in zijn boek. ‘Hoe Souleymane de Belgen met zijn innemende speech zover kreeg om de zaak niet te laten vallen, dat was mij nooit gelukt.’  

‘Het gaat om meer dan alleen de dader achter de tralies te krijgen’

Dat speelde toen Senegal de Habré-zaak niet meer wilde doen, en Brody en zijn partners naar andere landen zochten waar de dictator berecht zou kunnen worden. België sleepte Senegal vervolgens voor het Internationaal Gerechtshof waarna Senegal toch tot vervolging overging. Souleymane en Brody werden vrienden voor het leven, net als Brody dat werd met Ismael Hachim, Samuel Togoto – nog kreupel van de martelingen – Clément Abaifouta en vele anderen, al zijn sommigen inmiddels overleden. 

Door de betrokkenheid van de slachtoffers heeft de Habré-zaak voor het land betekenis gehad, zegt Brody. ‘Ik geloof dat deze zaak echt wat veranderd heeft.’ Velen in Tsjaad en heel Afrika volgden de zaak die op televisie werd uitgezonden. ‘Ze zagen hoe hun voormalige dictator – letterlijk – voor het gerecht werd gesleept.’  

Witte Amerikaanse advocaat 

Brody is momenteel bezig met de vervolging van de Gambiaanse dictator Yahya Jammeh, die tussen 1994 en 2017 de scepter zwaaide en momenteel een luxeleven leidt in Equatoriaal Guinea. Brody bracht de slachtoffers van Tsjaad en Gambia bij elkaar. ‘Zij zien hoe moeilijk het proces is, maar ze willen ook dat met Jammeh hetzelfde gebeurt.’ 

Reed Brody
© Photo by Alfredo Caliz/Panos/ANP
Mensenrechtenadvocaat Reed Brody op bezoek bij slachtoffers van Hissène Habré, nog voor het begin van de rechtszaak tegen de Tsjadische dictator.

Niet dat het voor een ‘advocaat met weinig tijd’ altijd heel makkelijk is, lacht hij. In zijn boek komt Brody bovendien geregeld terug op zijn ongemak om als witte Amerikaanse advocaat een door de Amerikanen gesteunde Afrikaanse dictator te willen berechten. Vaak kreeg hij dat voor de voeten geworpen. Wat heeft hij geleerd? ‘Te luisteren, bescheiden te zijn, niet altijd de agenda willen bepalen. De verleiding alles te willen controleren is groot.’ 

Vaak bracht het doorzettingsvermogen van slachtoffers een zaak aan het rollen. Dankzij hen is na dertien jaar eindelijk de rechtszaak begonnen over de stadionslachting in Guinee-Conakry tijdens een politieke demonstratie in 2009. En dankzij hen werd dictator Efraín Ríos Montt van Guatamala in 2013 tot levenslang veroordeeld voor genocide en misdaden tegen de menselijkheid tussen 1982 en 1983. Al willen niet alle slachtoffers natuurlijk zo’n rol op zich nemen, weet Brody. ‘Er zijn mensen die een nieuw leven zijn begonnen, andere dingen doen of geen tijd hebben. Je kunt mensen niet dwingen.’ 

Getuigenissen slachtoffers

Het investeren in het opbouwen van vertrouwen is volgens Brody cruciaal geweest in het betrekken van de slachtoffers. ‘Vrouwen die het slachtoffer waren geweest van verkrachtingen durfden te getuigen, omdat ze zich onderdeel voelden van het proces.’  

Die getuigenissen, over het dienen als seksslaven voor het leger, sloegen in als een bom, herinnert Brody zich. ‘Pas in de allerlaatste minuut, oog in oog met Habré, vertelde Khadidja Hassan Zidane bijvoorbeeld dat ze door de man zelf was verkracht. In het licht van felle lampen en tegenover de advocaten en rechters die zoveel pijnlijke vragen stelden. Maar zo wilde ze dat.’ Ze had zich sterk gevoeld. Net als dat Souleymane zich na de veroordeling tien keer groter dan de dictator had gevoeld. ‘Het gaat niet alleen om de dader achter de tralies te krijgen’, zegt Brody. ‘Het gaat ook om de relatie tussen slachtoffer en onderdrukker.’ 

Twintig jaar Strafhof 

Het Internationaal Strafhof, dat dit jaar twintig jaar bestaat, zou er nog van kunnen leren, vindt Brody. Toen hij de vervolging van Habré in 1999 begon, stond het internationaal strafrecht nog in de kinderschoenen. De eerste oorlogstribunalen, voor de oorlogen in Rwanda en Joegoslavië, waren opgezet. Het Internationaal Strafhof – waar Brody nog voor pleitte – werd opgericht. Pinochet werd gearresteerd. ‘We hadden veel meer Pinochets verwacht. Maar twee decennia en twee miljard dollar verder, zijn er niet meer dan vijf rebellen door het Strafhof veroordeeld.’ Gebrekkige dossieropbouw, ongedaanmakingen van hoger beroepen en sabotage hebben grote zaken volgens Brody tenietgedaan.  

‘Tirannen hoeven niet weg te komen met hun misdaden’

Slachtoffers hebben in het Strafhof volgens de advocaat een marginale rol. In geen enkele zaak van het Strafhof zijn slachtoffers zo zichtbaar geweest als in de Habré-zaak, zo schrijft Brody in zijn boek. ‘Het gaat niet alleen om te getuigen in de rechtszaal. Het gaat om het hele proces. En in de vroege dagen van het Strafhof konden we wel stellen dat de openbaar aanklager voor de gemakkelijkste zaken ging.’ 

Dubbele standaard

Het Hof hanteert dubbele standaarden, vindt hij ook. Brody maakt een stap naar het heden. ‘Er is nog nooit zo’n massale mobilisatie van rechtsmiddelen geweest als voor de oorlog in Oekraïne.’ Karim Khan, de nieuwe aanklager van het Strafhof, heeft al drie bezoeken aan het land gebracht, heeft er het grootste veldkantoor ooit van het Strafhof geopend, en een online portaal gecreëerd om bewijsmateriaal te verzamelen en fondsen te werven. Dat is allemaal hartverwarmend, zegt Brody. ‘Dit is de reactie die je verwacht, en die je ook overal zou moeten zien, in de Palestijnse gebieden, Jemen, of Ethiopië. Maar niets is minder waar. Dat laat opnieuw de dubbele standaard zien, en de politieke berekeningen.’ 

Brody hoopt dat het Strafhof zijn werk doet, ‘en gerechtigheid brengt, van de voetsoldaat tot Poetin. Ik zou niet weten waarom het ultieme bewijs voor oorlogsmisdaden niet uiteindelijk naar Poetin wijst.’ En er is ook nog nooit zoveel bewijs verzameld als nu, met een grote rol voor satellietbeelden, sociale media en software. ‘Er zal massaal bewijsmateriaal zijn.’ Dat was in het proces van Habré totaal anders, blikt Brody terug. ‘Niemand keek toe, niemand was in het land, er waren nauwelijks westerse verslaggevers en er waren geen sociale media. We hadden geluk dat we op de documenten van de inlichtingendienst stuitten die rechtstreeks naar de hand van Habré leidden. Zonder die documenten hadden we het enkel moeten doen met getuigenissen van mensen.’  

Reed Brody
© Photo by SEYLLOU / AFP
Brody zit aan tafel met slachtoffer Souleymane Guengueng in een hotel in Dakar, de hoofdstad van Senegal.

Maar ondanks die massale inzet zal vervolging van schuldigen in de oorlog in Oekraïne een grote uitdaging worden, denkt Brody. ‘Helaas leven we in een wereld waarin het goed toeven is als dictator. Zie hoe de Saoedische kroonprins Bin Salman met open armen ontvangen wordt door de Verenigde Staten, terwijl het bewijs van zijn persoonlijke betrokkenheid bij de moord op de journalist Jamal Khashoggi zo onomstotelijk is. Het illustreert de straffeloosheid die de machtigen genieten.’ 

Compensatie 

Het recht zegeviert als er een beweging is van mensen die werk willen maken van de zaak, aldus Brody. ‘In Tsjaad hebben de slachtoffers de weg naar gerechtigheid geplaveid. Ze vochten voor die zaak. Natuurlijk kent het land Tsjaad nog steeds geen democratie en geen rechtsstaat, en leven de mensen in armoede terwijl ik de wereld rondreis voor mijn boek. Maar enkele weken geleden heeft de Tsjadische regering eindelijk aangekondigd dat ze slachtoffers van het regime van Habré compensatie van 15 miljoen euro gaat betalen. Niet iedereen kan openbaar aanklager worden of in de Veiligheidsraad zitting nemen. Maar iedereen kan gerechtigheid wel zoeken.’  

Brody hoopt dat zijn boek niet alleen een ‘goed verhaal’ is, met goede en slechte mensen, een lange weg vol tegenslagen en successen. Abdou Diouf, de Senegalese president van destijds, had, toen de zaak-Habré hem ter ore kwam, verbaasd gevraagd of een president wel vervolgd kon worden, zo valt te lezen in Brody’s boek. ‘Ik heb het ook geschreven om te laten zien dat het kan. Dat tirannen en folteraars niet weg hoeven te komen met hun misdaden.’

Meer over dit onderwerp