Oma’s roots liggen in Debaltsevo, of is het Debaltseve?
Fotograaf Karine Zenja Versluis kwam bij de zoektocht naar het verhaal van haar Oekraïense oma niet zozeer haar oma’s eigen geschiedenis tegen, maar vooral de gedeelde geschiedenis van ontwortelde Oekraïners. Zowel binnen als buiten het land.
Al in 2013 gaat fotograaf Karine Zenja Versluis op zoek naar het verhaal van haar Oekraïense oma, niet wetende waar haar zoektocht zou eindigen. Door onverwachte omstandigheden – haar oma’s alzheimer en de Russische invasie van Oekraïne – wordt haar project veel breder. In haar fotoboek Debaltsevo, Where Are You? komen foto’s en verhalen van gevluchte Oekraïense gezinnen samen met die van Versluis’ oma en haar familie in Debaltseve (Oekraïense spelling).
Haar tweede naam Zenja, dankt Versluis aan haar oma. ‘Als kind stond ik daar niet bij stil. Ik had een oma en een baboesjka. Dat was gewoon zo’, vertelt Versluis terwijl ze een kop thee serveert in haar knusse huisje in Amsterdam Noord. Als ze in 2013 besluit haar Oekraïense roots te onderzoeken, heeft Alzheimer oma Zenja’s herinneringen al grotendeels weggevaagd. In 2014 besluit Versluis Debaltseve te bezoeken. Maar in Oekraïne heerst onrust en ze stelt haar reis uit. Hetzelfde jaar overlijdt oma Zenja in een Nederlands verzorgingstehuis. In 2016 vertrekt ze eindelijk, maar Debaltseve is allang verwoest. Nu ze niet naar Debaltseve kan, zoekt ze contact met gezinnen uit deze stad. Zij zijn – net als oma Zenja zo’n driekwart eeuw geleden – gedwongen hun stad, hun leven achter te laten.
Eén letter verschil
Oma Zenja is tijdens de oorlog als een van de meer dan drie miljoen Ostarbeiters vanuit de Sovjet-Unie voor dwangarbeid afgevoerd naar Duitsland. Toen zij na de bevrijding naar Nederland kwam, werd ze kil ontvangen. ‘Tijdens de koude oorlog stond je als Sovjetburger aan de verkeerde kant. Ik denk dat zij in beide landen nooit meer geaard is. In Oekraïne werd ze gezien als verrader en hier ook’, vertelt Versluis. Het was rond 2017 voor gevluchte Oekraïense gezinnen niet makkelijk te wennen in andere regio’s van Oekraïne. ‘Oekraïne wordt nu sterk gezien als eensgezind en tegen Rusland. Maar destijds zag ik dat de gezinnen uit Debaltseve elders in het land niet goed werden ontvangen’, zegt Versluis. ‘Alles rond gesepareerde gebieden in de Donbas was gedoe, daar wilde men niks mee.’
In het grensgebied spreken veel Oekraïners voornamelijk Russisch, net als baboesjka Zenja. ‘Ze voelen zich wel echt Oekraïens, en hebben andere culturele waarden dan Russen. Oekraïners zijn zachter. Maar het is natuurlijk grensgebied’, vertelt Versluis. De identiteiten van Russen en Oekraïners zijn door de nauwe historische banden deels vermengd maar door de oorlog is die verbinding complex geworden. Versluis ontkomt zelf ook niet aan deze complexiteit. Ze kiest voor de titel van haar fotoboek de Russische naam Debaltsevo, de naam die haar oma gebruikte, en niet de Oekraïense naam Debaltseve. Deze keuze, ook al gaat het maar om één letter verschil, ligt sinds de recente invasie gevoelig. Russisch wordt gezien als de taal van de bezetter. Alle andere plaatsen in het boek zijn daarom naar het Oekraïens vertaald.
De Oekraïense wortels van Versluis kregen door deze zoektocht nieuwe betekenis: ‘Ik voel connectie. Niet dat ik me nu helemaal Oekraïens voel maar ik herken een bepaalde mentaliteit.’ Ze benadrukt dat het fotoboek over meer gaat dan oorlog en Oekraïne. ‘Het gaat ook over intergenerationele trauma’s en familiepatronen. Die hebben we natuurlijk allemaal.’