De vluchteling, inwoner van de menselijke dierentuin
Mijn grootmoeder vertelde me ooit het verhaal van een sultan die ervan hield mensen van verschillende ‘rassen’ en culturen op te sluiten.
Hij stuurde wetenschappelijke en militaire expedities eropuit om ‘vreemde’ groepen mensen gevangen te nemen. Tegen het einde van de negentiende eeuw en het begin van de twintigste werd zijn land een baken van wetenschap en beschaving.
Jaren later vond die gewoonte om mensen te ‘bezitten’ een perfecte uitstalling op culturele tentoonstellingen en handelsbeurzen. Vleugels met deze mensen trokken miljoenen bezoekers uit het hele sultanaat en naburige koninkrijken. De rijken dwaalden door die zalen met hun weelderige gewaden en zelfverzekerde stappen, starend naar een absurd tafereel, mensenrechtentheorieën projecterend en de psychologische motieven van de sultan analyserend, met opgetrokken wenkbrauwen, verrast fluisterend.
Reem keek beschaamd en gebroken, zwijgend over de ontkenning van haar academische expertise
~
Mijn vriendin Reem heeft heel hard gewerkt sinds ze in 2014 vanuit Syrië naar Nederland vluchtte. Ze is onderzoeker hate speech aan de Universiteit van Amsterdam. Ze bracht jaren door met het onderzoeken van de gebeurtenissen tijdens de Syrische oorlog, in de hoop dat haar academische analyse deuren kon openen voor Europese academici om te begrijpen wat er in Syrië gebeurt.
Reem schreef tientallen papers, nam deel aan een eindeloze hoeveelheid conferenties en seminars over de Syrische kwestie en deed een rijke academische ervaring op met hulp van haar supervisor, een Nederlandse onderzoeker, die toezicht hield op het proefschrift dat ze vorige maand verdedigde.
Ik laat nooit een kans voorbijgaan om de successen van ons, verbannen Syriërs, te vieren. En als zodanig woonde ik een seminar bij waaraan Reem deelnam na het behalen van een master in mediapropaganda van dictaturen – met Syrië als case study. Terwijl ik daar zat met een grote glimlach van trots, stelde de moderator het panel voor. Reem was een ‘Syrische vluchteling en activist die in Nederland woont’.
Mijn glimlach vervaagde toen mijn ogen kruisten met die van Reem. Ze keek beschaamd en gebroken, zwijgend over de ontkenning van haar academische expertise en gereduceerd tot een oorlogsvluchteling. Het is de vloek die we allen dragen als Syriërs, we kunnen nog altijd geen eerlijke beoordeling krijgen, een decennium nadat de oorlog uitbrak.
~
Een Nederlandse vriend vertelde me ooit dat ‘wij ons als Nederlanders verdiepen in de Syrische zaak en andere rechtschapen zaken, zodat we ons geweten kunnen verlichten; zodat we elke ochtend voor de spiegel kunnen staan en tegen onszelf kunnen zeggen dat we goede mensen zijn. We verwachten niet dat deze onderdompeling een magische oplossing zal opleveren die we niet eens hebben.’
Zelfs degenen onder ons Syriërs die zich in het academische veld waagden en loskwamen van de Syrische kwestie, blijven geconfronteerd worden met het stempel van ‘hardwerkende vluchteling’.
Misschien stierf de sultan, en met hem zijn menselijke dierentuin, maar na hem werden tientallen sultans geboren die zijn gedachten en ideeën dragen.