De laatste zaak
Na het vonnis van het Joegoslavië-tribunaal in de zaak tegen Ratko Mladic´ eind november is het einde in zicht van het instituut dat in 1993 als experiment begon en uiteindelijk een juridische revolutie veroorzaakte. De deuren in Den Haag gaan dicht‚ de juristen archiveren hun dossiers‚ de rechters zoeken naar een nieuwe baan en aanklagers halen herinneringen op over hoe het ooit begon. ‘We hadden geen idee‚ er waren geen richtlijnen‚ geen procedures‚ geen ervaring‚ er was weinig geld en weinig personeel’‚ herinnert een van de aanklagers van het eerste uur zich. De oorlog in het voormalige Joegoslavië was nog in volle gang en onderzoek ter plekke was onmogelijk‚ maar een ongeduldige internationale gemeenschap wilde snel een eerste verdachte zien. Nu‚ twintig jaar na het eerste vonnis van het tribunaal‚ is de internationale gemeenschap aangenaam verrast‚ en soms zelfs verbaasd‚ over hoeveel er is bereikt.
Wat was de omwenteling die dit nieuwe tribunaal tot stand bracht? De kern van het antwoord zit hem in het verschil tussen de begrippen verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid. Tot de jaren negentig waren overheden verantwoordelijk voor massaal geweld‚ oorlogsmisdrijven en andere mensenrechtenschendingen‚ maar niemand was aansprakelijk. Verantwoordelijkheid bleef daardoor een symbolisch begrip. Wie in de overheid zich zou moeten verantwoorden en wie uiteindelijk zou moeten boeten‚ dat was onbekend terrein. Hic sunt leones! Over aansprakelijkheid was nagenoeg niets geregeld.
Het Joegoslavië-tribunaal is dus niet het eindpunt‚ maar het begin
Het Joegoslavië-tribunaal heeft de witte plekken op de kaart ingekleurd. De aanklagers hebben ons doen begrijpen op welke manier we het schijnbaar onnavolgbare spoor kunnen vinden dat leidt van de beslissingen van staatshoofden of legerleiding naar oorlogsmisdrijven of ander frontleed. We hebben gezien hoe analisten van het tribunaal de organisatie van een overheid ontrafelden zodat er mensen van vlees en bloed tevoorschijn kwamen die de beslissingen namen die tot catastrofes leidden. En rechters ontwikkelden de terminologie om de aansprakelijkheid van hoge ambtenaren en militaire of politieke leiders te duiden en te benoemen.
Na het Joegoslavië-tribunaal volgde het Rwanda-tribunaal en kon de internationale gemeenschap uiteindelijk in 2002 het permanente Internationaal Strafhof oprichten. Misschien nog wel belangrijker is dat de ervaring‚ kennis en inzichten doorsijpelden naar de juristen in Bosnië en Kroatië en zelfs Servië‚ landen van het voormalige Joegoslavië. Honderden verdachten worden daar nu door nationale rechtbanken vervolgd.
Het Joegoslavië-tribunaal is dus niet het eindpunt bij de afwikkeling van de oorlogsmisdrijven‚ maar het begin. De fakkel is overgenomen door lokale krachten. De internationale gemeenschap heeft laten zien wat het kan en hoe je met ruim zeventig nationaliteiten in het keurslijf van één juridisch instituut een wereld van verschil kan maken. De wereld heeft éénmaal haar verantwoordelijkheid ten aanzien van aansprakelijkheid ten volle genomen.
Wordt Vervolgd, december 2017
Dit is de laatste aflevering in deze rubriek. Toekomstige artikelen over internationaal recht van Frederiek de Vlaming en Marnix de Bruyne, de auteurs van deze column, zijn te vinden op deinternationalerechtszaak.nl.