De Libri-boekhandel bij het west-station in Boedapest is glimmend en groot – op een maandagmiddag eind september is het er binnen een stuk koeler dan buiten. Nadat de jonge verkoopmedewerkster mijn Hongaarse vraag of zij Engels spreekt met ‘ja’ heeft beantwoord, zeg ik: ‘Ik ben een Nederlandse journalist en ik wil graag iets vragen over de wet waarbij bepaalde boeken in folie…’ Direct schudt ze haar hoofd: ‘Daar mag ik niets over zeggen.’ Ze verwijst me door naar de PR-afdeling elders in het gebouw, maar als ik richting de glazen deur wil lopen, blijft ze naast me staan alsof ze me tegen wil houden. ‘Misschien moet je een afspraak hebben’, zegt ze. ‘Wat had je willen vragen?’
Ik vraag haar naar een kinderboek dat hier bij vriend en vijand bekendstaat als ‘het homoseksuele sprookjesboek’: Meseország mindenkié (Sprookjesland is voor iedereen). Verkopen ze dat? ‘O ja,’ zegt ze, terwijl ze het intypt in haar computer, ‘dat is heel populair. Hier is-ie uitverkocht. Bij de Libri om de hoek hebben ze ’m wel – in folie. En online natuurlijk.’ ‘Dankjewel’, zeg ik, ‘dat is alles wat ik wilde weten.’ Als ik opnieuw weg wil lopen, kijkt ze me ernstig aan. ‘Het is heel treurig’, vertrouwt ze me toe, ‘wij zijn het hier niet mee eens.’
Lees ook: Moeten Polen en Hongarije uit de EU gezet kunnen worden?Ik ben hier eigenlijk voor het International Book Festival Budapest, als schrijver van een boekje over mijn Hongaarse grootmoeder. Maar ik wil ook weten hoe deze ‘illiberale democratie’ nu in de praktijk werkt. Dit land met zijn tragische geschiedenis is ook een klein beetje van mij, zo voelt het, al ken ik het vooral van bezoeken aan een vriend die sinds 2012 lesgeeft aan een afdeling Neerlandistiek in Boedapest. Elke keer dat ik Jaap sprak, was hij nog wat verontwaardigder. Over hoe Orbáns vrienden Europees subsidiegeld opstreken en mediakanalen opkochten tot de vrije pers was teruggedrongen naar een handvol websites. Over het uitgeklede onderwijs, waarvan de regering het curriculum naar eigen inzicht heeft omgevormd. En over de wetten die lhbti-rechten inperken, die gepresenteerd worden als ‘kinderbescherming’. Door Jaaps tirades, en vooral door berichtgeving waarin Hongarije telkens in één rijtje werd genoemd met Rusland, had ik het idee gekregen dat je hier inmiddels al gearresteerd zou worden voor het ophangen van een regenboogvlag. Nu ik beter doorvraag, blijkt het subtieler in elkaar te zitten. De folieboekenkwestie maakt zichtbaar hoe.
Door de papierversnipperaar
‘Dit is democratie noch standaard dictatuur, dit is een legislative autocracy’, benadrukt Dorottya Rédai, die in 2019 met het idee kwam voor Sprookjesland is voor iedereen. ‘De machthebbers regeren via wetgeving. En dat kunnen ze zogenaamd democratisch doen doordat ze een twee derde meerderheid hebben.’
Rédais organisatie, Labrisz Lesbian Association, had destijds wel een schoolprogramma voor 14- tot 19-jarigen, maar werd nooit uitgenodigd om met kinderen onder die leeftijd te spreken. Een divers sprookjesboek leek Rédai een mooi alternatief om jonge mensen ervan bewust te maken dat er niet alleen witte heterostellen bestaan. Zeventien Hongaarse schrijvers schreven een aangepaste versie van een traditioneel verhaal-voor-het-slapen-gaan. Zes van die verhalen bevatten een personage dat onder de noemer lhbti valt – zo veranderde Assepoester in een Roma-jongen, waardoor die met de prins een homokoppel vormt. In september 2020 publiceerde Labrisz 1.500 exemplaren. ‘En toen ontplofte het.’
‘We halen de boeken alleen tevoorschijn als iemand ernaar vraagt’
Tijdens een persconferentie van de radicaal-nationalistische partij Mi Hazánk (‘Ons Thuisland’), scheurde politica Dóra Dúró pagina na pagina uit het boek en haalde die vervolgens door een papierversnipperaar. Het boek zou, aldus Dúró, ‘homoseksuele propaganda’ verspreiden. Viktor Orbáns reactie op de boekversnippering speelde haarfijn in op de gevoelens bij zijn achterban. ‘Hongaren gaan geduldig en tolerant om met dit fenomeen [homoseksualiteit]’, zei de premier, ‘maar er is een grens die je niet over moet gaan: laat onze kinderen met rust!’
Boekverbrandingen
Rédai: ‘Een deel van de Hongaren was zeer verontwaardigd over de versnippering, die ze deed denken aan boekverbrandingen. Orbáns uitspraak gooide alleen maar olie op het vuur. De media-aandacht was uitzonderlijk; daardoor werd het boek een bestseller, met 34 duizend verkochte exemplaren, alleen al in Hongarije.’
Tot zover kan dit verhaal je doen denken aan de Nederlandse hetze rondom kinderboekenschrijver Pim Lammers. Maar in Hongarije – legislative autocracy – voegde de Fidesz-regering de daad bij het woord: in juni 2021 werd haar ‘antipedofiliewet’ goedgekeurd. Onderdeel daarvan was een verbod op het onverpakt verkopen van producten voor minderjarigen waarin ‘afwijkingen van hun geboortegeslacht, geslachtsverandering, seksualiteit omwille van zichzelf of het afbeelden of promoten van homoseksualiteit’ voorkomen. Rédai: ‘Met die wet waren ze al veel langer bezig, maar ons boek vormde het perfecte excuus om ’m in te voeren.’
Op het International Book Festival – bekostigd door Hongaarse boekhandels en de Nederlandse ambassade – doen de aanwezigen openlijk beklag van de huidige politiek. ‘In Hongarije zijn lezers nu bang voor boeken’, spreekt kinderboekenschrijfster Ildikó Boldizsár tijdens de openingsspeech. ‘Waarom zijn ze niet banger voor oorlog, geweld op school, het gebrek aan leerkrachten, milieuvervuiling, de dreiging van een onleefbare toekomst?’ Het lijkt hier alsof iedereen in Hongarije vrij kan spreken, maar vertaler Tibor Bérczes relativeert: ‘Op het Boekenfestival kan dat, omdat Orbán weet: dit is 0,01 procent van de bevolking.’
Stop homofólia!
De angst leeft daar waar een financiële afhankelijkheid van de overheid bestaat. Kunstpodia passen hun programmering aan, leraren buiten de grotere oppositiesteden protesteren niet tegen het opgelegde curriculum omdat ze hun banen willen behouden. In de boekensector zit de schrik er goed in sinds boekenketen Líra deze zomer een boete van omgerekend 31 duizend euro opgelegd kreeg, omdat ze Heartstopper, een veelverkocht stripboek over twee verliefde jongens waarvan ook een Netflix-serie is gemaakt, onverpakt verkochten. Als ik kinderboekhandel Pagony bezoek, zegt de verkoopster me dat ze zowel Heartstopper als Sprookjesland is voor iedereen alleen nog via internet verkoopt. In Bestsellers, een Engelstalige boekhandel, bewaren ze zulke folieboeken in een achterkamertje. ‘We halen ze alleen tevoorschijn als iemand ernaar vraagt’, zegt de kassadame.
Schrijf je in voor de nieuwsbrief
Zelfcensuur is één effect van het Fidesz-beleid, het andere is een voortdurende zoektocht naar verzet. Daarin blijkt Hongarije een land met tomeloze humor. Na de folieboete voor Líra verschenen in het centrum van Boedapest stickers met de slogan ‘Stop homofólia!’ Studenten deelden vlak voor een filiaal van Libri gratis folieboeken uit. En op 29 september koppen de onafhankelijke nieuwssites dat boekhandel Líra de opgelegde boete aanvecht: op een cruciale plek in de wettekst ontbreekt een komma. Hongaarse Orbántegenstanders in mijn omgeving moeten er om lachen: ‘Wie nog niet kan schrijven, moet misschien ook even wachten met boeken verbieden.’
Een laatste boekhandelbezoek. ‘We hebben alleen de Hongaarse versie’, zegt de jonge vrouw achter de infobalie. Voortvarend loopt ze naar een kast en trekt Meseország mindenkié eruit. Het is kleiner dan een regulier prentenboek. Het zit, inderdaad, in een plastic verpakking. Nog voordat ik het heb kunnen vragen, zegt ze: ‘We kunnen het voor je uitpakken.’ Ik twijfel, maar zij zet haar nagels al in het folie. Met zichtbaar genoegen bevrijdt ze het sprookjesboek uit zijn jasje. ‘Hier,’ zegt ze, en drukt het in mijn handen, ‘neem zoveel tijd als je wilt.’